Effective public enforcement of cartels: explaining the high percentages of litigation and successful litigation in the Netherlands
Promotie: | Mw. A. Outhuijse |
Wanneer: | 25 juni 2019 |
Aanvang: | 16:15 |
Promotors: | prof. mr. dr. J.H. (Jan) Jans, prof. mr. dr. H.H.B. (Hans) Vedder |
Waar: | Martinikerk Franeker |
Faculteit: | Rechtsgeleerdheid |
Veel succesvolle procedures tegen Nederlandse kartelboetes
De Nederlandse handhaving van het Europese en Nederlandse kartelverbod wordt gekenmerkt door opvallend hoge percentages van succesvol procederen. Annalies Outhuijse heeft hier voor haar promotie onderzoek naar gedaan.
De effectieve handhaving van het kartelverbod door de Autoriteit Consument en Markt (ACM) is een terugkerend thema. De ACM, de Nederlandse mededingingsautoriteit, kan aanzienlijke boetes opleggen voor inbreuken op het kartelverbod. Nadat de autoriteit haar eigen boetebesluit heeft heroverwogen in de bezwaarprocedure, staat beroep en hoger beroep open bij de Rechtbank Rotterdam en het College van Beroep voor het bedrijfsleven (hierna: CBb). De aanleiding voor Outhuijses onderzoek was de observatie dat de Nederlandse handhaving van het Europese en Nederlandse kartelverbod wordt gekenmerkt door hoge percentages van procederen en succesvol procederen. Als gevolg hiervan lijken de juridische procedures voor het oplossen van geschillen (bezwaar, beroep en hoger beroep) in het geval van kartelboetes anders te functioneren dan op andere gebieden van het bestuursrecht. Deze observatie trok de aandacht van Outhuijse en vormde het motief om een proefschrift te wijden aan het analyseren en verklaren van de hoge percentages van (succesvolle) rechtszaken in de Nederlandse kartelhandhaving en daarmee de factoren die deze afwijkingen beïnvloeden.
Outhuijse gebruikte in haar onderzoek vier methodes: een analyse van de Nederlandse handhavingspraktijk, een vergelijking met diverse andere nationale mededingingsautoriteiten, een vergelijking met vier andere Nederlandse markttoezichthouders en interviews met advocaten, rechters en functionarissen van de mededingingsautoriteit. De resultaten zijn verdeeld over een vijftal artikelen waarin (1) de beoordeling door het CBb van de ACM-kartelboetes is geanalyseerd en de relatie daarvan met de uitspraken van de Rechtbank Rotterdam, (2) een analyse is gemaakt van de frequentie van beroepsprocedures en het succes daarvan in tien Europese lidstaten, (3) een analyse is gemaakt van de factoren die van invloed zijn op de keuze om te procederen (4) het functioneren van de bezwaarfase is geanalyseerd en (5) factoren zijn geïdentificeerd die van invloed zijn op het hoge percentage van succesvol procederen. In het concluderende hoofdstuk is het antwoord op de onderzoeksvraag gepresenteerd, is ingegaan op de implicaties van de onderzoeksresultaten en zijn aanbevelingen verkend. Outhuijse concludeert dat combinaties van factoren die voortvloeien uit de aard van het mededingingsrecht en de kenmerken van de Nederlandse kartelhandhaving van invloed zijn op de hoge percentages van procederen en succesvol procederen.