Multitasken is lang niet altijd efficiënt en vraagt om keuzes
Ons werkgeheugen kan slechts één element tegelijk bevatten. Als we meer elementen moeten onthouden, slaan we die op in ons langetermijngeheugen. Met als gevolg dat het terughalen van die informatie meer tijd kost en leidt tot meer fouten. Dat concludeert Jelmer Borst uit zijn onderzoek naar multitasken. Borst promoveert 20 april 2012 aan de Rijksuniversiteit Groningen.
Al eerder was bekend dat multitasken goed gaat, zolang voor de verschillende taken niet dezelfde hersengebieden nodig zijn. Borst onderzocht hoe ons geheugen omgaat met verschillende taken. Hij liet proefpersonen steeds schakelen tussen twee taken. Ze moesten bijvoorbeeld twee grote getallen bij elkaar optellen en tussendoor - met telkens onderbrekingen, ‘ga nu weer terug naar de som’ - een woord van tien letters intypen, zonder dat dat op een scherm zichtbaar was.
Afwisseling van taken
Soms was het afwisselen van die taken eenvoudig: proefpersonen moesten dan maximaal één element onthouden. Andere keren was de afwisseling van taken minder eenvoudig: proefpersonen moesten in dat geval tegelijkertijd verschillende elementen onthouden. Dat laatste is tijdens multitasken vaak aan de orde.
Model
Borst zag dat proefpersonen bij die complexe taken langzamer waren en meer fouten maakten. Naar aanleiding van zijn tests postuleert Borst een model over de werking van ons werkgeheugen, met als basis het gegeven dat het werkgeheugen maar één element tegelijkertijd onthoudt.
Vervolgvraag
Het promotie-onderzoek van Borst is een onderdeel van het onderzoek van zijn promotor, Niels Taatgen, hoogleraar Cognitive Modelling aan de Rijksuniversiteit Groningen. Dat onderzoek begon met de primaire vraag wanneer multitasken goed gaat en wanneer niet. Die vraag is nu beantwoord: multitasken is lang niet altijd efficiënt en vraagt om keuzes. Taatgen gaat daarom nu aan de slag met een vervolgvraag: hoe maken mensen keuzes in multitasken en wanneer is een keuze wel of niet goed?
Ondersteuning in multitasking
Een antwoord op deze vraag kan ons helpen om manieren te bedenken om mensen betere keuzes te laten maken, denkt Taatgen. De werkomgeving kan zo worden ingericht dat mensen op de juiste momenten besluiten om hun e-mail te lezen, of juist toegankelijk te zijn voor onderbrekingen door collega's. Taatgen: ‘Dit zorgt er niet alleen voor dat mensen efficiënter werken, maar geeft ze ook het idee dat ze werk gedaan te krijgen, in plaats van het gevoel dat ze speelbal zijn van hun omgeving.’
CV
Jelmer Borst (Oenkerk, 1983) studeerde Kunstmatige Intelligentie met een master Behavioral and Cognitive Neurosciences aan de Rijksuniversiteit Groningen. Momenteel is hij als postdoc werkzaam aan Carnegie Mellon University in Pittsburgh, VS.
Noot voor de pers
Meer informatie:
- Jelmer Borst, jelmerborst gmail.com
- Prof. dr. Niels Taatgen
Laatst gewijzigd: | 13 maart 2020 01:49 |
Meer nieuws
-
05 november 2024
ERC Synergy subsidie van vijf miljoen voor synthetisch celonderzoek
Professor Bert Poolman ontvangt samen met prof. Petra Schwille een ERC Synergy subsidie van vijf miljoen euro voor synthetisch celonderzoek.
-
05 november 2024
Hebben ouders invloed op de roze of grijze bril van hun kinderen?
Hoe ontstaat een positieve blik eigenlijk? In hoeverre is opvoeding hierbij van belang? En welke rol speelt optimisme eigenlijk in het dagelijks leven van ouders en kinderen? Charlotte Vrijen probeert een antwoord te vinden op deze vragen. Ze doet...
-
28 oktober 2024
CogniGron: Een revolutie in toekomstbestendig computergebruik
In dit eerste artikel van de tweedelige CogniGron-serie vertellen Beatriz Noheda, Niels Taatgen en Erika Covi over het menselijk brein als bron van inspiratie bij het ontwikkelen van nog slimmere apparaten.