Harde aanpak uitkeringsfraude werkt averechts
De harde aanpak van uitkeringsfraude, waarbij de nadruk ligt op boetes en straffen, werkt in de praktijk averechts. Deze aanpak is veel minder effectief dan vaak wordt gedacht en leidt tot een verslechtering van het contact tussen uitkeringsgerechtigden en uitvoeringsinstanties. Medewerkers van UWV en sociale dienst wijken in hun dagelijks werk bovendien regelmatig af van de strenge regels. Dit zijn de belangrijkste conclusies van een vierjarig onderzoek dat is uitgevoerd aan de Rijksuniversiteit Groningen, met financiële ondersteuning van Instituut Gak. Het onderzoek wordt op 28 juni gepresenteerd in Perscentrum Nieuwspoort in Den Haag.
Een onderzoeksteam van de Rijksuniversiteit Groningen heeft, onder leiding van hoogleraar rechtssociologie Marc Hertogh , in de periode 2014-2018 onderzoek verricht naar de handhaving van de socialezekerheidswetgeving. Voor dit onderzoek is gebruik gemaakt van een landelijke enquête onder meer dan duizend uitkeringsgerechtigden en van interviews en observaties bij UWV en sociale dienst. Het blijkt dat de meeste uitkeringsgerechtigden de verplichtingen die horen bij hun uitkering goed naleven. Desondanks vinden uitkeringsgerechtigden dat hun uitvoeringsinstantie zich vaker opstelt als een ‘politieagent’ (die straffen oplegt als zij zich niet aan de regels houden) dan als een ‘begeleider’ (die hen helpt bij het nakomen van hun verplichtingen). Uit het onderzoek blijkt geen aantoonbaar verband tussen ‘repressieve’ handhaving en naleving. Een aanhoudende harde opstelling bij een grote groep welwillende uitkeringsgerechtigden vergroot bovendien de kloof tussen burgers en uitvoeringsinstanties en kan ertoe leiden dat uitkeringsgerechtigden op termijn de regels niet beter maar juist slechter gaan naleven. Het onderzoek laat ook zien dat medewerkers van uitvoeringsinstanties tussen de regels door hun eigen weg zoeken. Hierdoor ontstaan er grote verschillen tussen UWV en sociale dienst, maar ook binnen verschillende vestigingen van deze instanties.
De onderzoekers concluderen dat het nalevingsniveau in de sociale zekerheid niet zozeer is gebaat bij ‘meer’ handhaving, maar bij ‘slimmere’ handhaving. De effectiviteit van de handhaving in de sociale zekerheid wordt niet alleen bepaald door hardere of softere maatregelen, maar ook door de mate waarin de handhavingsstijl is afgestemd op de specifieke achtergronden en verwachtingen van de uitkeringsgerechtigde.
Het onderzoek is te downloaden via de kennisbank van Instituut Gak.
Dit bericht is geplaatst door de Faculteit Rechtsgeleerdheid.
Laatst gewijzigd: | 17 juli 2023 10:20 |
Meer nieuws
-
16 december 2024
Liekuut | Alette Smeulers: ‘Schending van mensenrechten gaat óók over ons’
'Mensenrechten zijn niet politiek, maar we maken wel op politieke basis de keuze om ons wel of niet uit te spreken: wél tegen Rusland, niet tegen Israël.’ Dat is gevaarlijk, zegt Alette Smeulers, hoogleraar internationale misdrijven. ‘Als we toestaan...
-
18 november 2024
Groter dan femicide alleen - de rol van gender in geweld
In de media en in de politiek is er steeds meer aandacht voor femicide. Zo is er een wetsvoorstel om psychisch geweld strafbaar te stellen. Martina Althoff, universitair hoofddocent Criminologie, juicht dat toe, maar is tegelijkertijd ook kritisch....
-
09 oktober 2024
Het afnemen van getuigenverklaringen in strafzaken automatiseren met behulp van AI
Kan het afnemen van getuigenverklaringen in strafzaken worden geautomatiseerd met behulp van kunstmatige intelligentie (AI)? De Rijksuniversiteit Groningen (RUG), Capgemini Nederland en Scotty AI hebben vandaag een letter of intent getekend om...