Skip to ContentSkip to Navigation
Over ons Actueel Nieuws Nieuwsberichten

De laatste slagen van beiaardier Auke de Boer

07 december 2021
Auke de Boer
Auke de Boer

Onzichtbaar, maar ook onvermijdbaar. Dat is Auke de Boer, beiaardier van de RUG. Dinsdag 21 december bespeelt hij van drie tor vier uur voor de laatste keer het RUG-carillon. De chef-kok van de Nederlandse carillons vertelt graag over zijn ‘pannen snert’.

Tekst: Eelco Salverda, afd. Communicatie RUG / Foto's: Henk Veenstra

Al 25 jaar meldt Auke de Boer zich op dinsdag om tien voor negen in het Academiegebouw voor een sleutel. Dan begint zijn tocht naar het carillon van de Academietoren. Omhoog via een stenen trap, door een werkkamer van het Honours College, vervolgens over een ijzeren wenteltrap langs de muur van de verder holle Academietoren naar een vliering, verder over houten trapjes, om uiteindelijk te eindigen in een klein hokje, hoog tussen stoffige hanenbalken en de kapconstructie, een grote hoeveelheid vliegen als zijn enige gezelschap.

Vaste gast

Daar zetelt hij, de beiaardier van de RUG. In september nam De Boer vanwege pensionering afscheid van de gemeente Groningen en het carillon van de Martinitoren. Eind december speelt hij voor het laatst in het Academiegebouw. Elke dinsdag bespeelde hij tussen tien en elf uur het carillon, en drong even binnen in het leven van ieder die in de binnenstad was. Het leverde bij zijn gehoor plezier op, blijde herkenning en verbazing over onverwachte nummers, en soms ergernis.

‘Een klok, dat is eigenlijk een pan snert. Klokken moeten zelf goed klinken én het samenspel met de andere moet goed zijn.’
‘Een klok, dat is eigenlijk een pan snert. Klokken moeten zelf goed klinken én het samenspel met de andere moet goed zijn.’

Gegoten voor de eeuwigheid

De Boer is niet iemand die alleen zijn handen laat spreken, blijkt op weg naar boven. Hij blijft onderweg stilstaan bij een oud A4’tje. Elke klok staat erop beschreven: nummer, toon, doorsnee (van 24,3 tot 76,3 cm), gewicht, positie in het carillon en de schenker van de klok. In die laatste kolom bekende namen en instellingen: College van Bestuur (de grootste klok), medewerkers Bureau van de RUG, Provincie Groningen, een enkele particulier. Ze hebben een plekje voor de eeuwigheid gekocht. ‘Op de klok staat de schenker vermeld’, vertelt De Boer. ‘En een carillon, dat gaat eeuwen mee. Het heeft ook niet zoveel te lijden. Alleen luchtvervuiling, dat werkt in op het brons en is slecht voor de klank. Maar daar hebben we in het Noorden gelukkig minder last van.’

Een pan snert

Het is een bijzonder instrument, zo’n carillon, omdat het eigenlijk nooit af is. ‘Je zou altijd wel klokken toe kunnen voegen. Al ben je wel beperkt door de ruimte die er is. Maar hier zouden nog een paar kleine klokken bij kunnen.’ Van De Boer hoeft het niet, hij is tevreden met het carillon zoals het is. ‘Een klok, dat is eigenlijk een pan snert. Je proeft het wanneer een bepaald bestanddeel overheerst. Een klok geeft meerdere tonen, waarbij niet een moet overheersen. Klokken moeten zelf goed klinken én het samenspel met de andere moet goed zijn.’

Andere klank

De 25 klokken hier hangen er nog niet lang. Het carillon was een initiatief van het Representatiefonds RUG, ter gelegenheid van haar 100-jarig bestaan in 1996. ‘De voorzitter, professor Hendrik de Waard, en zijn broer Romke, ook beiaardier, wilden in deze toren graag een carillon. Maar dan wel een met een wetenschappelijk tintje. Aan de TU Eindhoven ontwikkelden ze een klokprofiel met als vijfde boventoon niet de traditionele kleine maar een grote terts partiaal. Dit geeft de klokkentoon een ietwat metaliger klank. Die kennis is toegepast bij het gieten van deze klokken.’ De RUG is niet de enige universiteit met een carillon, vertelt De Boer. ‘Maar we zijn wel de enige met een echte toren. Dat mocht oud-rector Frans Zwarts altijd graag memoreren.’

‘Hier heb ík mijn spieren.'
‘Hier heb ík mijn spieren.'

Eelt op de pink

De Boer bespeelt de klokken door op een stokkenklavier te slaan. Dat gebeurt met de zijkant van de hand. ‘Hier heb ík mijn spieren,‘ zegt De Boer, terwijl hij een dikke eeltige pink laat zien. ‘Het carillon van de Martinitoren is altijd hard werken. Dat zijn zwaardere klepels, daar moet ik echt behoorlijk voor slaan. Maar wist je dat er in New York een klok is van twintig ton? Dat speelt pas echt ontzettend zwaar.’

