Interpretatie van pijn bepaalt pijnbeleving
Als mensen hun chronische pijnklachten extreem negatief interpreteren, dan heeft dat een negatief effect op hun pijnbeleving; een meer accepterende houding kan juist een positieve invloed hebben. Dit blijkt uit onderzoek van psycholoog Maaike de Boer van het Universitair Medisch Centrum Groningen. Zij concludeert verder dat een cognitief-gedragsmatige behandeling via internet voor chronische pijn effectief is en op sommige vlakken zelfs beter werkt dan face-to-face groepsbehandeling. Ook kost internetbehandeling minder dan de face-to-face groepsbehandeling. De Boer promoveert op 30 oktober aan de Rijksuniversiteit Groningen.
Maaike de Boer richtte zich in haar onderzoek op psychologische mechanismen en -behandeling van chronische pijn. Leven met chronische pijn vormt een groot probleem voor degenen die er aan lijden. Chronische pijn heeft negatieve invloed op verschillende aspecten van het leven. Vaak kan het niet afdoende verholpen worden door een medische behandeling. Chronische pijn komt zeer veel voor en de kosten van chronische pijn voor de maatschappij zijn enorm. Tegenwoordig wordt algemeen erkend dat psychologische factoren een belangrijke rol spelen bij chronische pijn.
Bepalend voor pijnbeleving
Uit het onderzoek van De Boer blijkt dat chronische pijn een zeer veelvoorkomend probleem is, niet alleen bij patiënten, maar ook onder mensen uit de algemene bevolking. Meer dan een derde deel van de bevolking heeft last van pijnklachten, waarbij een kwart van hen aangeeft al langer dan 6 maanden pijn te hebben.
De Boer stelde vast dat de mate waarin mensen catastroferen over hun pijn, bepalend is voor de pijnbeleving. Catastroferen is het overdreven negatief interpreteren daadwerkelijke of verwachte pijn. De mate waarin mensen hun eigen pijn erg negatief interpreteren en benaderen, heeft invloed op de manier waarop zij hun pijn ervaren. Ook kan dit leiden tot meer en vaker bezoek aan artsen en meer gebruik van pijnmedicatie. Meer acceptatie van negatieve ervaringen kan een positieve invloed hebben op de manier waarop mensen pijn beleefd wordt. De Boer pleit er voor om de mate waarin mensen catastroferen over pijn, specifiek in kaart te brengen. Het verminderen van dit catastroferen moet in haar ogen het doel zijn van de behandeling van chronische pijn.
Psychologische behandeling
Psychologische behandeling van chronische pijn kan goed plaatsvinden in de eerste lijnszorg en hoeft niet in een ziekenhuis plaats te vinden. Doel van psychologische behandeling is niet zozeer pijnvermindering, maar het verminderen van de specifieke psychische belasting. De Boer bekeek het effect van een cognitief-gedragsmatige groepsbehandeling gericht op het beter leren omgaan met pijn en concludeerde dat de deelnemers hierdoor minder catastrofale gedachten over hun pijn en pijnbeleving hadden.
Internetbehandeling
Behandeling kan tegenwoordig ook via internet plaatsvinden. De Boer vergeleek het effect van cognitief-gedragsmatige behandeling als die in een groep of via internet werd aangeboden. Hieruit bleek dat de behandeling via internet minstens even effectief was als een groepsbehandeling en op sommige uitkomstmaten zelfs meer effect had. De Boer: ‘Behandeling via internet lijkt een nuttige en kosteneffectieve aanvulling te zijn op al bestaande behandelingen van chronische pijn. Het biedt de voordelen van toegankelijkheid, flexibiliteit en een duidelijke focus op self-management. Het internet kan behandeling van chronische pijn beter toegankelijk maken.’
Curriculum vitae
Drs M.J. de Boer (Harlingen, 1977) studeerde Psychologie aan de Rijksuniversiteit Groningen. Zij deed haar onderzoek bij het Pijncentrum van de afdeling Anesthesiologie en bij de onderzoeksschool GUIDE van het UMCG. De titel van haar proefschrift is ‘Living with chronic pain. Mechanisms and interventions.’ Na haar promotie blijft zij werkzaam als post-doc in het UMCG.
Noot voor de pers
Voor meer informatie kunt u contact opnemen met de persvoorlichters van het UMCG, bereikbaar op telefoonnummer (050) 361 22 00
Laatst gewijzigd: | 13 maart 2020 02:18 |
Meer nieuws
-
26 november 2024
De angst om te eten
Renate Neimeijer doet onderzoek naar eetstoornissen bij kinderen en jongeren. Haar lopende onderzoek richt zich op de vermijdende en restrictieve voedselinname stoornis ARFID.
-
05 november 2024
Hebben ouders invloed op de roze of grijze bril van hun kinderen?
Hoe ontstaat een positieve blik eigenlijk? In hoeverre is opvoeding hierbij van belang? En welke rol speelt optimisme eigenlijk in het dagelijks leven van ouders en kinderen? Charlotte Vrijen probeert een antwoord te vinden op deze vragen. Ze doet...
-
10 september 2024
Steeds weer de verkeerde
Julie Karsten onderzoekt hoe ervaringen met seksueel grensoverschrijdend gedrag de online partnerkeuze van jongeren beïnvloeden. Ze richt zich vooral op de vraag of mensen die eerder ‘dader’ of ‘slachtoffer’ zijn geweest elkaar opzoeken. Door deze...