Franse reflexen, presidentiële ADHD en de regulering van de economie
Auteur: O. Couwenberg
De euforie over de Europese eensgezindheid over het reddingsplan is nog niet weggeëbd of de standaard Europese nationale reflexen spelen alweer op. President Sarkozy van Frankrijk gaat hierin zoals gewoonlijk het verst. Nu de financiële sector is gered, dient ook de rest van de economische en dan vooral de (Franse) industrie te worden gered van het veelkoppige marktmonster. Nu is Sarkozy wel vaker hyperactief, maar dit lijkt meer op een president die vergeten is zijn ADHD medicijn te slikken. Waar eerder mogelijk sprake was van te weinig en te laat, kan nu sprake zijn van te veel en te vroeg.
Dat de financiële crisis zijn weerslag heeft en zal hebben op de reële economie in voor zowel economen als politici nog onbekende omvang moge duidelijk zijn. Dit rechtvaardigt niet nu al fors ingrijpen door de overheid.
Ten eerste verzwakt staatsteun de prikkels voor bedrijven tot aanpassing en innovatie. De overheid heeft, zeker ook niet in Frankrijk, een geweldig track record in het ondersteunen van het bedrijfsleven. Bescherming tegen de concurrentie van buiten is populistisch makkelijk maar op termijn dodelijk voor een competitieve economie. De Verenigde Staten rijden hierin ook een scheve schaats. In het steunplan van $ 700 miljard zijn ook steunmaatregelen voor de industrie ingeslopen ten einde het door het Congress te loodsen. Fout.
Ten tweede speelt het probleem van willekeur. Welke sector wel te steunen en welke niet? Zelfs Frankrijk zal niet in staat zijn alle sectoren te steunen. Dat “communistische” experiment hebben we toch al enige tijd achter ons gelaten.
Ten derde loert het gevaar dat fout gedrag wordt beloond. De autofabrikanten hebben een steunvraag neergelegd van € 40 miljard onder het mom van het ontwikkelen van een groene(re) auto en een sloopprogramma voor oude auto’s. In de directiekantoren van de autofabrikanten zullen ze wel hebben gedacht dat nu bankiers voor pervers gedrag worden beloond, politici er toch ook niet onderuit kunnen om een bewust gebrek aan innovatie in de autosector te belonen. Hopelijk hebben onze politici ruggengraat genoeg om slechts eenmaal over te gaan tot het accepteren van dit soort van gedrag en niet vaker.
Ten vierde mag Sarkozy dan wellicht voldoende tijd en energie hebben om persoonlijk grote delen van de economie onder zijn beheer te hebben, het is toch erg twijfelachtig of dergelijke competenties ook te vinden zijn onder de beleidsdienaren van de president.
Op dit moment is het meest voor de hand liggende instrument ter stabilisering van de reële economie het ondersteunen van de kredietverlening door de Europese Centrale Bank - via de kanalen van de gewone banken - aan de reële sector. Verder ingrijpen in de vorm van het nemen van aandelenbelangen dan wel subsidiëren van sectoren lijkt nu verspilling van overheidsgeld (lees belastinggeld).
Laatst gewijzigd: | 16 december 2015 10:56 |