Skip to ContentSkip to Navigation
Onderzoek DNPP Politieke partijen Algemeen Ouderen Verbond (AOV) Geschiedenis

AOV jaaroverzicht 1998

Uit: B. de Boer, P. Lucardie, I. Noomen en G. Voer­man, 'Kroniek 1998. Overzicht van de partijpolitieke gebeurte­nissen van het jaar 1998' in: G.Voerman (red.), Jaarboek 1998, Documentatiecentrum Nederlandse Politieke Partijen (Groningen 1999), 14-94, aldaar 26-29.

Inleiding

Voor het AOV en de andere ouderenpartijen begon 1998 goed maar eindigde het slecht. Bij de gemeenteraadsverkiezingen deden ze het over het algemeen goed, maar bij de kamerverkiezingen verloor het AOV alle zetels, ondanks de samenwerking met de Unie 55+. De van het AOV afgescheiden partijen, Seni­oren 2000 en Nieuw Solidair Ouderen Verbond, haalden evenmin een zetel.

Gemeenteraadsverkiezingen

De gemeenteraadsverkiezingen leverden voor de samenwerkende ouderenpartijen AOV en Unie 55+ een verrassende winst op: 47 zetels, in 35 gemeenten, terwijl ze in 1994 slechts tien zetels hadden verworven. Daarbij moet men wel bedenken dat AOV en Unie 55+ toen maar in enkele gemeenten meededen, als een soort try-out voor de Tweede-Kamerverkiezingen. In die gemeenten leden ze wel enig verlies: zo viel het AOV in zijn ’geboortestad’ Eindhoven terug van vijf naar drie zetels. De Seniorenpartij in Maastricht verloor één zetel. Over het algemeen wisten de ouderenpartijen zich het best te handhaven in grotere steden, al valt op dat ze geen zetels behaalden in Amsterdam en Den Haag – waar ze nog met elkaar concurreerden. In de gemeenten waar wel zetels werden behaald, hadden zij hun lijsten gecombineerd of nam slechts één van de partijen deel. Het hoogste stemmenpercentage haalde de combinatie AOV/Unie 55+ in Maassluis (14%), gevolgd door Den Helder (9%) en Lelystad (7%).

Kandidaatstelling en programma Tweede-Kamerverkiezingen

In 1997 hadden AOV en Unie 55+ besloten, samen aan de Tweede-Kamerverkie­zingen deel te nemen. De partijbesturen hadden in november van dat jaar als lijsttrekker voorgedragen A. Scheltens, voorzitter van de AOV/Unie 55+ fractie in de Provinciale Staten van Noord-Brabant (zie Jaarboek 1997 DNPP, blz. 19­20 en 57-58). Bij de Tweede-Kamerverkiezingen van 1994 had hij op de tweede plaats van de kandidatenlijst van de Unie 55+ gestaan. Voor de tweede plaats op de lijst van AOV/Unie 55+ werd A. van Maanen voorgedragen, de voorzitter van de AOV-fractie in de Groninger Staten. Op 7 februari 1998 keurde de algemene ledenvergadering van het AOV de voor-gestelde kandidatenlijst goed. Ook met het ontwerpverkiezings-program kon de ledenvergadering instemmen. Anders dan in het verleden vaak het geval was geweest, verliep deze vergadering in een goede sfeer.

Binnen de Tweede-Kamerfractie bleek de onderlinge verstandhouding minder goed. In april verliet W. J. Verkerk de fractie vanwege de ’aanhoudende strubbelingen’ (de Volkskrant, 1 april 1998). Hij ontkende dat zijn vertrek verband hield met het feit dat hij geen verkiesbare plaats op de nieuwe kandidatenlijst had gekregen. De fractie van het AOV, die in 1994 zes personen had geteld, bestond nu nog uit één persoon, C.S. van Wingerden, die zich overigens zelf niet herkiesbaar had laten stellen.

Tweede-Kamerverkiezingen

Het AOV voerde een bescheiden campagne – voor ongeveer 50.000 gulden, schatte een medewerker – waarbij kandidaten onder meer met een caravan langs bejaardencentra trokken. De nadruk viel op de AOW, die men met 45 gulden per week wilde verhogen.

In de peilingen stonden de ouderenpartijen er slecht voor: hooguit één zetel zou hun ten deel vallen. De werkelijkheid viel nog meer tegen: bij de kamer­verkiezingen werd geen enkele zetel behaald. Onderlinge verdeeldheid had niet alleen veel kiezers waarschijnlijk afgeschrokken, maar ook de spoeling te zeer verdund. Naast AOV/Unie 55+ namen immers ook Senioren 2000 en het Nieuw Solidair Ouderen Verbond (NSOV) aan de verkiezingen deel. Samen haalden ze ruim 1% van de stemmen, wat zeker voldoende voor een zetel zou zijn geweest. De lijst van AOV/Unie 55+ kwam met 0,5% in de buurt van een zetel.

