'Alleen een dalend emissieplafond dwingt tot energietransitie'
Wie zijn benzineauto inruilt voor een elektrische en zonnepanelen op zijn dak legt, helpt mee om de uitstoot van CO2 te beperken. Toch? Ja en nee. ‘Een elektrische auto helpt wel, maar zonnepanelen niet’, zegt hoogleraar energie-economie Machiel Mulder. Om duidelijk te maken hoe dat zit schreef hij een boek: Energietransitie – Eerst snappen, dan doen.
De ondertitel van het boek van Mulder, Eerst snappen, dan doen, suggereert dat we in de energietransitie - de overstap van fossiele brandstoffen naar duurzame energie - nog niet echt weten waar we mee bezig zijn. Eigenlijk is dat volgens Mulder ook zo, al formuleert hij het anders. ‘Steeds meer mensen zijn overtuigd van de noodzaak van de energietransitie en de meeste mensen willen daaraan een bijdrage leveren. Mensen gaan dan iets duurzaams doen en dat geeft ze het gevoel dat ze goed bezig zijn, maar vaak maakt dat voor de CO2-emissies vrijwel niets uit.’ Zoals zonnepanelen op je dak leggen dus.
‘Dat komt door de werking van het emissiehandelssysteem voor CO2, dat sinds 2005 in Europa gehanteerd wordt voor ongeveer de helft van de emissies’, legt Mulder uit. ‘Als je zonnepanelen op je huis legt, hoeven gascentrales minder stroom te produceren en dus minder CO2-rechten te kopen. De vraag naar en de prijs van emissierechten daalt dan, waardoor andere bedrijven goedkoper rechten kunnen bijkopen om meer te produceren. Een waterbedeffect dus.’ En waarom helpt een elektrische auto wel om de CO2-uitstoot te drukken? ‘Omdat benzine niet onder het emissiehandelssysteem valt. Helaas.’
Marktwerking
Juist omdat door marktwerking iedereen die een goed idee denkt te hebben zijn geluk mag beproeven, zullen de goede bedrijven volgens Mulder overleven: bedrijven die dankzij hun verdienmodel betaalbare energie kunnen leveren. ‘Stel je hebt één, genationaliseerd energiebedrijf. Wie staat er aan het hoofd? Het kabinet en de Tweede Kamer. De kans dat zij de beste beslissing nemen is veel kleiner dan wanneer er veel meer bedrijven zijn die allemaal proberen het beste te doen, zodat er grotere kans is dat enkele bedrijven het beste besluit nemen’
Daarbij komt dat als energiebedrijven worden genationaliseerd, ook alle investeringen door de overheid moeten worden gedaan. ‘De overheid (de Nederlandse staat) is al eigenaar van Gasunie en TenneT, en de gemeenten en provincies zijn eigenaar van alle distributienetten’, zegt Mulder. ‘Maar de afgelopen jaren was de bottleneck bij TenneT dat er veel in het elektriciteitsnet moet worden geïnvesteerd om offshore windparken aan te sluiten en de enige aandeelhouder, de staat, te weinig eigen vermogen wilde storten, terwijl TenneT maar beperkt kan worden gefinancierd door private partijen, zoals banken. Hetzelfde geldt voor de beheerders van de distributienetten. Zij krijgen te weinig geld om congesties op te lossen, want de gemeenten en provincies moeten ook zoveel andere zaken financieren.’
Fikse boete
Dat is wat Mulder met ‘snappen’ bedoelt. ‘Met het CO2-handelssysteem is er een bepaald maximum aan emissies ingesteld. Door jaarlijks een hoeveelheid emissierechten uit het systeem te halen gaat dat plafond geleidelijk omlaag, tot nul in 2050. Aan het eind van elk jaar moeten bedrijven de overheid een accountantsverklaring overleggen om te laten zien hoeveel ze hebben uitgestoten en hoeveel rechten ze hebben. Als ze te veel hebben uitgestoten, krijgen ze een fikse boete. Dat is echt de prikkel.’
Mulder toont een grafiekje in zijn boek, met het aantal uitgedeelde rechten en de daadwerkelijke emissies van de bedrijven die onder het handelssysteem vallen. De lijn van de emissies volgt braaf de dalende lijn van het emissieplafond. Mulder laat een volgende grafiek zien: ‘De prijs voor CO2-rechten is momenteel heel hoog en was jarenlang heel laag, maar dat maakt voor de milieueffecten helemaal niet uit. Het enige dat telt, is de hoogte van het plafond!’
De politicus, columnist of kennis die weer eens stellig verklaart dat de CO2-prijs veel te hoog of juist te laag is, kunnen we dus op een goed gefundeerd hoongelach onthalen. Geldt dat ook voor de roep om de nationalisatie van energiebedrijven, zoals die bijvoorbeeld afgelopen oktober uit de kelen van SP-politici klonk? Mulder is er zelf de man niet naar om ideeën op hoongelach te onthalen, maar hij plaatst wel serieuze kanttekeningen bij het idee. ‘Tot eind jaren negentig hadden we overheidsbedrijven die alles deden, van transport tot productie en levering van energie. Gasunie bijvoorbeeld. Ook toen waren er veel klachten over de hoge energieprijzen in Nederland. Die bedrijven opereerden dus niet efficiënt.’
