In de p(r)ut
Auteur: O. Couwenberg
Het kan verkeren. Tot de zomer had niemand het idee dat het zo mis kon gaan, maar sinds september zitten we in de put. En het lijkt erop dat we steeds dieper in die put komen te zitten. Het kabinet heeft ook een strategie ontwikkeld om het nieuws naar de burger te brengen. Het begon met geruststellen, maar met het verergeren van de situatie begon zij dit gradueel te erkennen en burgers voor te bereiden op slechtere tijden. Wat dat betreft kan het kabinet nu niet verweten worden de economie de put in te praten. Ze masseert eerder de berichtgeving, terwijl tegelijkertijd op ongekende schaal wordt geïntervenieerd in de financiële sector.
In ieder geval is duidelijk dat 2009, hoewel nog niet eens begonnen, economisch als een verloren jaar kan worden beschouwd. Misschien moeten we oud-en-nieuw maar overslaan? De groei is eruit, sterker nog er is sprake van een recessie. Het kabinet heeft dat ook toegegeven. We zitten dus niet meer in de put, we zitten in de prut. Grote voordeel hiervan kan zijn dat het alleen nog maar beter kan. Het is vanuit het dal makkelijker omhoogklimmen dan als je al boven op de berg staat. Alleen is onduidelijk hoe lang het dal is. Dit kan zich uitstrekken tot in 2010, somberen sommigen.
Wat te doen? Ten eerste heeft het kabinet al de nodige stimulerende maatregelen aangekondigd dan wel lapmiddelen uit de kast getrokken om de economie te ondersteunen. Tevens is de al stimulerende begroting voor 2009 gehandhaafd. Dit moet nu eerst zijn werk doen.
Ten tweede is de begroting niet in steen gebeiteld. Mocht de situatie nog verder verslechteren (wie zegt dat het dal een gelijkmatig niveau heeft) dan zal toch ook de begroting wellicht opengebroken moeten worden. Dat wil het kabinet nu nog niet en zal het ook niet zeggen, maar als puntje bij paaltje komt zal dat natuurlijk wel gebeuren. Dan kan het twee kanten op: bezuinigen of verder stimuleren. Afhankelijk van de situatie ten aanzien van de overheidsfinanciën en de stand van de economie zal het bezuinigen worden als er een voorzichtig herstel te zien zal zijn of aan de horizon gloort. Als dat niet het geval is en er nog steeds sprake is van vraaguitval dan zal het zinnig zijn overheidsinvesteringen naar voren te halen (bijvoorbeeld in de woningbouw en infrastructuur). Dit heeft Frankrijk al aangekondigd te doen. Echter gezien de maatregelen die al genomen zijn en het langzamerhand leeg raken van de financiële gereedschapskist, lijkt het mij goed dit nog even achter de hand te houden.
Ten derde is er nog het probleem van de stokkende kredietverlening. Dit zet een rem op het herstel van de economie. Dit punt is het moeilijkste op te lossen. Indien het banken niet lukt om de kwaliteit van de leningenportefeuille te verbeteren, blijft de rem op de kredietverlening bestaan. Het afzinken van de slechte onderdelen van de portefeuille in een aparte bank zou dan wel eens de enige oplossing kunnen zijn. Gezien de impact van dit middel is het niet verwonderlijk dat hierover in Nederland nog niet wordt gesproken.
Voor wat betreft de eerste twee punten ligt het kabinet op schema. Dit lijkt dus allemaal erg zinnig en competent economisch management. Ten aanzien van het derde punt wordt de situatie vooral bekeken en komt vanuit verschillenden hoeken peptalk. Dit wil wel helpen voor het lokale voetbalteam, maar zou voor de managementteams van banken onvoldoende zoden aan de dijk kunnen zetten. Ten slotte als uitsmijter de observatie dat de huidige crisis het kenmerk heeft om onverwacht uit de hoek te komen. Zoals gezegd 2009 mag dan een verloren jaar lijken, maar overslaan kunnen we het niet. Ik ga toch mijn eigen vuurwerk vast bestellen.
Oscar Couwenberg
Hoogleraar rechtseconomieLaatst gewijzigd: | 08 april 2016 10:12 |