‘Een kopje koffie kan altijd’: impact in de Wetenschapswinkels
Impact wordt steeds belangrijker binnen de wetenschappelijke wereld. Maar wat is het precies en wat houdt impact in voor de RUG? In deze serie vertellen medewerkers over de manier waarop zij ondersteuning bieden bij het maken van impact. Yorick Karseboom en Henk Mulder, coördinatoren van respectievelijk het Kenniscentrum Filosofie en de Bèta Wetenschapswinkel, delen in deze vierde aflevering hun verhaal. ‘Door de Wetenschapswinkels kan Jan en alleman een ingang vinden bij de universiteit en zo kunnen er problemen aangekaart worden die we anders niet zouden zien.’
Tekst: Britt Corporaal
Een belangrijk aspect van impact genereren is communicatie. Dit idee is kenmerkend voor de Wetenschapswinkels, weten coördinatoren Karseboom en Mulder. Yorick Karseboom is werkzaam als docent bij de Faculteit Wijsbegeerte, coördinator van het Kenniscentrum Filosofie en de voorzitter van het maandelijkse Wetenschapswinkel Overleg. Henk Mulder is coördinator bij de Bèta Wetenschapswinkel en docent Wetenschapscommunicatie. Op dit moment houdt hij zich bezig met de internationale netwerken van de Wetenschapswinkels. Mulder licht toe: ‘Wat je vaak hoort, is dat organisaties eigenlijk niet meer willen meewerken aan onderzoek, omdat ze altijd onderzoeksobject zijn zonder dat ze kunnen meedenken.’ Bij de Wetenschapswinkels worden maatschappelijke organisaties daarom op een andere manier betrokken bij onderzoek.
Business as usual
De Rijksuniversiteit Groningen telt momenteel vijf Wetenschapswinkels: de Bèta Wetenschapswinkel, het Kenniscentrum Filosofie, Geneeskunde & Volksgezondheid, Onderwijs, en Taal, Cultuur & Communicatie. Daarnaast is er nog een zesde in samenwerking met de Hanze Hogeschool (WIJS) en is er een samenwerking met de Green Office. Al deze Wetenschapswinkels werken op basis van kortetermijnprojecten, waardoor de resultaten snel zichtbaar zijn. Karseboom legt uit: ‘Omdat je gelijk bezig gaat, gebeuren er gelijk dingen en waar dingen gebeuren, ontstaat impact.’
De Wetenschapswinkels werken op vraaggestuurde basis. Wanneer maatschappelijke organisaties tegen een probleem aanlopen, kunnen zij de Wetenschapswinkels vragen om hulp bij het zoeken naar een oplossing. De Wetenschapswinkels zorgen er dan voor dat er een onderzoeker en studenten aan het project gekoppeld worden. ‘De onderzoekers hoeven zich in principe alleen maar te richten op de business as usual. Zij moeten toch studenten begeleiden, wetenschappelijk en inhoudelijk. Dan hebben wij al voorwerk gedaan en we willen ook best een stukje projectmanagement doen om te zorgen dat het project niet spaak loopt,’ beschrijft Mulder.
Makelaars in onderzoek
De door de Wetenschapswinkels gecreëerde impact is dus nauw verbonden aan hun maatschappelijke rol. Daar komen verschillende partijen bij om de hoek kijken, volgens Mulder: ‘We zijn eigenlijk een soort makelaars die doen aan verwachtingsmanagement. Hoe kunnen we er een win-winsituatie van maken?’ De coördinatoren houden daarbij rekening met zowel de studenten, die iets van het project moeten leren voor hun studie, en de maatschappelijke organisaties, die iets te weten willen komen over hun probleem.