Economisch perspectief
Duidelijk, maar wat moeten we nou wél doen om de CO2-emissies te verlagen? Mulder: ‘De emissiehandel is cruciaal, dus het plafond moet sneller omlaag. Dat is het enige wat werkt. En er moeten meer sectoren onder het emissieplafond worden gebracht, zoals gasverbruik door huishoudens, en brandstoffen voor het verkeer. Eurocommissaris Frans Timmermans heeft in de Green Deal ook al voorgesteld om auto’s onder het emissieplafond te brengen. Dat is een goed idee. Er zitten nu wel belastingen op auto’s en benzine, maar dat is niet gekoppeld aan de beschikbare hoeveelheid emissierechten. Het vliegverkeer binnen Europa zit al wel onder het emissieplafond.’
Hoe de verschillende sectoren hun emissies omlaag moeten brengen, kan volgens Mulder prima aan de markt worden overgelaten. ‘Mijn verhaal is dat niemand weet wat het beste is. In mijn boek schrijf ik niet wat de beste techniek is, of dat de een waterstof moet gebruiken en de ander energie moet besparen. Het belangrijkste is dat je moet kunnen reageren op prijzen die de schaarste weerspiegelen en passen bij het emissieplafond. Dan komt het goed.’ Is het prijsplafond voor gas dat per 1 januari is gaan gelden dan een slecht idee? ‘Ja, want als consument denk je dan dat het wel meevalt met de schaarste, terwijl de overheid in het ergste geval moet gaan bepalen wie wel of geen gas krijgt, want met een prijsplafond is de schaarste aan gas niet weg.’ Mulder is overigens de eerste om te erkennen dat zijn economische blik maar één kant vertelt van het verhaal dat energietransitie heet. Om het in termen van zonnepanelen uit te drukken: ‘Zonnepanelen helpen misschien niet de emissies omlaag te brengen, maar ze verminderen natuurlijk wel onze afhankelijkheid van dubieuze regimes voor onze energie’, zegt Mulder. ‘Mijn economische perspectief is een puzzelstukje in het geheel van de andere puzzelstukjes.’
Multidisciplinair
Al die puzzelstukjes passeren de revue tijdens de executive cursussen die Mulder sinds 2014 voor de University of Groningen Business School (UGBS) verzorgt. ‘De cursisten werken vaak bij overheden of energiebedrijven en willen meer weten over de energietransitie. Dat is een heel dankbaar publiek. Daar spreken mensen vanuit allerlei hoeken – techniek, scheikunde, kernenergie, filosofie – over ethische vraagstukken, psychologie, over gedrag en draagvlak, rechten, wat wel en niet mag, noem maar op. Ik praat dat aan elkaar, maar geef zelf ook lessen over energiebeleid, klimaatbeleid en energiemarkten.’ Ook in zijn onderzoek werkt Mulder veel samen met collega’s van bijvoorbeeld de faculteiten Rechtsgeleerdheid, Science & Engineering en Ruimtelijke Wetenschappen. ‘Al die aspecten zijn zeer relevant. Dat is het leuke van energie, dat is echt multidisciplinair. Toen ik vroeger nog bij de overheid werkte, bij de Nederlandse Mededingingsautoriteit onder andere, had ik al veel te maken met juristen, technici en bestuurskundigen.’
Sinds de publicatie van zijn boek heeft Mulder veel positieve reacties van lezers gekregen – ook die met zonnepanelen op het dak. ‘Pas hoorde ik van een journalist dat mijn boek bij hem op de redactie het naslagwerk voor energiezaken is geworden voor mensen die over energie schrijven. Dat vond ik een groot compliment. Hij vroeg of er een update komt. Dat ga ik doen. Er komt een editie met recente ontwikkelingen die er sinds het schrijven van het boek zijn geweest. Maar dat wordt volgend jaar.’
Machiel Mulder (1960) studeerde economie aan de RUG en promoveerde aan de Erasmus Universiteit Rotterdam. Hij stond aan het hoofd van de afdeling Energie van het Centraal Planbureau en was adjunct hoofdeconoom van de Nederlandse Mededingingsautoriteit. Van 2013 tot 2020 was hij in Groningen bijzonder hoogleraar regulering van energiemarkten en sinds 2021 hoogleraar energie-economie.
Dit artikel is onlangs verschenen in het decembernummer van ons alumnimagazine Broerstraat 5. Tekst: Bert Platzer.
Meer informatie
Laatst gewijzigd: | 11 juni 2024 09:18 |
Meer nieuws
-
10 december 2024
Onderzoek van het CBS en de Rijksuniversiteit Groningen ontdekt mogelijke omzeiling van sancties tegen Rusland door kleine, jonge bedrijven
De Nederlandse goederenexport naar Rusland is na het opschalen van sancties door de Europese Unie in 2022 sterk teruggelopen. Tegelijkertijd is de Nederlandse export van gesanctioneerde goederen naar zeven landen met verhoogd risico op...
-
26 november 2024
Nieuw onderzoek wijst op kostenbesparende voordelen van gezondheidsapp
Uit onderzoek van de Faculteit Economie en Bedrijfskunde (FEB) van de Rijksuniversiteit Groningen blijkt dat het gebruik van de SamenGezond-app, aangeboden door zorgverzekeraar Menzis, gepaard gaat met een aanzienlijke verlaging van de zorgkosten...
-
20 november 2024
Gerard van den Berg appointed as member of the Academia Europaea
Professor Gerard van den Berg had been appointed as member of the Academia Europaea, the European Academy for Sciences, Humanities and Letters.