Skip to ContentSkip to Navigation
Onderzoek DNPP Politieke partijen Democraten 66 (D66) Geschiedenis

D66 jaaroverzicht 2004

Uit: J. Hippe, R. Kroeze, P. Lucardie en G. Voerman, 'Kroniek 2004. Overzicht van de partijpolitieke gebeurtenissen van het jaar 2004' in: G.Voerman (red.), Jaarboek 2004 Documentatiecentrum Nederlandse Politieke Partijen (Groningen 2005), 14-105, aldaar 47-54.

Inleiding

In 2003 had het ledencongres van D66 zich met overtuigende meerder­heid uitge­sproken voor deelname aan het tweede kabinet Balkenende. In 2004 nam echter de onrust in de partij over het regeringsbeleid toe. Daarnaast dook ook weer het thema van fusie met de VVD op, maar daaraan had D66 weinig behoefte (zie in deze Kroniek onder VVD).

Van der Laan en Sorgdrager

Begin januari werd bekend dat staatssecretaris Medy van der Laan van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap de benoe­ming van partijgenote en oud-minister van Justitie Winnie Sorgdrager tot voorzitter van de Raad voor Cultuur had door­gezet, tegen het advies van de Benoemin­gen­ad­viescommissie van de Raad in. Sorg­drager zou zodoende nog eens vier jaar voorzitter blijven van de Raad, die het ministerie en de staats­secretaris van advies dient. De commissie verweet Van der Laan in strijd met het beginsel van transparantie binnen het openbaar bestuur te hebben gehandeld. Een woordvoerder van Van der Laan benadrukte dat de commissie alleen een advies gaf en dat de staatssecretaris uiteinde­lijk het laatste woord had.

Integratiebeleid

Op 5 april presenteerde D66 een nota over het integratiebeleid, getiteld De anderen dat zijn wij. Een sociaal-liberaal tegengeluid. De partij stelde onder meer voor dat een nieuwe migrant pas na zeven jaar ver­blijf toegang zou krijgen tot de sociale voorzie­ningen. Migranten dien­den de kernwaarden van de Nederlandse samenleving te onderschrijven, in een zogeheten ‘letter of intent’. Verder wilde D66 de huwelijks­migratie beperken en migranten die zich schuldig maken aan eerwraak en stalking de Nederlandse nationaliteit ontnemen. Tweede-Kamerfrac­tievoorzitter Boris Dittrich meende dat zijn partij met deze notitie een ‘tegengeluid’ liet horen tegen coalitie­genoten CDA en VVD, die het debat zouden hebben ‘verruwd’ met hun constatering dat de integratie was mislukt (NRC Handelsblad, 5 april 2004).

In december stelde minister Laurens Jan Brinkhorst van Economische Zaken in een interview dat Ayaan Hirsi Ali het debat over integratie te veel op scherp zette. Hij vond haar film Sub­mis­sion te provocerend: ‘Je weet wat er gebeurt als je in een munitiemagazijn een sigaret opsteekt’, aldus Brinkhorst (Vrij Nederland, 18 december 2004). De VVD- ministers Rita Verdonk en Gerrit Zalm namen Hirsi Ali meteen in bescherming en verklaar­den dat Brinkhorst niet namens het kabinet had gesproken. Ook Kamer­voorzitter Frans Weisglas was het niet eens met de minister en merkte daarbij op dat een minister geen kritiek mag leveren op het werk van een Kamerlid. De fractie van D66 in de Tweede Kamer keurde eveneens de uitlatingen van Brinkhorst af. Na een gesprek met premier Jan Peter Balken­ende en vice-premier Zalm trok de minister zijn kritiek in en merkte boven­dien op dat deze niet op de persoon Hirsi Ali gericht was, maar op haar film.

