CD jaaroverzicht 1996
Uit: J. Hippe, P. Lucardie, I. Noomen en G. Voerman. 'Kroniek 1996. Overzicht van de partijpolitieke gebeurtenissen van het jaar 1996' in: G.Voerman (red.), Jaarboek 1996 Documentatiecentrum Nederlandse Politieke Partijen (Groningen 1997), 13-87, aldaar 24-27.
Inleiding
Evenals in 1995 stond 1996 voor de CD deels in het teken van juridische procedures. Niet alleen de partij was hierin verwikkeld, maar ook individuele leden. Als gevolg hiervan kwam het onderwerp partijverbod weer ter sprake. Wat betreft de mogelijkheden om demonstraties te houden, verkreeg de CD in 1996 iets meer speelruimte.
Juridische procedures
Op 21 maart wees de Raad van State het beroep van de CD toe tegen de weigering van het ministerie van Binnenlandse Zaken om haar wetenschappelijk bureau, de Thomas Hobbes Stichting, een voorschot van 128.000 gulden te betalen voor een studie over minderheden in Nederland. Het ministerie zou deze weigering onvoldoende hebben gemotiveerd. Wel kreeg het ministerie gelijk in haar weigering de Stichting Politieke Kadervorming (Stipolka) van de CD een subsidie van 57.000 gulden toe te kennen.
Op 16 april vernietigde de Hoge Raad de gedeeltelijke vrijspraak van CD-leider J.G.H. Janmaat en zijn partij inzake discriminatie op grond van ras. Het gerechtshof in Den Haag had volgens de Hoge Raad de context en samenhang van de gewraakte uitlatingen mee moeten wegen in zijn oordeel. De Raad verwees de zaak terug naar het gerechtshof in Amsterdam. In december eiste de procureur-generaal in Amsterdam een boete van 6.000 gulden tegen Janmaat en van 10.000 gulden tegen de partij. Op 23 december veroordeelde het gerechtshof Janmaat tot 3.000 gulden en de partij tot 5.000 gulden boete. Janmaat sprak verontwaardigd van een 'politiek proces' en noemde de overheid een 'Gedankenpolizist' (NRC-Handelsblad, 24 december 1996).
Naar aanleiding van de uitspraak van de Hoge Raad laaide de discussie over een verbod van de CD weer op. Het Tweede-Kamerlid J.P. Rehwinkel (PvdA) pleitte voor een verbodsprocedure, maar minister Dijkstal van Binnenlandse Zaken voelde daar niets voor.
Individuele leden en oud-leden van de CD kwamen in 1996 eveneens voor de rechter. Op 23 februari veroordeelde het gerechtshof in Arnhem het raadslid H. Selhorst in hoger beroep tot anderhalf jaar gevangenis en een boete van 15.000 gulden, wegens handel in verdovende middelen. Selhorst was in 1995 al door de CD geroyeerd, maar had zijn zetel in de raad niet opgegeven.
Op 29 februari werd het eveneens door de CD geroyeerde voormalige Purmerendse raadslid R. van der Plas aangehouden op verdenking van afpersing van een drugshandelaar. In oktober werd hij opnieuw opgepakt wegens openbare geweldpleging tegen allochtonen in Hoorn.
Het raadslid C.S. Rietveld uit Hoorn, tevens medewerker van de Tweede-Kamerfractie, werd op 4 maart aangehouden op verdenking van geweldpleging tegen een man die hem in Utrecht zou hebben uitgescholden voor fascist. Rietveld, die kort daarna weer vrij kwam, behield echter de steun van Janmaat.
Demonstraties
In de afgelopen jaren werden demonstraties van de Centrumdemocraten meestal verboden vanwege de kans op verstoring van de openbare orde. In Zwolle kreeg de CD echter wel toestemming van burgemeester J. Franssen (VVD) om op 24 februari onder bepaalde voorwaarden een demonstratie te houden. Aanleiding voor de betoging vormden de problemen die de CD ondervond om zaalruimte te huren voor partijbijeenkomsten. Zo had de vereniging Horeca Nederland haar leden opgeroepen de partij van Janmaat geen zalen te verhuren. De betogers die naar Zwolle kwamen - honderd volgens de pers, 350 volgens de CD - droegen leuzen met zich mee als 'Vol is vol' en 'Eigen volk eerst'. Sommigen zouden ook 'Nederland blank!' geroepen en de Hitlergroet gebracht hebben. Het openbaar ministerie zou in maart vervolging tegen hen instellen. De betoging verliep verder rustig. De voorzitter van de CD-kring Overijssel, J. de Jong, partijvoorzitter Janmaat en de voorzitter van de CP'86, H. Ruitenberg, spraken de betogers toe. 's Middags hielden ongeveer duizend leden van de Anti-Fascistische Aktie, de Samenwerkende Turkse Organisaties in Overijssel en anderen een tegendemonstratie, waarvoor burgemeester Franssen eveneens toestemming had gegeven. Zijn beleid had veel weerstand opgeroepen; Franssen stelde echter dat de huidige wetgeving hem weinig keus liet.
Sommige ambtsgenoten van Franssen dachten daar anders over en bleven demonstraties van CD en CP'86 verbieden. In Rotterdam verbood burgemeester A. Peper (PvdA) een betoging op 5 februari van het Comité Eerherstel Nationale Driekleur - zojuist opgericht door leden van CD en CP'86 - naar aanleiding van het besluit van enkele scholen, het demonstratief dragen van Nederlandse vlaggetjes op zogenaamde bomberjacks te verbieden. Enkele tientallen rechts-extremisten trotseerden echter het verbod, waarop een deel werd aangehouden door de politie. Onder de arrestanten bevonden zich bekende neo-nazi's als J. Glimmerveen en E. Homan, maar ook het Utrechtse raadslid en medewerker van de Tweede-Kamerfractie van de CD M. de Regt en het Rotterdamse raadslid J. Teijn.
