Sonttolregisters: de reizen van je voorouders als bron van informatie
Onderzoekers en geschiedenisliefhebbers smullen ervan: de Sonttolregisters, 350 jaar informatie over doorvaarten door de Sont. Maar met bijna 700 in leer gebonden boeken, verborgen in een depot van het Deens Nationaal Archief, maak je op z’n zachtst gezegd niet makkelijk gebruik van de registers. Tot nu: dankzij het digitaliseringsproject Sonttolregisters Online (STRO) kan iedereen, gewoon thuis achter zijn computer, digitaal dwalen door de geschiedenis.
Tekst: Nynke Broersma / afd. Communicatie RUG
Schippers die tussen circa 1500 en 1850 via de Sont naar de Noord- of Oostzee voeren ontkwamen er niet aan: tol betalen. Bij betaling werd minutieus data geregistreerd over de schipper, zijn herkomst en bestemming en de vracht. De registers zijn een onschatbare bron van informatie en zijn nu, na tien jaar, bijna volledig gedigitaliseerd. Projectleider van het eerste uur Jan Willem Veluwenkamp, tot vorig jaar universitair hoofddocent Vroegmoderne Geschiedenis aan de RUG, weet uit eigen ervaring hoe het is om nog lijfelijk de archieven in te moeten duiken. Al tijdens zijn tijd als geschiedenisstudent aan de Universiteit Leiden maakt hij gebruik van de originele Sonttolregisters. Hij heeft naar eigen zeggen ‘al een hele geschiedenis achter de rug’ in onderzoek naar koopvaardij en handel als hij in 2007 in contact komt met Tresoar, het Fries Historisch en Letterkundig Centrum in Leeuwarden.
Gevalletje Noord/Zuidlijn
Tresoar heeft enkele jaren daarvoor microfilms aangeschaft van de originele Sonttolregisters. Daarmee zijn de registers een stuk dichter bij huis voor Nederlandse onderzoekers, maar nog steeds erg onhandig en tijdrovend in gebruik. “Stel je grote archiefladen vol microfilms voor. Als onderzoeker moet je daar dan fysiek gaan zitten en ben je maanden, zo niet jaren, bezig”, zegt Veluwenkamp. En dus start in 2008 het Sonttolregisters Online (STRO) project, een samenwerking tussen de RUG en Tresoar met als doel de Sonttolregisters te verwerken in een online database. Omdat Veluwenkamp eerder met de archieven heeft gewerkt en het project nauw aansluit bij zijn expertise, wil hij graag projectleider worden vanuit de RUG: “Ik was hier echt in thuis. En ik begreep de mogelijkheden die digitaliseren kan bieden.” Vanuit Tresoar treedt Siem van der Woude als projectleider op. In eerste instantie wordt er 2,5 jaar uitgetrokken voor STRO. “Dat was achteraf gezien een beetje overenthousiast. Uiteindelijk werd het een gevalletje Noord/Zuidlijn, maar dan zonder de ingestorte huizen”, grapt Veluwenkamp.
Bevlogen vrijwilligers
Het is geen rare vergelijking. Het project zat meerdere keren in het nauw en is nog steeds niet afgerond. Een belangrijke oorzaak is de omvang en aard van de registraties. Het gaat om data van 1,8 miljoen doorvaarten, in een lastig te lezen handschrift. Het invoeren vergt niet alleen veel mankracht, maar ook veel instructie en feedback. Commercieel uitbesteden is te duur, en dus wordt er de eerste vijf jaar samengewerkt met een sociale werkplaats. In deze periode zijn er zo’n 1,5 miljoen doorvaarten verwerkt. Voor de laatste 300.000 registraties steunt het project volledig op vrijwilligers. “Zij moeten van tevoren een leestest doen, om te kijken of ze het oude handschrift redelijk kunnen lezen. Wie de test haalt is eigenlijk per definitie gegrepen. Sommigen houden van de puzzel van schrift ontcijferen, sommigen zijn heel erg geïnteresseerd in de geschiedenis. Maar allemaal zijn ze gemotiveerd en goed”, vertelt Veluwenkamp trots. “Er is zelfs een vrijwilliger uit Denemarken. Hij komt uit een lang geslacht van Sont-tollenaars.” Iemand die anno 2018 het handschrift van een van zijn verre voorvaderen leest en verwerkt. Het is een mooi beeld.
