Beginnende leraren zeer gebaat bij intensieve begeleiding
Beginnende nog onervaren leraren zijn zeer gebaat bij systematische begeleiding. Het is bovendien hard nodig om startende leraren intensief te ondersteunen tijdens hun leerproces, om op die manier het verlies aan ervaring te kunnen compenseren dat ontstaat als gevolg van de aanstaande pensionering van een grote groep zeer ervaren leraren. Dat blijkt uit onderzoek van de Rijksuniversiteit Groningen onder leiding van Michelle Helms-Lorenz en Wim van de Grift.
Een vergrijzingsgolf stelt het Nederlandse onderwijs de komende jaren voor een uniek probleem: hoe moet het verlies aan ervaring worden opgevangen door jonge leraren die net beginnen? Het duurt gemiddeld vijftien tot twintig jaar voordat een docent op eigen kracht de top van zijn didactische kunnen bereikt. Langlopend onderzoek in het basisonderwijs laat zien dat leraren sneller de top van hun vaardigheden bereiken als zij gericht worden begeleid. De resultaten van het RUG-onderzoek vormen de inspiratie voor het landelijk beleid dat op 4 oktober in de Lerarenagenda is aangekondigd. Het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap wil dat alle beginnende leraren in de toekomst goed worden ingewerkt.
Nieuw inwerktraject
Gedurende drie jaar is bij ruim zestig scholen een nieuw inwerktraject voor beginnende leraren onderzocht. Bij de helft van de scholen werden startende leraren op een nieuwe manier begeleid door schoolopleiders en vakcoaches. Met behulp van vragenlijsten werd het effect daarvan op de leerlingen gemeten. Het experiment wijst uit dat intensievere begeleiding op twee punten belangrijke voordelen biedt. In de eerste plaats leidt betere begeleiding tot meer betrokkenheid bij leerlingen. De leerlingen wisten ook vaker wat de bedoeling was van de les, vonden de uitleg vaker duidelijk, werden door hun leraar vaker aan het denken gezet en vonden vaker dat ze hulp of steun kregen wanneer ze iets niet snapten of moeilijk vonden. Bovendien voelden de nieuwe leraren zich sneller bekwaam in de klas.
Beroepsverlating
Ook blijkt uit het onderzoek dat oordelen van leerlingen een goede indicatie geven over het succes of falen van de aanpak en werkstijl van een leraar. Als leerlingen oordelen dat een leraar geen orde kan houden of er niet in slaagt een duidelijke instructie te verzorgen, dan vergroot dat de kans op beroepsverlating door die leraar. Beginners die deze basale vaardigheden wel beheersen, worstelen vaak nog met het aanleren van meer complexe vaardigheden, zoals het adequaat inspelen op verschillen tussen leerlingen.
Complexe inzichten
‘Het is belangrijk om te benadrukken dat het geen kwestie is van gebrek aan motivatie en inzet’, zegt Helms-Lorenz. ‘De meeste beginnende leraren zijn enthousiast en gemotiveerd, maar ze hebben de meer complexe inzichten in leerprocessen simpelweg nog niet ontwikkeld, inzichten waarover meer ervaren leraren wél beschikken. Ben je bijvoorbeeld in staat om tijdens de voortgaande les een leerling met een leerachterstand een alternatieve leerstrategie uit te leggen die ook echt kans van slagen heeft bij die leerling? Dat zijn situaties die elke dag kunnen voorkomen maar verre van eenvoudig zijn op te lossen.’
Versneld zelfinzicht
De begeleidingsmethode die in toekomstig onderzoek in het voortgezet onderwijs getoetst wordt, bestaat uit het volgen van beginnende leraren door deskundigen. Zij beoordelen het werk van beginners in de klas met behulp van een lijst belangrijke criteria, waaronder het geven van heldere instructie en het handhaven van respectvolle omgangsvormen in de klas. De methode biedt nieuwe leraren in feite een versneld inzicht in het eigen functioneren.
Helms-Lorenz: ‘Door op die manier te werken, kan de begeleiding zich telkens richten op één stapje dat de docent hoger op de ervaringsladder brengt. Daardoor kan aandacht worden besteed aan een smalle selectie aan vaardigheden, zodat de beginnende leraar niet onnodig belast wordt.’
Meer informatie
Michelle Helms-Lorenz is als psycholoog en onderwijskundige verbonden aan de Lerarenopleiding van de Rijksuniversiteit Groningen. Ze leidde het driejarige experiment waarin de effecten van inwerk-trajecten is getest. Vanaf dit schooljaar tot 2019 zal het onderzoeksteam onder leiding van Helms-Lorenz en Wim van de Grift een verder verfijnd inwerktraject toetsen op scholen in Noord-Nederland. Ook zullen zij de effectiviteit evalueren van de landelijke inwerktrajecten die in de Lerarenagenda 2013-2020 van de bewindslieden van het Ministerie van Onderwijs, Wetenschap en Cultuur zijn aangekondigd.
Contact: Michelle Helms-Lorenz
Laatst gewijzigd: | 13 maart 2020 02:16 |
Meer nieuws
-
17 december 2024
Autisme bij vrouwen: camoufleren eist zijn tol
Vrouwen met autisme krijgen vaak later een diagnose dan mannen. Onderzoeker Yvonne Groen ontwikkelde samen met haar collega’s een screeningsinstrument om de diagnose te vergemakkelijken.
-
16 december 2024
Jouke de Vries: ‘De universiteit zal wendbaar moeten zijn’
Aan het einde van 2024 blikt collegevoorzitter Jouke de Vries terug op het afgelopen jaar. Daarbij gaat hij in op zijn persoonlijke hoogte- en dieptepunten en kijkt hij vooruit naar de toekomst van de universiteit in financieel moeilijke tijden.
-
26 november 2024
De angst om te eten
Renate Neimeijer doet onderzoek naar eetstoornissen bij kinderen en jongeren. Haar lopende onderzoek richt zich op de vermijdende en restrictieve voedselinname stoornis ARFID.