Nieuw kiesstelsel

In 2004 ging D66-minister Thom de Graaf voor Bestuurlijke Vernieu­wing verder met de uitwerking van zijn plan voor de invoering van een nieuw kiesstelsel. Binnen en buiten de Twee­de Kamer ontmoette hij echter veel weerstand (zie in deze Kroniek onder ‘hoofd­mo­menten’). Hoewel de Tweede Kamerfractie van D66 zijn voorstellen steunde, vond fractievoorzitter Dittrich deze eveneens onvoldoende duidelijk. Hij stelde dat het kabinet in het algemeen zijn beleid niet goed uitlegde en ‘Thom de Graaf moet het zich ook aantrekken’. Het ging bij De Graafs voorstellen teveel over de ‘modellen’ in plaats van de achterlig­gende bedoeling, aldus Dittrich (Reforma­torisch Dagblad, 9 juni 2004).

Kandidatenlijst Europese verkiezingen

In november 2003 was Sophie in ‘t Veld door het congres tot lijst­trekker gekozen (zie Jaaroverzicht 2003 ). Verder hadden zich achttien andere partij­leden aan­gemeld voor een plaats op de kandi­datenlijst. In januari 2004 organiseerde D66 een vijftal regionale open­bare bijeenkomsten waar leden en niet-leden schriftelijk hun voorkeur voor de lijstvolgorde kenbaar konden maken. In totaal maakten twee­honderd leden en niet-leden van deze mogelijkheid gebruik. De geza­menlijke uit­komst van de bijeenkomsten gold vervolgens als een niet-bindend stemadvies voor de partijleden, die in een poststemming de kandidaten konden rangschikken. Nadat de uitslag van deze stemming begin april bekend was gemaakt, bleek dat de leden de plaatsen twee en drie op de lijst hadden toegewezen aan zittend europarlementariër Johanna Boogerd-Quaak en de nieuweling Margriet de Jong. Zittend euro­parle­mentariër Bob van den Bos kreeg de vierde plaats.

Hoewel D66 geen nauwere samenwerking op nationaal niveau wenste met de VVD, besloten beide partijen in maart wel een lijstverbinding aan te gaan voor de Europese verkiezingen in juni. Ze gingen echter wel ieder een eigen campagne voeren.

Programma Europese verkiezingen

In 2003 had het landelijk bestuur een programmacommissie ingesteld onder voor­zit­ter­schap van E. van Buiten, die een ontwerpverkiezings­program moest schrijven (zie Jaaroverzicht 2003). Op 13 maart 2004 stelde het voorjaarscongres in Den Haag het program vast, Een succesvol Europa geheten. Dit document, waarin D66 zichzelf ‘een groot voorstander van de Europese gedachte’ noemde, gold naast het programma van de Europese Liberalen en Democraten, het Europese par­tijverband waartoe D66 (met de VVD) behoorde. Het congres stond grotendeels in het teken van de Europese verkiezingen. De Belgische liberale premier Guy Verhofstadt stak in een toespraak de Democraten een hart onder de riem.

Campagne en uitslag Europese verkiezingen

Op 14 mei startte D66 in Amsterdam de verkiezingscampagne. Hierin wilde de partij benadrukken dat ze pro-Europees was. Met de leus ‘het andere geluid’ probeerde D66 zich te onderscheiden van de andere meer eurosceptische partijen. Dittrich stelde voor dat op alle scholen in de Europese Unie het vak Europese Geschiedenis gegeven zou moeten worden.

In de peilingen stond D66 er erg slecht voor; de partij dreigde zelfs te verdwijnen uit het Europees Parlement. Uiteindelijk haalde zij één zetel – een halvering van haar zeteltal (zie tabel 1). Lijsttrekker In ‘t Veld was teleurgesteld, maar partijleider Dittrich toonde zich opgelucht dat D66 toch nog één zetel had gehaald.

Toetreding Turkije tot de Europese Unie

D66 was een verklaard voorstander van de toetreding van Turkije tot de Europese Unie. In het voorjaar bezocht op initiatief van de D66-stich­ting Internationaal Democratisch Initiatief een delegatie van de partij Turkije. Europees lijsttrekker In ’t Veld toonde zich positief over de voortgang van de hervormingen in dat land.