Europees Parlement

In maart sloten twee leden van het Europees Parlement, J.L. Janssen van Raay en mevr. L.G.L. van Bladel, zich bij AOV/Unie 55+ aan. Eerstgenoemde was lid van het partijbestuur van het CDA geweest en sinds 1986 namens deze partij lid van het Europees Parlement. Hij had na een conflict in 1996 de christen­democratische fractie verlaten om zich aan te sluiten bij de Unie voor Europa, een gematigd nationalisti-sche fractie waarin de Franse neo-gaullisten een belangrijke rol speelden (zie Jaarboek 1996 DNPP, blz. 33-34). Op de kandi­datenlijst van AOV en Unie 55+ voor de Tweede Kamer kwam Janssen van Raay als lijstduwer op de 29ste plaats te staan. Van Bladel was sinds 1994 lid van de sociaal-democratische fractie (namens de PvdA) en had zich na onenig­heid met haar fractiegenoten in 1996 al bij de

Unie voor Europa aangemeld (zie Jaarboek 1996 DNPP, blz. 63). De Unie 55+ had al eerder een samenwerkings­overeenkomst met de Unie voor Europa gesloten.

Nieuw Solidair Ouderen Verbond (NSOV)

Het NSOV werd officieel in januari 1998, maar feitelijk al in december 1997 opgericht door M.C. Batenburg, die in 1993 ook het AOV had opgericht en zich daaruit eind 1997 terug had getrokken (zie Jaarboek 1997 DNPP, blz. 20; zie over het NSOV ook de bijdrage van A.P.M. Lucardie elders in dit Jaarboek). Naar zijn mening waren in het Verbond teveel carriërezoekers op bestuurlijke posten gekomen; ’oude getrouwen zijn buiten de boot geraakt of buiten de boot gesmeten’ (Nederlands Dagblad, 8 januari 1998).

Het NSOV haalde evenmin een zetel in de Tweede Kamer. Inofficieel werd deze partij echter in de Eerste Kamer vertegenwoordigd door Batenburg, die daar in 1995 op de lijst van het AOV was gekozen.

Senioren 2000/Groep-Nijpels

Senioren 2000 was in 1995 ontstaan als afsplitsing van het AOV en werd in de Tweede Kamer vertegenwoordigd door de Groep-Nijpels. Fractievoorzitter mevr. H.M. Nijpels-Hezemans was al in 1997 door het congres van Senioren 2000 als lijstaanvoerder gekozen (zie Jaarboek 1997 DNPP, blz. 21). De ledenvergadering stelde op 7 februari 1998 de hele kandidatenlijst vast. Het Tweede-Kamerlid R.A. Meijer kwam op de tweede plaats te staan, de fractie­medewerker E. van den Berg op de derde. Het derde lid van de Groep-Nijpels, mevr. E.G. Aiking-van Wageningen, had zich niet meer verkiesbaar gesteld. Nijpels voerde in april zelfs campagne langs de Spaanse kust, om de kiezers die zich daar hadden teruggetrokken op te roepen toch (per post) hun stem uit te brengen. Senioren 2000 legde in de campagne de nadruk op inkomenszekerheid en verbetering van de gezondheidszorg, in het bijzonder in ziekenhuizen en verpleegtehuizen.

Senioren 2000 behaalde bij de kamerverkiezingen slechts 0,4% van de stemmen, en dus geen zetel. Op 19 mei maakte haar enige senator, J. Hendriks, tevens vicevoorzitter van de partij, bekend dat hij al vanaf 1 maart lid was geworden van het CDA (zie in deze Kroniek onder CDA). Bij de gemeenteraadsverkiezingen had Senioren 2000 zetels gewonnen in Heumen (Gelderland), Breukelen en Nieuwegein.

Het Wetenschappelijk Instituut van de partij gaf in 1998 twee brochures uit. De emeritus-hoogleraar N. Tiemstra, die in 1994 het programma voor het AOV had ontworpen, schreef de studie Nadere verkenningen van het AOW-labyrint -over de financiering en toekomst van de AOW. Mevr. M. Mozes-Philips, mede­werkster van het Wetenschappelijk Instituut, deed in het rapport Demotie of employability? Kansen voor de oudere werknemer op de arbeidsmarkt verslag van een literatuuronder-zoek naar beeldvorming van ouderen in het arbeids­proces, dat zij in samenwerking met het bureau GITP Beloningsmanagement had verricht.

Groep-Hendriks

Th.J.M. Hendriks, in 1994 ook op de lijst van het AOV gekozen maar al na enkele maanden een onafhankelijk kamerlid geworden (en in het officiële taalgebruik van de Tweede Kamer aangeduid als ’Groep-Hendriks’), stelde zich in 1998 niet meer verkiesbaar. Hij trok zich verbitterd uit de politiek terug, tot de conclusie gekomen dat ’de reële besluitvormende macht van de Staten-Generaal volledig (is) uitgehold’ en dat kamerleden meer bezig zijn elkaar verdacht te maken dan een serieus debat te voeren (Trouw, 4 maart 1998).

Laatst gewijzigd:06 februari 2023 15:07