Wtv óf dividend, of wtv én dividend?
Auteur: O. Couwenberg
ASML, een chipmachinefabrikant, heeft in de werktijdverkortingsregeling (wtv) ongeveer € 15 miljoen toegekend gekregen van de overheid. ASML is van plan om in 2009 over het jaar 2008 een dividend uit te keren van € 86 miljoen aan aandeelhouders op een winst van € 322 miljoen. Eind 2008 had het bedrijf nog € 1,1 miljard in kas (€ 15 miljoen is daarvan iets meer dan 1%). De PvdA is verbijsterd: het kan toch niet zo zijn dat het bedrijf een door de overheid gesubsidieerde mogelijkheid gebruikt om kosten te besparen en daarnaast haar aandeelhouders een dividend verstrekt. De implicatie is dat het bedrijf geld genoeg heeft (of had) om zelf de broek op te houden – in ieder geval enige tijd.
Van diverse zijden (zie FD 19 januari) worden argumenten aangedragen waarom dit niet zo gek is als het lijkt: ook aandeelhouders hebben het moeilijk, de beursmalaise hakt er ook voor hen hard in, de band met aandeelhouders moet niet verloren gaan – zeker niet bij een conjunctuurgevoelig fonds als ASML, en dividend uitkeren mag wel, bonussen mogen niet.
Governance of niet, conjuntuurgevoelig of niet, arme aandeelhouders of niet, bonussen of niet, punt is dat de regeling beoogt bedrijven via de WW-regeling te subsidiëren. Het wegvallen van omzet betekent het wegvallen van werk, teveel medewerkers in dienst betekent teveel kosten en dat betekent verlies. De wtv-regeling staat toe om personeel tijdelijk onder te brengen in de WW, waarbij vervolgens het bedrijf de uitkering aanvult. Dit scheelt natuurlijk aanzienlijk in de kosten, kan daarmee voorkomen dat verliezen ontstaan of verergeren en een faillissement voorkomen.
In deze tijden van crisis draait het om liquiditeit. Banken zijn huiverig dit te verstrekken. De conjunctuur zal waarschijnlijk nog verder tegen gaan zitten en meer bedrijven zullen verliezen rapporteren die de aankomende periode nog verder zullen gaan oplopen. Een dividenduitkering vermindert de liquiditeit en daarmee in deze tijden van crisis direct het uithoudingsvermogen van een bedrijf. Dit heeft een voordeel en een nadeel. Het voordeel is dat het bedrijf direct moet saneren om het hoofd boven water te houden: er is geen tijd te verliezen, omdat de liquiditeiten er niet zijn. Als het dit goed doet, komt ASML misschien beter uit de crisis. ASML heeft een paar maanden gesubsidieerd de tijd gehad om hierover na te denken en hoe de bakens te verzetten. Dank aan minister Donner. Het nadeel is natuurlijk dat ASML meer en sneller zal moeten snijden in personeel, dan wel eerder faillissement zal moeten aanvragen, omdat de liquiditeiten er niet meer zijn. Een curator zal zich moeten afvragen of hier geen sprake is van paulianeus handelen: het onterecht bevoordelen van een bij de onderneming betrokken partij in het zicht van faillissement.
Gezien de financiële positie van ASML einde 2008 is di e € 15 miljoen natuurlijk een druppeltje. De geschetste dramatiek is dus slechts beperkt van toepassing. ASML kan zichzelf nog een aardige tijd drijvende houdende en heeft de subsidie niet nodig. Maar waarom een subsidie niet gebruiken als deze wel beschikbaar is?
De boodschap aan minister Donner is duidelijk: strenger selecteren bij de poort van de wtv-regeling. Deze is er niet om op een of andere wijze bij te dragen aan het subsidiëren van een dividenduitkering aan aandeelhouders. Het leergeld is nu betaald, laat de overheid voor de volgende keer de les tot zich nemen.
Oscar Couwenberg
Laatst gewijzigd: | 16 december 2015 11:00 |