Morganatisch burgerschap

Burgerschap en politieke representatie van de overzeese burger in het Koninkrijk

Gohar Karapetian behandelt in haar proefschrift de rechtsverhouding die de overzeese burger heeft tot verschillende rechtsordes waarvan hij deel uitmaakt, zijnde de rechtsorde van het Koninkrijk der Nederlanden en de Europese Unie. Een van de conclusies is dat de Nederlander overzee een inniger rechtsverhouding heeft tot de rechtsorde van de Europese Unie dan tot de rechtsorde van het Koninkrijk der Nederlanden.

Het burgerschap van het Koninkrijk der Nederlanden is een lastig leerstuk in de staatsrechtleer. De kritiek die het Nederlanderschap te verduren heeft gehad en nog steeds heeft, is dat het op essentiële punten afwijkt van het burgerschap van andere mogendheden. Gohar Karapetian analyseert in haar proefschrift het begrip burgerschap vanuit zijn vroegste oorsprongen tot in de moderne tijd en typeert het als een ontwikkeling van bloei en verval, waarbij terugkerende elementen zijn continuïteit markeren. In het licht van deze analyse wordt het Nederlanderschap vanuit een conceptueel-theoretisch en rechtsvergelijkend Frans en EU-perspectief bestudeerd en geduid. Karapetian brengt de verschillende perspectieven samen om een oordeel te geven over de aard van de rechtsorde van het Koninkrijk: deze is in zekere zin gemankeerd, omdat het Koninkrijk er nimmer in is geslaagd om het door hem toegekende staatsburgerschap een materiële invulling te geven. Het proefschrift toont aan dat deze keuze lange en diepe wortels heeft in de Nederlandse staatkundige geschiedenis. In een grondige studie van de constitutionele rechtspositie van de overzeese burger worden de mankementen van de huidige regeling in theoretische en praktische zin blootgelegd en van commentaar voorzien. Het proefschrift biedt hiermee een helder kader voor een nadere afbakening en definiëring van een eeuwenoud concept in de rechtsorde van het Koninkrijk der Nederlanden.

Proefschrift: http://hdl.handle.net/11370/14851598-4357-4038-a95f-a82cfc3aeff8