7 mei 2012: lezing Rob Ruggenberg
Op een dag in 1624 stappen Nederlandse zeelieden aan wal bij een dorpje op Groenland. Voor het eerst van hun leven zien deze Groenlanders blanken. Het wordt een ontmoeting met dramatische gevolgen. De Nederlandse stuurman Willem Ys schrijft later dat bij hun overhaaste vlucht “twee Groenlanders wierden gevat, dat de eene stierf, en dat de andere eenigszins Nederlandsch leerde; en na twee Jaer weder derwaerts wierd gebragt...”
Schrijver Rob Ruggenberg, die zich specialiseert in historische jeugdromans, beet zich vast in dit gegeven. Hij dook de archieven in en reconstrueerde wat er met de ontvoerde Groenlanders is gebeurd. Ruggenberg ontdekte hoe en waaraan de ene Groenlander stierf, en hoe de ander – een jongen – als kermisattractie door Nederland werd gevoerd. De jongen moest kunstjes doen, zoals het rauw opeten van meeuwen en vissen die hij schoot. Daarmee wist hij in Den Haag zelfs de stervende prins Maurits te vermaken. Ruggenberg reisde ook naar het inmiddels vergeten walvisvaarderseiland Jan Mayen, en verbleef enkele maanden in West- en Oost-Groenland, waar hij bij Inuit logeerde.
Het boek IJsbarbaar dat hij vervolgens schreef, en dat eind vorig jaar uitkwam, wordt in recensies alom geprezen als een spannend en indrukwekkend boek, dat het verleden op aangrijpende wijze tot leven brengt. De schrijver wordt vaak betiteld als de opvolger van Thea Beckman.
Tijdens een Imaka-lezing op 7 mei in het Arctisch Centrum in Groningen vertelt Ruggenberg hoe en waar hij de brief van stuurman Willem Ys vond. Hij vertelt over de hulp die hij bij zijn historisch onderzoek heeft gehad, onder meer van antropologe Cunera Buys, conservator poolgebieden van Museum Volkenkunde in Leiden. Hij vertelt ook over de Inuit die hem meenamen naar het ijs en hem lieten zien ze hoe de poolwinters overleven.
Uiteraard zijn er na afloop van de lezing gesigneerde exemplaren van zijn boek te koop.
Laatst gewijzigd: | 06 mei 2019 09:43 |