Aantal aardbevingsschademeldingen had hoger kunnen zijn
Sinds de beving van Westerwijtwerd van 22 mei 2019 neemt het aantal schademeldingen toe in Groningen. Dat is vooral rond de voormalige NAM-contour het geval. Tegelijk is een deel van de schademelders afgehaakt vanwege negatieve ervaringen uit het verleden. Het aantal schademeldingen had dus nog hoger kunnen zijn. Dit concluderen prof. dr. Tom Postmes en dr. Katherine Stroebe van de Rijksuniversiteit Groningen in het onderzoek van Gronings Perspectief.
Het onderzoek bestond uit drie delen: een statistische analyse van 121.519 schademeldingen van 2012 tot eind 2019, een survey onder 4.083 Groningers en 18 verdiepende interviews. Tom Postmes: “Een aardbeving brengt niet alleen gebouwen, maar ook bewoners zelf in beweging. Als bewoners voor het eerst een beving meemaken wordt men zich bewust.” Soms gaat dat geleidelijk: schade wordt pas weken of maanden later ontdekt. Hierdoor ijlen schademeldingen na. Ondanks het grillige verloop van de schademeldingen is helder: hoe meer bodembeweging, hoe meer schademeldingen.
Dat verklaart de toename van het aantal meldingen niet helemaal. In een eerdere periode met veel schademeldingen rond 2015 (toen de NAM en CVW de schadeafhandeling deden) waren er meer aardbevingen. Dat is nu niet het geval. De recente toename komt deels omdat particuliere verhuurders meer schade melden. Woningcorporaties en woningeigenaren melden ook iets meer en omdat dit een veel grotere groep is zorgen ze samen voor een aanzienlijke toename.
Goede afhandeling
Waarom melden mensen nu meer schade? Particulieren vinden het vanzelfsprekend om dat te doen, zo blijkt: men rekent op een goede afhandeling. 75% meldt schade als zij die ontdekken. Toch meldt 25% de schade niet meteen of helemaal niet. Een deel is afgehaakt door ervaringen met de NAM, het CVW en ook de TCMG. Het aantal schademeldingen had dus nog hoger kunnen zijn.
Een goede schadeafhandeling is snel en zorgvuldig, maar dat is niet genoeg: bewoners moeten ook bereid zijn om schade te melden. Velen doen dat nu. Maar het lijkt dat juist degenen die in het verleden in de knel kwamen, geen schade meer durven of willen melden. Stroebe: “Het is zorgelijk dat juist zij afhaken. Hun vertrouwen terugwinnen lijkt ons cruciaal.”
Over Gronings Perspectief
Gronings Perspectief is een samenwerking tussen de Rijksuniversiteit Groningen, de GGD Groningen en het Sociaal Planbureau Groningen. De Tijdelijke Commissie Mijnbouwschade Groningen en de Nationaal Coördinator Groningen waren de opdrachtgever. De onderzoekers worden bijgestaan door een begeleidingscommissie met gemeenten, GGD, Groninger Bodembeweging, Groninger Gasberaad, Nationaal Coördinator Groningen, Tijdelijke Commissie Mijnbouwschade Groningen, de provincie Groningen, de Veiligheidsregio, Vereniging Groninger Dorpen en wetenschappelijke experts.
Het team van dr. Stroebe en prof. dr. Postmes onderzoekt sinds 2016 gezondheid, veiligheidsgevoel en toekomstperspectief van inwoners van alle gemeenten in het gaswinningsgebied. Een panel Groningers vult periodiek een vragenlijst in over veiligheid, gezondheid en toekomstperspectief. De bevindingen van Gronings Perspectief worden gepubliceerd op de site groningsperspectief.nl.
Laatst gewijzigd: | 28 april 2020 16:06 |
Meer nieuws
-
16 december 2024
Jouke de Vries: ‘De universiteit zal wendbaar moeten zijn’
Aan het einde van 2024 blikt collegevoorzitter Jouke de Vries terug op het afgelopen jaar. Daarbij gaat hij in op zijn persoonlijke hoogte- en dieptepunten en kijkt hij vooruit naar de toekomst van de universiteit in financieel moeilijke tijden.
-
10 juni 2024
Om een wolkenkrabber heen zwermen
In Makers van de RUG belichten we elke twee weken een onderzoeker die iets concreets heeft ontwikkeld: van zelfgemaakte meetapparatuur voor wetenschappelijk onderzoek tot kleine of grote producten die ons dagelijks leven kunnen veranderen. Zo...