African Presidents and the International Criminal Court
Promotie: | Dhr. A.S. Knottnerus |
Wanneer: | 08 januari 2018 |
Aanvang: | 12:45 |
Promotors: | A.J. (Andrej Janko) Zwitter, Prof, prof. dr. C.I. Fournet |
Copromotor: | dr. mr. A.J.J. (André) de Hoogh |
Waar: | Academiegebouw RUG |
Faculteit: | Rechtsgeleerdheid |
Internationaal Strafhof reageerde niet altijd juist op kritiek van de Afrikaanse Unie
De voortdurende spanningen tussen de Afrikaanse Unie en het Internationaal Strafhof in Den Haag worden niet alleen veroorzaakt door machtspolitiek en leiders die uit eigenbelang handelen. De Afrikaanse Unie heeft vooral grote problemen met de berechting en vervolging van zittende staatshoofden en regeringsleiders. Omar al-Bashir, president van Soedan, geniet immuniteit en hoeft daarom niet door verdragspartijen van het Hof gearresteerd te worden. Dit zijn enkele opvallende conclusies uit het proefschrift van Abel Knottnerus. Hij stelt daarin vast dat het Strafhof niet altijd op juridische juiste wijze heeft gereageerd op de kritiek van de Afrikaanse Unie. De internationale gemeenschap moet volgens hem meer doen om de relatie tussen de Afrikaanse Unie en het Internationaal Strafhof te verbeteren.
Het Internationaal Strafhof in Den Haag heeft voor grote uitdagingen gestaan sinds de oprichting in 1998. Een van de grootste tot nu toe is de zeer gespannen relatie van het Strafhof met Afrika. De vervolging van Afrikaanse presidenten waaronder Omar al-Bashir (Soedan) en Uhuru Kenyatta (Kenia) hebben ertoe geleid dat de Afrikaanse Unie het Strafhof is gaan zien als een bedreiging voor de stabiliteit en soevereiniteit van Afrikaanse staten. Recentelijk heeft de Afrikaanse Unie zelfs een gemeenschappelijke strategie ontwikkeld die Afrikaanse staten stimuleert om het Strafhof te verlaten. In reactie hierop heeft het Strafhof verschillende pogingen ondernomen om de Afrikaanse staten binnenboord te houden. Voor nu hebben deze inspanningen een verdere escalatie voorkomen. Maar de onderliggende zorgen van de Afrikaanse staten zijn daarmee niet weggenomen.
In zijn proefschrift analyseert Knottnerus de kritiek van Afrikaanse staten op het Strafhof. Hij richt zich daarbij vooral op controversiële kwesties als de immuniteit van zittende staatshoofden en de moeilijke balans tussen vrede en vervolging. Wanneer kan een zittend staatshoofd zich beroepen op immuniteit voor het Strafhof? Op welke manieren kan het Hof een vredesproces proberen te beschermen? En hoe moet het Hof een verdachte behandelen die tijdens zijn strafproces ook als president blijft functioneren? Knottnerus behandelt deze en vele andere vragen in de context van het voortdurende verzet van de Afrikaanse Unie tegen het Strafhof.
Abel Knottnerus verrichtte zijn promotieonderzoek bij de afdeling Rechtstheorie van de Faculteit Rechtsgeleerdheid van de RUG. Daarna is hij gaan werken als Treaty Lawyer op het Ministerie van Algemene Zaken van Sint Maarten.