Geen publiek

Het is een raar idee. Zo onzichtbaar en toch zo aanwezig was hij al die jaren. Is het niet eenzaam om in een toren te spelen? Een muzikant gedijt toch bij interactie met publiek? ‘Ik heb ook contact hoor, maar op een andere manier. Niet iedereen waardeert het gebeier tijdens het werk, dus ik krijg weleens negatieve mailtjes, maar dat gaat meestal over het automatisch carillon dat ieder half uur kort klinkt. Mensen melden zich ook als ze een keer niks horen en ik weet dat medewerkers in het Academiegebouw wedstrijdjes houden wie de meeste nummers herkent. Ik krijg ook wel verzoeknummers. Een verzoek van een RUG-onderzoeker uit Georgië leidde er uiteindelijk toe dat ik in het Georgisch journaal kwam.’ Want ook al heeft De Boer niet direct publiek, gehoor heeft hij zeker. Als gerenommeerd beiaardier reist hij de hele wereld over. Van Amerika tot Japan, waar hij een maand in lang in Holland Village Huis ten Bosch, het themapark met replica’s van Nederlandse gebouwen, drie keer per dag speelde. Voor De Boer geen zwijmelende fans, maar een internationale ster mag hij toch wel genoemd worden.

Van Stones tot Hazes

Een bekendere grootheid, uit de popmuziek, kon zijn werk ook waarderen: Rolling Stones-zanger Mick Jagger. Tijdens de Stones-expositie in het Groninger Museum speelde De Boer nummers van de band. Een filmpje daarvan kwam bij Jagger terecht, die het postte op social media, waarna De Boer ‘viral’ ging. Het leidde wereldwijd tot reacties en uitnodigingen. Popster Lou Reed en zijn vrouw Laurie Anderson vereerden hem eerder, in 2008 al, met een bezoek op de Martinitoren. ‘Carillons hebben een beetje een oubollig imago. Ik speelde daarom al langer soms popmuziek. Al is dat niet altijd even makkelijk. Veel Stones-nummers hebben een monotone melodie, dat hangt rond één toon en is niet geschikt, weinig melodieus. Maar iemand als Andres Hazes, prima te doen. Of The Beatles, ook ideaal.’

‘Ik ben in 1996 aangesteld en kon vanaf toen zelf mijn baan vormgeven. Ik vond het leuk om na te denken over de academische functie van een carillon.'
‘Ik ben in 1996 aangesteld en kon vanaf toen zelf mijn baan vormgeven. Ik vond het leuk om na te denken over de academische functie van een carillon.'

Onderdeel van de RUG

De Boer voelt zich na al die jaren onderdeel van de RUG-familie. ‘Ik ben in 1996 aangesteld en kon vanaf toen zelf mijn baan vormgeven. Ik vond het leuk om na te denken over de academische functie van een carillon. Ik heb weleens voorgesteld om op de Zernike Campus ook één te plaatsen en daaromheen de campus in te richten. Dat heb je in Amerika ook. Ik speel niet alleen elke dinsdag een uur, maar ook bij de kerstborrel, de Opening van het Academisch jaar, de uitreiking van eredoctoraten, recepties en soms promoties op een muziekonderwerp.’ Zenuwachtig, dat is hij niet meer. Een bescheiden glimlach siert zijn mond. ‘Ach, na dertig jaar ervaring zit je niet zo snel meer in spanning.’ Hoewel… Toen het koninklijk paar tijdens Koningsdag in Groningen was, stond de NOS hem live te filmen. ‘Dat was mooi. Zulke publiciteit is goed voor het instrument.’

Doorgalmen

Hij draait zich om naar zijn stokken, een beetje scheef - voor de lange benen is maar amper plek. De bril gaat op, een ingespannen blik verschijnt op zijn gezicht en zijn handen beginnen te slaan. Soms drukkend, soms roffelend, alsof hij een bongo bespeelt. ’Dit stuk is uit 1525, toen werd de eerste beiaardier in Groningen aangesteld. Klinkt nog heel fris toch?’ Tussen het spelen door lepelt hij nog meer anekdotes op. Over zijn lezing The real heavy metal, waarmee hij kinderen weet te interesseren voor carillons, over de ontwikkeling van klokken in het oude China en hun verspreiding in Europa, over de functie van carillons vroeger, over Kortjakje (’dat is eigenlijk de eerste wereldhit, wist je dat?’). Auke de Boer is bijna klaar met spelen aan de RUG. Maar zijn verhalen over klokken, die zullen nog wel lang doorgalmen.

Meeluisteren?
Op dinsdag 14 december speelt De Boer tussen 10 en 11 uur liedjes die zijn aangevraagd door studenten en medewerkers van de RUG, op initiatief van de UKrant. De playlist staat op de site van de Ukrant.  
Dinsdag 21 december bespeelt De Boer van drie tor vier uur voor de laatste keer het RUG-carillon.

Laatst gewijzigd:07 december 2021 17:09
View this page in: English

Meer nieuws

  • 16 december 2024

    Jouke de Vries: ‘De universiteit zal wendbaar moeten zijn’

    Aan het einde van 2024 blikt collegevoorzitter Jouke de Vries terug op het afgelopen jaar. Daarbij gaat hij in op zijn persoonlijke hoogte- en dieptepunten en kijkt hij vooruit naar de toekomst van de universiteit in financieel moeilijke tijden.

  • 10 juni 2024

    Om een wolkenkrabber heen zwermen

    In Makers van de RUG belichten we elke twee weken een onderzoeker die iets concreets heeft ontwikkeld: van zelfgemaakte meetapparatuur voor wetenschappelijk onderzoek tot kleine of grote producten die ons dagelijks leven kunnen veranderen. Zo...

  • 24 mei 2024

    Lustrum 410 in beeld

    Lustrum 410 in beeld: Een fotoverslag van het lustrum 2024