Skip to ContentSkip to Navigation
Over ons Actueel Nieuws Nieuwsberichten

Hoe zeg jij ‘eitje’?

14 januari 2020

Het Fries wordt als een officiële taal gezien, het Gronings niet. Zou dat nu leiden tot verschillen in de manier waarop beide talen zich ontwikkelen? Dat soort dingen vraagt de Noorse Nanna Haug Hilton, universitair hoofddocent Sociolinguïsitiek, zich af.

Hoe zeg jij ‘eitje’ Dat wil Nanna Haug Hilton (38) graag van Groningers en andere mensen in Noord-Nederland weten. Ze ontwikkelde met haar collega’s een app om hun uitspraak te kunnen vastleggen. Eerder trok ze met een vergelijkbare app heel Friesland door. Op basis van de uitspraak kon die app bijvoorbeeld raden waar iemand vandaan kwam. De taalwetenschappers hadden daarvoor 58 Friese locaties gespecificeerd. Meestal had de app het bij het juiste eind. Stimmen, zoals dit Friese spel heet, is door ruim vijftienduizend mensen gespeeld. ‘Dat is ruim twee procent van de bevolking!’ zegt Hilton trots. Voor een taalonderzoeker een ongekend hoog aantal en een schat aan onderzoeksdata. Geënthousiasmeerd door dit succes, besloten Hilton en haar team ook het Nedersaksisch, waar het Gronings deel van uit maakt, onder de loep te nemen. Dat blijkt een stuk moeilijker. De animo onder de Groningers is niet alleen lager, ook blijkt de app bijna nooit de herkomst van de gebruikers goed te kunnen raden. Vrijwel iedereen komt op één specifieke plek uit. Niet toevallig is dat een locatie op de grens tussen Utrecht en Gelderland; het dichtst bij het gebied waar standaard Nederlands gesproken wordt. ‘Dat betekent dat de taal van Groningers sterk door het Nederlands beïnvloed wordt.’

Citizen science

Hilton wil graag weten waarom het per taal verschilt of men er bewust aan vasthoudt of, soms al even bewust, naar het Nederlands trekt. Ze vermoedt dat de officiële status van een taal – zoals het Fries - er invloed op heeft. Die status is puur sociaal, benadrukt ze, ‘taalkundig gezien bestaat er eigenlijk geen onderscheid tussen taal en dialect.’ Hiltons werkwijze heet ‘citizen science’, burgerwetenschap, een betrekkelijk nieuw begrip. ‘Met een aantal andere jonge topwetenschappers buigt ze zich bij De Jonge Academie van de KNAW over de definitie: ‘Gaat het gewoon om gegevens die mensen aanleveren? Of moeten de mensen ook bijdragen aan de verwerking van de gegevens; of moeten ze ook nog voldoende kennis hebben om zelf met elkaar over wetenschappelijke bevindingen te praten? Voor mij is het het belangrijkste dat er in de wetenschap ruimte komt voor nieuwe perspectieven. Perspectieven die je anders misschien niet zo snel meekrijgt. Een democratisering van de wetenschap, eigenlijk.’ Ook de podcast ‘In de wetenschap’ van de RUG, waarvan Hilton een van de presentatoren is, raakt aan haar passie voor citizen science. ‘Het is een goede manier om aan burgers uit te leggen waar wetenschappers mee bezig zijn.’

Engels

Democratisering van de wetenschap is ook in haar eigen vakgebied dat hard nodig, vindt Hilton. ‘Dat wordt al sinds jaar en dag gedomineerd door de grote talen en vooral het Engels. Daardoor komen bepaalde kleinere talen en zelfs taaltypen helemaal niet aan bod. Dat is een groot probleem, bijvoorbeeld als je de universele kenmerken van taal in kaart probeert te brengen.’ Op dit moment zijn er zo’n 2500 talen in kaart gebracht, vertelt Hilton, terwijl er zo’n zevenduizend talen bestaan. ‘We laten zo veel kennis liggen als we die talen niet bestuderen, terwijl dat met citizen science wel kan. Gelukkig gebeurt dat steeds vaker. Een van mijn studenten, Marcela Huilcán Herrera, heeft onlangs nog een scriptie geschreven over hoe citizen science kan worden ingezet bij het onderzoeken van inheemse talen. Dat vind ik extra leuk omdat zij zelf deel uitmaakt van een inheemse groep, de Mapuche in Chili.’ Dat Hilton Noord-Nederlandse talen onderzoekt, heeft ook een emanciperende werking, merkt ze. ‘Je kunt praten van aardbevingsgebied en krimpregio’s; maar ik laat zien dat ook hier de taal de moeite waard is. Dat je niet uit de Randstad hoeft te komen om voor de wetenschap interessant te zijn.’

Meer informatie

Dit artikel komt uit ons alumnimagazine Broerstraat 5 , aflevering 2019 nummer 4. Tekst: Franka Hummels.

De site Stimmen fan Fryslân
De site Stimmen fan Fryslân
Laatst gewijzigd:12 maart 2024 09:50
View this page in: English

Meer nieuws

  • 16 december 2024

    Jouke de Vries: ‘De universiteit zal wendbaar moeten zijn’

    Aan het einde van 2024 blikt collegevoorzitter Jouke de Vries terug op het afgelopen jaar. Daarbij gaat hij in op zijn persoonlijke hoogte- en dieptepunten en kijkt hij vooruit naar de toekomst van de universiteit in financieel moeilijke tijden.

  • 10 juni 2024

    Om een wolkenkrabber heen zwermen

    In Makers van de RUG belichten we elke twee weken een onderzoeker die iets concreets heeft ontwikkeld: van zelfgemaakte meetapparatuur voor wetenschappelijk onderzoek tot kleine of grote producten die ons dagelijks leven kunnen veranderen. Zo...

  • 24 mei 2024

    Lustrum 410 in beeld

    Lustrum 410 in beeld: Een fotoverslag van het lustrum 2024