Dysfunctional automatic associations in anxiety and depression
Promotie: mw. K.A. Glashouwer, 14.30 uur, Academiegebouw, Broerstraat 5, Groningen
Proefschrift: Dysfunctional automatic associations in anxiety and depression
Promotor(s): prof.dr. P.J. de Jong, prof.dr. B.W.J.H. Penninx
Faculteit: Gedrags- en Maatschappijwetenschappen
Disfunctionele automatische associaties lijken angst en depressie in stand te houden
Disfunctionele automatische associaties lijken bij te dragen aan de instandhouding van angststoornissen en depressie. Behandelingen voor angst en depressie zouden zich daarom niet alleen moeten richten op de verandering van ‘expliciete overtuigingen’, maar ook op disfunctionele automatische associaties. Dit concludeert GZ-psycholoog Klaske Glashouwer in haar proefschrift.
Angststoornissen en depressie vormen een groot maatschappelijk probleem. Maar liefst een op de vijf mensen lijdt aan deze stoornissen en zelfs na succesvolle behandeling blijven de symptomen voor veel mensen terugkomen. Daarom is het van belang om meer te weten te komen over waarom depressie en angststoornissen zo hardnekkig zijn. Klaske Glashouwer onderzocht of automatische associaties hierbij wellicht een belangrijke rol spelen. Automatische associaties kunnen worden geactiveerd zonder dat iemand daar direct invloed op uit kan oefenen. Dit is vaak functioneel, omdat het mensen helpt snel te handelen in allerlei situaties. In sommige gevallen zijn automatische associaties mogelijk disfunctioneel, zoals bij depressie en angststoornissen. De promovenda maakte voor haar onderzoek gebruik van gegevens van de grootschalige longitudinale Nederlandse Studie naar Depressie en Angst (www.nesda.nl). Kenmerkend voor mensen met een angststoornis of depressie bleken inderdaad disfunctionele automatische associaties te zijn. Zij vertoonden bijvoorbeeld sterkere associaties tussen ‘ik’ en ‘hopeloos’ of ‘ik’ en ‘angstig’. Ook bleken disfunctionele automatische associaties samen te hangen met suïcidale gedachten, klachten die vaak voorkomen bij depressie. Verder vonden we dat sterkere disfunctionele automatische associaties samenhangen met een kleinere kans om te herstellen van depressie en angststoornissen en met een grotere kans om een angststoornis te ontwikkelen. De uitkomsten van dit proefschrift sluiten aan bij het idee dat disfunctionele automatische associaties bijdragen aan de hardnekkigheid van angststoornissen en depressie. Behandelingen voor angst en depressie moeten zich daarom niet alleen richten op de verandering van ‘expliciete overtuigingen’, maar ook op de verandering van disfunctionele automatische associaties.
Klaske Glashouwer (Kootstertille, 1982) studeerde klinische psychologie aan de Radboud Universiteit Nijmegen. Ze werkt als GZ-psycholoog en onderzoeker bij Accare, kinder- en jeugdpsychiatrie (Centrum voor Eetstoornissen) en is daarnaast verbonden aan de afdeling klinische psychologie van de RUG als docent/onderzoeker. Haar onderzoek voerde ze uit bij de leerstoelgroep experimentele psychopathologie binnen de afdeling klinische psychologie van de RUG. Deze afdeling is onderdeel van de Nederlands-Vlaamse onderzoekschool "Experimentele Psychopathologie" (EPP). Het werd gefinancierd door Psy-opleidingen Noord Oost.
Laatst gewijzigd: | 13 maart 2020 00:58 |
Meer nieuws
-
05 november 2024
Hebben ouders invloed op de roze of grijze bril van hun kinderen?
Hoe ontstaat een positieve blik eigenlijk? In hoeverre is opvoeding hierbij van belang? En welke rol speelt optimisme eigenlijk in het dagelijks leven van ouders en kinderen? Charlotte Vrijen probeert een antwoord te vinden op deze vragen. Ze doet...
-
10 september 2024
Steeds weer de verkeerde
Julie Karsten onderzoekt hoe ervaringen met seksueel grensoverschrijdend gedrag de online partnerkeuze van jongeren beïnvloeden. Ze richt zich vooral op de vraag of mensen die eerder ‘dader’ of ‘slachtoffer’ zijn geweest elkaar opzoeken. Door deze...
-
09 september 2024
Mensen met psychose vaak slachtoffer van geweld
Mensen met een psychose worden veel vaker slachtoffer van geweld en criminaliteit dan de algemene bevolking. Dit blijkt uit het promotieonderzoek van Bertine de Vries, dat zij op 19 september verdedigt aan de Rijksuniversiteit Groningen.