Annotatie bij Hoge Raad 20 februari 2007 (Weigering preventieve fouillering)
Gepubliceerd in: AB 2007 , 259
Samenvatting: Bij een strafrechtelijke vervolging ter zake van art. 184 Sr dient de rechter te onderzoeken of het in de tenlastelegging genoemde wettelijke voorschrift verbindend is en of het daarop gegronde bevel rechtmatig is gegeven. Het gaat immers om bestanddelen van het in art. 184 Sr opgenomen misdrijf. Tot het geheel van wettelijke voorschriften dat op het onderhavige bevel van toepassing is, dient niet alleen art. 52, derde lid, WWM, maar ook art. 151b Gemeentewet en de op die bepaling gebaseerde verordening van de raad van de gemeente te worden gerekend.
Datum uitspraak: 2007-02-20
Door J.G Brouwer en A.E Schilder
Laatst gewijzigd: | 12 april 2021 16:06 |