Het pre-insolventieakkoord, grondslagen en raamwerk
Promotie: | Dhr. N.W.A. (Nico) Tollenaar |
Wanneer: | 01 december 2016 |
Aanvang: | 11:00 |
Promotors: | prof. mr. dr. F.M.J. (Frank) Verstijlen, prof. dr. O. (Oscar) Couwenberg |
Waar: | Academiegebouw RUG |
Faculteit: | Rechtsgeleerdheid |
Geen rechtvaardiging voor nieuwe procedure om noodlijdende ondernemingen te redden
Voor zover de Europese en Nederlandse wetgevers voornemens zijn een procedure in te voeren om noodlijdende ondernemingen te redden voordat dat deze insolvent zijn, bestaat daarvoor geen rechtvaardiging. Dat concludeert promovendus Nico Tollenaar. Volgens hem zou het doel van de nieuwe generatie procedures niet moeten zijn om ondernemingen te redden, maar om crediteuren een beter en flexibeler instrument te geven om hun rechten te effectueren.
Er is op dit moment zowel op Europees als op nationaal niveau wetgeving in voorbereiding om procedures in te voeren die tot doel hebben om bedrijven in nood vóór faillissement te redden. Deze procedures worden ook wel aangeduid als pre-insolventieprocedures. Nico Tollenaar heeft onderzoek gedaan naar de rechtvaardigingsgrond van een pre-insolventieprocedure, wat het doel van zo’n procedure zou moeten zijn en hoe de procedure er op hoofdlijnen uit zou moeten zien.
Tollenaar komt tot de conclusie dat voor een procedure die vóór insolventie dwang oplegt geen rechtvaardiging bestaat. In zoverre is er voor een echte “pre-“ insolventieprocedure geen plaats. Hij concludeert verder dat het doel van de nieuwe generatie procedures niet zou moeten zijn om ondernemingen te redden door deze in staat te stellen crediteuren van het afdwingen van hun vorderingen af te houden en daarmee liquidatie te voorkomen. Het doel ervan zou juist moeten zijn om crediteuren in staat te stellen hun vorderingen op een betere en flexibelere manier voldaan te krijgen dan met de huidige generatie traditionele faillissementsprocedures mogelijk is.
Een tekortkoming in de aanbeveling van de Europese Commissie is dat een aanbeveling ontbreekt om niet alleen aan de schuldenaar maar ook aan crediteuren het recht te geven de procedure in te zetten. Daarnaast miskent de Europese Commissie de noodzaak om aandeelhouders te kunnen binden die geen economisch belang hebben en een oplossing frustreren. Verder besteedt de Europese Commissie ten onrechte geen aandacht aan efficiënte liquidatieprocedures. Zij richt zich uitsluitend op herstructureringsprocedures. Tollenaar wijst erop dat een liquidatieprocedure vaak een beter instrument vormt om een onderneming te redden dan een herstructureringsprocedure en dit is bijna altijd het geval bij MKB bedrijven.
Het huidige wetsvoorstel van de Nederlandse regering wijst op hoofdlijnen in de goede richting maar vereist op bepaalde onderdelen technische verbetering. Tollenaar benadrukt dat zelfs de best ontworpen procedure alleen goed zal functioneren als deze wordt ondergebracht bij een gespecialiseerde insolventierechtbank.
Nico Tollenaar verrichtte zijn onderzoek aan de Faculteit Rechtsgeleerdheid.