Biografie Joseph Kotälla
Een ‘mensch-duivel’, noemde de voormalige verzetskrant Het Parool hem kort na de oorlog. De krant deed in november 1945 verslag van het opgraven van de slachtoffers van Joseph Kotälla in de omgeving van het Duitse concentratiekamp Amersfoort. De kleine SS’er gedroeg zich in de oorlogsjaren als plaatsvervangend kampcommandant uiterst wreed en gaf leiding aan meerdere vuurpelotons. De krant stelde dat Kotälla ‘zijn hoogste genot vond in het aanschouwen van in pijn gekromde lichamen en de doodangst in de ogen van de stervenden’.
Na een kort proces werd Kotälla eind 1948 door het Bijzonder Gerechtshof in Amsterdam ter dood veroordeeld voor het op grote schaal mishandelen en vermoorden van gevangenen. De straf werd in 1951 door de Bijzondere Raad van Cassatie omgezet in levenslang, omdat Kotälla verminderd toerekeningsvatbaar zou zijn. Hij stierf in juni 1979 in de koepelgevangenis in Breda. Ruim dertig jaar na zijn dood geldt Kotälla in het collectieve Nederlandse geheugen nog altijd als de belichaming van het kwaad. Een slechtere ‘Duitser’ liep er in de oorlog niet rond in Nederland.
Hoe uitgesproken het beeld van Kotälla ook is, zo weinig onderzoek is er gedaan naar zijn leven en optreden tijdens de oorlog. Met deze biografie wordt deze leemte opgevuld.
Dit onderzoek brengt gedetailleerd Kotälla’s problematische jeugd in kaart in het door etnische conflicten gedomineerde Opper-Silezië. Zijn carrière in het Duitse leger die volgde na de Duitse inval in Polen, wordt nauwgezet beschreven.
Na een korte periode aan het Oostfront werd hij overgeplaatst naar Nederland. Zijn werk in Kamp Amersfoort vormt een belangrijk bestanddeel van dit onderzoek. Nagegaan wordt in hoeverre Kotälla met zijn wrede optreden in het concentratiekamp een uitzondering was, in vergelijking met andere kampbewakers. Door onderzoek te doen naar deze plaatsvervangend commandant wordt een niet eerder gehanteerd deelnemersperspectief geboden op het beruchte kamp in Amersfoort, namelijk dat van de ‘daders’. Op basis van niet eerder geraadpleegde bronnen en getuigenissen wordt ook duidelijk welk beeld Kotälla van zichzelf had.
De naoorlogse berechting van Joseph Kotälla en de slepende discussie over zijn vervroegde vrijlating zijn tot op heden onderzocht vanuit de politieke en maatschappelijke discussie over hoe om te gaan met oorlogsmisdadigers. Dit onderzoek daarentegen richt zich in de eerste plaats op de achtergronden, motieven en interpretaties van Kotälla. Hoe keek hij terug op zijn leven, hoe zag hij zijn aandeel aan de Tweede Wereldoorlog en hoe ging hij om met de langdurige gevangenisstraf die hem werd opgelegd?
De begeleidingscommissie bestaat uit prof.dr. J.W. Renders en dr. H. Piersma (NIOD).
Richard Hoving (1971) is historicus en journalist. In 2011 publiceerde hij Het ‘foute’ kamp. De geschiedenis van het Amersfoortse interneringskamp Laan 1914 (1945-1946).
Email: rhoving@hotmail.com
Persbericht Prometheus
- Recensie op Biografieportaal.nl
- Interview Trouw
- Interview Ukrant
- Interview de Volkskrant
- Artikel in Reformatorisch Dagblad
- Interview Dagblad van het Noorden
- Artikel in AD
- Recensie in Nederlands Dagblad
- Recensie in Historisch Nieuwsblad
- Interview bij OVT op Radio 1
- Interview website RuG
Laatst gewijzigd: | 03 augustus 2021 10:49 |