In april vond opnieuw een illegale demonstratie van CD- en CP'86-aanhangers in Rotterdam plaats, in de buurt van een nieuw in te richten asielzoekerscentrum. Burgemeester Peper had wel toestemming gegeven voor een demonstratie elders in de stad, maar daar kwam niemand opdagen. Vier deelnemers van de illegale betoging werden aangehouden.
Burgemeester M. van Veelen (CDA) van Leerdam volgde een soortgelijke lijn. Hij gaf de CD en de CP'86 geen toestemming om de dramatisch verlopen bijeenkomst van 1986 in Kedichem te herdenken, maar wel om in Leerdam in de buurt van het station te demonstreren. In 1986 spraken bestuursleden van CD en CP'86 in een hotel in Kedichem over een fusie van beide partijen, totdat anti-fascistische actievoerders met rookbommen het hotel in brand staken (zie Jaarboek 1986 DNPP, blz. 25). Op de vlucht uit het hotel raakte mevr. W.B. Schuurman gewond en moest daarop haar been laten amputeren. Op 30 maart woonde ze met Janmaat de herdenkingsbijeenkomst in Leerdam bij, die tot vlak voor het einde rustig verliep. Tegenbetogers molesteerden toen enkele extreem-rechtse jongeren; zij bekogelden bovendien burgemeester Van Veelen met eieren uit protest tegen de toestemming die hij voor de herdenkingsbijeenkomst gegeven had.
Toenadering tot de CP'86
Bij de demonstratie in Zwolle hadden jonge leden van de CP'86 een ordedienst gevormd, waar Janmaat zeer over te spreken was. Ook bij de manifestaties in Rotterdam en Leerdam werd samengewerkt. In februari en maart voerde het dagelijks bestuur van de CD gesprekken met bestuursleden van de CP'86 over nauwere samenwerking, die uitmondden in een voorstel voor integratie van de CP'86 in de CD. Mede gezien de juridische procedures tegen de CP'86 zou deze moeten opgaan in de CD, waarbij CP'86-leden op de kandidatenlijst van de CD een plaats zouden krijgen.
Op 18 mei verwierp het congres van de CP'86 dit voorstel echter. Partijvoorzitter Ruitenberg trad daarop af. Hij zou later in 1996 voor zijn partij bedanken en adviseur van Janmaat worden. De verhouding tussen de radicaliserende CP'86 en de CD verkoelde hierna aanzienlijk. In Rotterdam stapte het gemeenteraadslid Teijn met drie deelgemeenteraadsleden in mei over van de CD naar de CP'86, omdat zij vonden dat 'politiek ook op straat moet worden gevoerd' en de CD daar te weinig actief was (Trouw, 25 mei 1996). 'Onze Rotterdamse raadsfractie bestaat alleen maar uit baantjesjagers die een gematigde oppositie voeren', verklaarde Teijn op een persconferentie (de Volkskrant, 25 mei 1996).
In juni werd De Regt geschorst - en in juli geroyeerd - wegens 'ongewenste contacten' met de CP'86. Een andere reden voor zijn schorsing en royement was zijn vermeende betrokkenheid bij de telefonische bedreiging van de Rotterdamse wethouder H. Simons (PvdA). De Regt sloot zich overigens niet aan bij de CP'86, maar overwoog een nieuwe partij op te richten.
Tussentijdse gemeenteraadsverkiezingen
De tussentijdse gemeenteraadsverkiezingen in Brabant betekenden voor de CD het verlies van alle acht zetels in de betrokken gemeenten. In een commentaar op de uitslag wees Rietveld op de zeer lage opkomst, vooral onder jongeren, die volgens hem vaak CD stemden. De wetenschappers P.W. Tops en J.G. van Donselaar verschilden van mening: de eerste gaf Rietveld gelijk, de tweede weet het verlies vooral aan het falen van CD-ers in de gemeenteraden.
Van de 78 zetels die de partij landelijk in 1994 gewonnen had, hield ze er eind 1996 niet meer dan veertig over - niet alleen door tussentijdse verkiezingen, maar vooral ook door afsplitsingen en raadsleden die hun zetel niet konden of wilden bezetten.
Crisis in Rotterdam
In december onthief partijvoorzitter Janmaat de fractievoorzitter in de Rotterdamse gemeenteraad W. van Ginneke uit zijn functie en verwijderde diens fractiegenoot J. Keijne uit het hoofdbestuur en het kringbestuur. De twee raadsleden hadden in zijn ogen verraad gepleegd aan de lijn 'Nederland in de eerste plaats voor de Nederlanders', door steun te verlenen aan een VVD-motie voor een anti-racismeproject in de Maasstad. Janmaat wees G. Rieff aan als fractievoorzitter; deze had die functie in de vorige raadsperiode (1990-1994) al bekleed.
Zoals hierboven al vermeld was een ander raadslid in Rotterdam in mei overgestapt van de CD naar de CP'86, ook omdat hij de tamelijk gematigde CD in Rotterdam te weinig actief op straat vond.
Congres
Op 20 december hield de CD haar jaarlijkse congres. Het Haarlemse raadslid W. Elsthout werd benoemd tot voorzitter van een commissie die het program voor de Tweede-Kamerverkiezingen van 1998 zou voorbereiden. Elsthout had ook het program voor de verkiezingen van 1994 ontworpen.
Laatst gewijzigd: | 06 februari 2023 15:28 |