Persoonlijke factoren en ernst ongeval bepalen uiteindelijke gevolgen licht hersenletsel
Niet alleen de ernst van het ongeval, maar ook persoonlijke factoren hebben grote invloed op de uiteindelijke gevolgen van licht traumatisch hersenletsel. Deze factoren zijn al vroeg na het ongeval vast te stellen, waardoor voor deze patiënten de juiste therapie en begeleiding te bepalen is. Dit kan voorkomen dat zij niet-volledig herstellen. Dit blijkt uit onderzoek van neuroloog Joukje van der Naalt van het Universitair Medisch Centrum Groningen, neuropsycholoog Joke Spikman en statisticus Marieke Timmerman van de afdeling Psychologie van de Rijksuniversiteit Groningen. Zij publiceren hierover in Lancet Neurology.
Hersenletsel veroorzaakt door een ongeval komt veel voor en de meeste patiënten lopen licht hersenletsel op na een ongeval. Veel patiënten herstellen niet-volledig en houden langdurig klachten die van invloed zijn op hun dagelijks functioneren. De onderzoekers gingen in de UPFRONT-studie na of het mogelijk is te bepalen welke patiënten het grootste risico hebben op een niet-volledig herstel. Van alle patiënten met licht hersenletsel stelden zij twee weken na het ongeval vast hoe ze omgingen met hun klachten (coping) en of zij stemmingsproblemen hadden. Deze gegevens combineerden zij met demografische gegevens en de ernst van het letsel. Na 6 maanden keken zij welke patiënten een niet-volledig herstel hadden. In de periode januari 2013 tot januari 2015 deden in totaal meer dan duizend patiënten mee aan het onderzoek, dat in het Elizabeth Ziekenhuis in Tilburg, Medisch Spectrum Twente en het UMCG werd uitgevoerd.
Uit de studie blijkt dat behalve de ernst van het ongeval, vooral persoonsgebonden factoren als het omgaan met de gevolgen van het hersenletsel, naast leeftijd, opleiding en eventuele psychische problemen vóór het ongeval, belangrijke factoren zijn die de mate van herstel bepalen 6 maanden na het ongeval. Volgens de onderzoekers zijn er twee belangrijke momenten om de patiënten te identificeren die hoger risico lopen op niet-volledig herstel. Allereerst is dit mogelijk op de spoedeisende hulp van het ziekenhuis, maar het is nauwkeuriger in de eerste weken na het ongeval de verschillende risicofactoren in kaart te brengen via een gesprek of vragenlijst. Doordat deze factoren al vroeg na het ongeval te bepalen zijn, geeft dit de behandelaars mogelijkheden om tijdig de juiste therapie en begeleiding voor deze groep patiënten te bieden.
Het onderzoek werd mede mogelijk gemaakt door de Nederlandse Hersenstichting.
- De publicatie in Lancet Neurology
- Joukje van der Naalt
- Joke Spikman
- Marieke Timmerman
Bron: nieuwsbericht UMCG
Laatst gewijzigd: | 20 juni 2024 07:56 |
Meer nieuws
-
17 december 2024
Autisme bij vrouwen: camoufleren eist zijn tol
Vrouwen met autisme krijgen vaak later een diagnose dan mannen. Onderzoeker Yvonne Groen ontwikkelde samen met haar collega’s een screeningsinstrument om de diagnose te vergemakkelijken.
-
26 november 2024
De angst om te eten
Renate Neimeijer doet onderzoek naar eetstoornissen bij kinderen en jongeren. Haar lopende onderzoek richt zich op de vermijdende en restrictieve voedselinname stoornis ARFID.
-
05 november 2024
Hebben ouders invloed op de roze of grijze bril van hun kinderen?
Hoe ontstaat een positieve blik eigenlijk? In hoeverre is opvoeding hierbij van belang? En welke rol speelt optimisme eigenlijk in het dagelijks leven van ouders en kinderen? Charlotte Vrijen probeert een antwoord te vinden op deze vragen. Ze doet...