Irak

In 2003 had D66 zich afwijzend opgesteld ten aanzien van de oorlog in Irak (zie Jaar­overzicht 2003 ). Het voornemen van het kabi­net Balkenende in het voor­jaar van 2004 om de militaire missie in Irak te ver­len­gen leidde dan ook tot verdeeld­heid binnen de partij. Oud-partijleider Hans van Mierlo was voorstander van ver­lenging, maar oud-Tweede Kamerlid Wil Wilbers riep de fractie publiekelijk op tegen verlenging te stemmen: ‘laat D66 de rug recht houden!’ (NRC Handelsblad, 25 mei 2004). Minister De Graaf verklaarde dat de D66-fractie in de Kamer de vrijheid moest hebben tegen verlenging te stem­men, zonder daarmee een kabinetscrisis te veroorzaken. Ook vond hij dat het mogelijk moest zijn dat de twee D66-ministers het kabinetsvoor­stel wel steunden en de fractieleden niet, omdat die een eigen afweging dienen te maken. De Jonge Demo­cra­ten, de jongerenorganisatie van D66, riepen op 21 mei in een open brief de D66-kamerleden en -bewindslieden op niet onder druk van de coalitiegenoten voor de missie in Irak te stemmen, maar eerst een resolutie van de Verenigde Naties hierover af te wachten. Uiteindelijk verleende op 22 juni een ruime meerderheid van de Kamer – waaronder de D66-fractie – goed­keuring aan het voorstel van het kabinet om de missie met maximaal acht maan­den te verlengen.

Gasboringen in de Waddenzee

Al jaren verzette D66 zich tegen gasboringen in de Waddenzee. Tijdens de kabinets­formatie in 2003 had D66 een voorlopig verbod hierop weten af te dwingen (zie Jaar­overzicht 2003). In het regeer­akkoord waren wel afspraken gemaakt over een onderzoek naar moge­lijke gevolgen van boringen, waardoor er enige rek bestond inzake dit onderwerp. Op het voorjaarscongres op 13 maart 2004 riep Dittrich de leden op om ‘tot een afgewogen oordeel te komen’, wanneer het rapport van de door het kabinet ingestelde ‘Adviesgroep Waddenzee’ (in de wandeling Commissie Meijer geheten) zou uitkomen (www.d66.nl, 25 maart 2004). In het rapport, dat enkele weken later verscheen, betoogde de commissie dat mogelijke gasboringen in de Waddenzee weinig direct gevaar voor het milieu met zich mee zouden brengen. Op 10 mei ver­klaarde Dittrich dat zijn fractie mede op grond van de uitkomsten van het rapport gasboringen niet langer afwees en dat zijn partij jarenlang ‘oogkleppen’ had opgehad over dit onderwerp (Trouw, 11 mei 2004). Nogal wat partijleden (met name in het noorden) waren het echter met hem oneens. De regio Groningen wees gas­winning in de Waddenzee van de hand, evenals de D66-fractie in de Provinciale Sta­ten van Fries­land. De afdeling Breda riep op tot een algemene ledenvergadering, waarin de leden zich zouden kunnen uitspreken over het besluit van de kamerfractie. Eind augustus trad Hein Westerouen van Meeteren, in 2003 nummer dertien op de kandidatenlijst voor de Tweede Kamer en bekend van het televisieprogramma Het Lager­huis, uit de partij, niet alleen vanwege de gasboringen in de Waddenzee, maar ook vanwege de kwestie-Irak. De Tweede Kamerfractie hield echter voet bij stuk.

Afschaffen godslastering

Naar aanleiding van de moord op Theo van Gogh op 2 november (zie in deze Kroniek onder ‘hoofdmomenten’) diende het Tweede Kamerlid Lousewies van der Laan een motie in om de strafbaarstelling van godslastering uit het Wetboek van Strafrecht te schrappen. Op deze wijze wilde zij duidelijk maken ‘dat de vrijheid van godsdienst voorop staat’ (Trouw, 17 november 2004). Vanwege alle gevoeligheden kreeg zij in het kamerdebat op 17 november weinig steun voor haar voorstel. Op het najaarscongres, dat op 20 november werd gehouden, bleken veel leden achter Van der Laan te staan – inclusief fractievoorzitter Dittrich. Partijvoorzitter Alexander Pechtold daaren­tegen was weinig gelukkig met het initiatief, evenals partij­oprichter Van Mierlo. Deze had er bij Van der Laan persoonlijk op aangedrongen de motie in de Tweede Kamer niet in stem­ming te brengen, omdat dit alleen tot meer onrust in Nederland zou leiden. Pechtold sloot zich bij Van Mierlo’s standpunt aan. Dittrich verklaarde echter achter Van der Laan te staan en haar motie te steu­nen. Van der Laan trok de motie niet in en liet haar op 23 november in stemming brengen. Slechts een kleine groep kamerleden stemde voor de motie.

