Gebiedsontzeggingen in het systeem van het openbare-orderecht
Bij de handhaving van de openbare orde maken burgemeesters in toenemende mate gebruik van maatregelen die de bewegingsvrijheid van burgers beperken. Dit gebeurt op basis van de APV, als ook op grond van de lichte bevelsbevoegdheid in de Gemeentewet. Hierbij wordt zowel in de bestuurspraktijk als in de rechtspraak onvoldoende onderscheid gemaakt tussen de aard van deze verschillende bevoegdheden. Vergeten wordt dat de maatregelen ter onmiddellijke handhaving van de openbare orde vanwege hun geringe democratische legitimatie slechts onder zeer specifieke condities kunnen worden ingezet. Bewegingsbeperkende maatregelen op basis van de APV roepen weer andere rechtstatelijke problemen op. Niet-naleving van een gemeentelijke verordening is een overtreding, het negeren van een burgemeesterlijke gebiedsontzegging levert een misdrijf op. In de praktijk is het verleidelijk nog slechts op misdrijfniveau te vervolgen. De auteurs bespreken deze ontwikkelingen en beogen bij te dragen aan een meer systematische beoefening van het openbare-orderecht.
Door: prof. mr. J.G. Brouwer en prof. mr. A.E Schilder
Laatst gewijzigd: | 25 mei 2021 11:03 |