Het Rölinggebouw
Welkom in het Rölinggebouw
In augustus 2023 is de Faculteit Rechtsgeleerdheid verhuisd van het Harmoniegebouw aan de Oude Kijk in 't Jatstraat 26 naar het Rölinggebouw aan de Oude Boteringestraat 18. De nieuwe huisvesting biedt ons de ideale gelegenheid om gebouw, organisatie, onderwijs en onderzoek op elkaar af te stemmen. Waar we eerder versnipperd waren over meerdere locaties, hebben we nu een eigen plek met een eigen identiteit op één locatie.
Vernoemd naar prof. Bert Röling
Het nieuwe gebouw heeft de naam 'Rölinggebouw' gekregen, vernoemd naar prof. Bert Röling. Hij was van 1949 tot zijn overlijden in 1985 hoogleraar strafrecht, strafvordering en criminologie aan onze faculteit. Na zijn rechtenstudie promoveerde hij in 1933 op het proefschrift 'De wetgeving tegen de zogenaamde beroeps- en gewoontemisdadigers'. Hij werd benoemd tot privaatdocent in de penologie (strafwetenschappen) en het penitentiair recht aan de universiteit van Utrecht. De eerste mijlpaal in de loopbaan van Röling was de oprichting van het Criminologisch Instituut te Utrecht, het eerste in Nederland.
Door zijn benoeming tot rechter in het oorlogstribunaal te Tokio in 1946 kwam Röling in aanraking met het volkenrecht. Daarna werd hij lid van de Nederlandse delegatie bij de Verenigde Naties, waar hij zich heeft beziggehouden met internationale geschillen. Hij verwierf bekendheid in deze functie doordat zijn opvattingen regelmatig van die van de meerderheid afweken.
In 1949 werd Röling benoemd tot hoogleraar strafrecht, strafvordering en criminologie te Groningen. Als strafrechtgeleerde genoot hij groot gezag door zijn veelal uitnemende annotaties van strafvonnissen. Al snel kwam echter het zwaartepunt van zijn wetenschappelijke activiteiten te liggen in het internationaal oorlogsstrafrecht en in het oorlogsvraagstuk en het volkenrecht in het algemeen. In 1957 werd zijn leeropdracht daarom uitgebreid met het internationaal recht.
Als hoogleraar richtte Röling in 1962 het Polemologisch Instituut in Groningen op, om oorzaken van oorlog en voorwaarden voor vrede te onderzoeken. Hij vervulde vanuit deze functie tot zijn dood in 1985 een centrale rol in de voortdurende (inter-)nationale discussie over vredes- en veiligheidsbeleid op zowel het wetenschappelijke als politieke vlak.
Laatst gewijzigd: | 24 september 2024 16:51 |