Onrust over regeringsdeelname

Mede door de gang van zaken rond de verlenging van de Nederlandse militaire missie in Irak, de gasboringen in de Waddenzee en het gevoerde sociale beleid gingen er in de achterban van D66 stem­men op om uit het tweede kabinet Balkenende te stappen (al in 2003 was de aarzeling om toe te treden tot het kabinet aanzienlijk geweest; zie Jaar­overzicht 2003). In oktober verliet de afdeling Rozenburg de partij, uit onvrede over de gebrek­kige sociale politiek van het kabi­net. Ook de beide D66-wethouders ver­lieten de partij. De afdeling ging verder onder de naam ‘Nieuwe Democraten’.

Onder het motto ‘wat doet D66 in het kabinet?’ stond de regeringsdeel­name centraal op het najaarscongres van de partij op 20 november in Arnhem. Vice-premier De Graaf hield de leden voor dat D66 veel van haar eigen standpunten kon ver­wezen­lijken en als kleine partij oneven­redig veel invloed kon uitoefenen. Ook fractie­voor­zitter Dittrich telde de zegeningen van het regeren. Aan het slot van het congres sprak een ruime meerderheid van de leden hun vertrouwen uit in de partij­koers en de deel­name aan het tweede kabinet Balkenende. Ook de Jonge Democraten stonden achter de regeringsdeelname van D66. Wel stelden zij in een motie voor het kort daarvoor gesloten sociaal akkoord tussen het kabi­net en de sociale partners niet te steunen, omdat het kabinet te veel concessies aan de vakbonden zou hebben gedaan. De motie werd met nipte meerderheid afgewezen.

Een motie die D66 opriep onmid­dellijk uit het kabinet te stappen werd uiteindelijk in­getrokken. Andere moties werden door ‘tijd­gebrek’ niet in behandeling genomen, het­geen onvrede wekte bij leden (NRC Han­delsblad, 22 november 2004). Een aantal afdelingen leverde naderhand kritiek op deze gang van zaken. De afdeling Bussum nam vervolgens publiekelijk afstand van het kabinetsbeleid. Deze verklaring werd onder­tekend door meer dan honderd lokale D66-politici. Andere onte­vreden D66-ers hadden ondertussen een protestbeweging gevormd onder de naam ‘rebellenclub’ (de Volkskrant, 18 december 2004). De partijleiding trok zich de kritiek aan en stuurde alle leden een brief waarin ze toegaf dat het congres ‘niet helemaal bevre­di­gend geëindigd’ was en beterschap beloofde (www.D66.nl, 1 februari 2005).

Op 17 december maakten de leden van het bestuur van de afdeling Veenendaal en van de gemeente­raads­fractie van D66 bekend dat zij hun partijlidmaatschap opzegden. Zij waren het oneens met de deelname van D66 aan het tweede kabinet Balkenende, en richtten vervolgens de partij Lokaal Veenendaal op.

Verwante instellingen en publicaties

Op 18 juni publiceerden Tweede Kamerlid Boris van der Ham en de frac­tievoorzitter in de Amsterdamse gemeenteraad Saskia Bruines het Manifest Dance’66, waarin ze pleitten voor meer afspraken in de dance-sector. Deze muziek- en danssector in Nederland zou volgens de auteurs in economisch en cultureel opzicht serieus geno­men en beter geregeld moeten worden. De Tweede Kamerfractie schaarde zich achter het pleidooi.