Daarbij werken de Wetenschapswinkels in twee richtingen, zo stelt Karseboom: ‘Enerzijds werken we op basis van vragen die vanuit de maatschappij bij ons terecht komen, maar anderzijds brengen we ook bestaand onderzoek naar de maatschappij toe. Ik denk dat het per Wetenschapswinkel net een beetje verschilt waar het zwaartepunt precies wordt gelegd.’ Voor de Wetenschapswinkels is het belangrijk om aan onderzoekers te laten zien dat hun onderzoek nut heeft voor mensen en organisaties in de maatschappij. ‘Als je als wetenschapper hieraan meewerkt, dan draag je echt bij aan maatschappelijke impact. Er is namelijk al een organisatie die op jouw resultaat zit te wachten.’
Het heden en de toekomst
Hoewel de impact groot is, is de organisatie van de Wetenschapswinkels in verhouding relatief kleinschalig: ‘Soms krijg je te horen: jullie moeten zichtbaarder zijn. We maken nu video’s om te laten zien wat we doen. Het gevaar daarvan is wel: als het te bekend gaat worden, kunnen we niet meer leveren wat er gevraagd wordt.’ Toch hebben Karseboom en Mulder ook zeker nog doelen voor ogen: ‘De combinatie van Wetenschapswinkels en citizen science is heel sterk en dat is ook waar we ons meer op willen gaan richten in de toekomst.’
Dit doel is verbonden met het huidige Strategisch Plan van de universiteit, Making Connections, dat de drie kerndoelen onderzoek, onderwijs en maatschappij met elkaar verbindt. Karseboom: ‘Voor mij vertegenwoordigen de Wetenschapswinkels datgene wat een universiteit is, en zou moeten zijn. Het is een instituut dat met beide benen in de maatschappij staat. Soms wordt onderzoek bepaald door mensen met geld of degenen die met de scepter zwaaien. Door de Wetenschapswinkels kan Jan en alleman een ingang vinden bij de universiteit en zo kunnen er problemen aangekaart worden die we anders niet zouden zien.’ Mulder vult aan: ‘Het is ook gewoon heel goed voor het vertrouwen dat mensen hebben in de wetenschap. We zorgen ervoor dat onderzoek toegankelijk is voor iedereen met een wetenschappelijke vraag.’
Een kopje koffie kan altijd
Karseboom benadrukt dat de Wetenschapswinkels altijd op zoek zijn naar nieuwe samenwerkingen: ‘Wat de Wetenschapswinkels heel sterk maakt is dat we met alle collega’s bij elkaar een gigantisch netwerk vormen. Iedereen is altijd welkom om met ons in gesprek te gaan.’ Dat aanbod geldt ook voor de faculteiten die nog geen Wetenschapswinkel hebben: ‘Het is super waardevol en je kunt altijd klein beginnen.’ Mulder benadrukt in het kader van samenwerkingen ook de kansen om te overleggen met collega’s in public engagement: ‘Daarmee stimuleren we een zekere ‘kruisbestuiving’.’ Zo positioneren de Wetenschapswinkels zich als verbindende factor. Ze hebben contact met hun opdrachtgevers uit de maatschappij, met onderzoekers en studenten en ook met de andere spelers binnen de impactinfrastructuur van de RUG. Dit contact verloopt op een laagdrempelige wijze. Het gesprek wordt dan ook afgesloten met een lach: ‘Een kopje koffie kan altijd! Ja, toch?’
Ben je benieuwd naar recente projecten van de Wetenschapswinkels? Bekijk dan de video's hieronder!
Laatst gewijzigd: | 05 juni 2024 14:42 |
Meer nieuws
-
16 december 2024
Jouke de Vries: ‘De universiteit zal wendbaar moeten zijn’
Aan het einde van 2024 blikt collegevoorzitter Jouke de Vries terug op het afgelopen jaar. Daarbij gaat hij in op zijn persoonlijke hoogte- en dieptepunten en kijkt hij vooruit naar de toekomst van de universiteit in financieel moeilijke tijden.
-
10 juni 2024
Om een wolkenkrabber heen zwermen
In Makers van de RUG belichten we elke twee weken een onderzoeker die iets concreets heeft ontwikkeld: van zelfgemaakte meetapparatuur voor wetenschappelijk onderzoek tot kleine of grote producten die ons dagelijks leven kunnen veranderen. Zo...