Nog niet met pensioen
Veluwenkamp geeft wekelijks instructies in Groningen en daarnaast regelmatig in Zwolle en Amsterdam. En dan voert hij zelf ook nog eens een halve dag per week gegevens in. Het is tekenend voor zijn betrokkenheid, want officieel is hij sinds vorig jaar met pensioen. “Ik heb er nog een halve weektaak aan, maar ik vind dat je mensen recht doet door geïnteresseerd te zijn en ze bij dit leuke maar vaak lastige werk te ondersteunen. Zij steken ten slotte veel van hun tijd in dit project. En ik vind het belangrijk dat we wat we begonnen zijn ook goed afronden.” Na zijn pensioen heeft Veluwenkamp het stokje overgedragen aan Anjana Singh, universitair docent Early Modern South Asia en Global History aan de RUG. “Mijn specialiteit is vroegmoderne geschiedenis en ik heb eerder onderzoek gedaan naar koopvaardij, onder andere naar de VOC. De Oostzeehandel is nog compleet nieuw terrein voor me, maar dat vind ik juist zo mooi. En ik zie veel mogelijkheden. Historici hebben bijvoorbeeld nog weinig onderzoek gedaan waarbij zowel de VOC als de Oostzeehandel centraal staan.”
Een duik in het verleden
De registers zijn niet alleen een belangrijke bron voor historici, maar ook voor economen. “Om economische modellen te toetsen heb je data nodig. En wij hebben data!”, zegt Veluwenkamp lachend. “Maar ook klimaatonderzoekers kunnen er veel uit halen”, vult Singh aan. “Zo kunnen zij kijken hoe lang ’s winters de vaart stillag wegens ijsvorming. En er kan onderzocht worden hoe ontbossing samenhangt met de export van verschillende soorten houtproducten in verschillende periodes.” De registraties die tot nu toe verwerkt zijn, zijn al vrij online beschikbaar. Wetenschappers uit verschillende disciplines hebben inmiddels onderzoek gepubliceerd op basis van STRO-data. Maar dat de registers eigenlijk voor iedereen interessant zijn, onderzoeker of niet, blijkt als we met z’n drieën door de database gaan. ‘Waar kom je vandaan?’ vraagt Veluwenkamp, en begint vervolgens met een enorme handigheid te zoeken naar de maritieme geschiedenis van mijn Friese geboorteplaats. Veluwenkamp is duidelijk in zijn element, en ik bevind me even in het verleden. Het is digitaal dwalen voor nieuwsgierige mensen.
Bijna écht met pensioen
De laatste loodjes wegen het zwaarst, ook voor het STRO-project. Bij het invoeren wordt er terug in de tijd gewerkt. En hoe verder terug, hoe lastiger het handschrift en hoe meer registraties per doorvaart. Maar net als voor de Noord/Zuidlijn is ook voor STRO de finish in zicht. Wanneer verwachten ze klaar te zijn? 2020? “Nee, ik denk wel eerder hoor”, zegt Veluwenkamp vlug. ‘Waarschijnlijk 2019 al wel.” “Ja, want in 2020 wil Jan Willem écht met pensioen!”, grapt Singh. En dan kunnen ze terugkijken op een prachtig project.
Laatst gewijzigd: | 24 juni 2024 16:09 |
Meer nieuws
-
10 juni 2024
Om een wolkenkrabber heen zwermen
In Makers van de RUG belichten we elke twee weken een onderzoeker die iets concreets heeft ontwikkeld: van zelfgemaakte meetapparatuur voor wetenschappelijk onderzoek tot kleine of grote producten die ons dagelijks leven kunnen veranderen. Zo...
-
21 mei 2024
Uitslag universitaire verkiezingen 2024
De stemmen zijn geteld en de uitslag van de universitaire verkiezingen is binnen!