Het Kenniscentrum van D66 publiceerde in januari de notitie Investeren in innovatie. Knelpunten en oplossingen voor het MKB, van de hand van Erie Tanja. Vanuit een brede opvatting van innovatie schetste de auteur de problemen voor kleine en mid­delgrote ondernemingen die hun bedrijf willen vernieuwen. De overheid zou hen kunnen helpen door regelgeving te vereenvoudigen, administratieve lasten te ver­lichten en subsidieregelingen te stroomlijnen. Het Kenniscentrum organiseerde samen met het D66-platform Internationale Zaken en de Nationale Commissie voor Inter­nationale Samenwerking en Duurzame Ontwikke­ling (NCDO) op 2 april in Den Haag een symposium onder de titel ‘Appèl op Europa’. Vier deskundigen lieten hier hun licht schijnen op ontwikkelingssamenwerking en het veiligheidsbeleid in Europa.

Het platform Kennis-Economie organiseerde in samenwerking met de Technische Universiteit Eindhoven op 25 oktober in Eindhoven een conferentie over de kennis­economie, waaraan Brinkhorst en Dittrich deel namen. Het platform Volksgezondheid hield op 27 oktober in Utrecht een bijeenkomst over de Wet Maatschappelijke Onder­steuning, waaraan oud-minister Els Borst-Eilers en het Tweede Kamerlid Bert Bakker een bijdrage leverden.

Op 6 maart 2004 vierde de jongerenorganisatie van D66, de Jonge Democraten, haar twintigjarig bestaan in Amsterdam. Ook het congres op 23, 24 en 25 april in Amster­dam stond in het teken van het lustrum en werd bijgewoond door vele kamerleden en bewindslieden. Gastspre­ker was de Amerikaanse ambassadeur C. Sobel. Op het najaarscongres op 23 en 24 oktober in Rotterdam kozen de leden Jan Paternotte tot hun nieuwe voorzitter, als opvolger van Vincent Verkoelen.

De Bestuurdersvereniging hield op 3 en 4 september haar bestuurders­weekend en jaarvergadering in Nunspeet. Aan de discussie over de Europese grondwet namen europarle­mentariër In ‘t Veld, het Tweede-Kamerlid Van der Laan en de Eerste-Kamerleden Gerard Schouw en Hans Engels deel.

De Stichting International Democratic Initiative (IDI) bevordert demo­cratisering en internationale samenwerking met gelijkgezinde groepe­ringen, met name in Midden- en Oost-Europa. Zij organiseerde onder meer een ‘autumn academy’ in de Poolse stad Krakow van 15 tot en met 17 november met als motto ‘From Braindrain to Brainpower’. Daar­naast verleende het IDI steun aan liberale partijen in Bosnië-Herzego­vina, Servië, Kroatië, Bulgarije en Roemenië door middel van sympo­sia, seminars en trainingen.

Personalia

Op 13 januari werd Hans van Wieren, conrector van het Terra College in Den Haag en raadslid in Zoetermeer, door een leerling doodgeschoten.  

In januari trad oud-minister van Volkshuisvesting en Ruimtelijke Orde­ning Hans Gruijters uit D66. Hoewel hij tot de oprichters van de partij behoorde, kwam hij naar eigen zeggen nooit meer op vergaderingen en congressen en had hij daarom besloten zijn lidmaatschap op te zeggen.

In april werd bekend dat Arthur Docters van Leeuwen, bestuursvoorzitter Autoriteit Finan­ciële Markten en oud-voorzitter van het college van procureurs-generaal, in 2003 was overgestapt van D66 naar de VVD.

Op 7 september verliet Jacob Kohnstamm de Eerste Kamer, omdat hij op 1 augustus voorzitter van het College Bescherming Persoonsgegevens was geworden. Hij was eerder lid van de Tweede Kamer, partijvoorzit­ter en staatssecretaris geweest. In de senaat werd hij opgevolgd door J.W.M. Engels.

Op 8 september verliet Francine Giskes om persoonlijke redenen de Tweede Kamer, waarvan zij sinds 1994 lid was. Giskes werd opgevolgd door Fatma Koser Kaya.

Laatst gewijzigd:07 augustus 2023 15:41