Melkkoeien hebben eigen temperament
Melkkoeien verschillen al van jongs af aan onderling sterk in de manier waarop zij reageren op prikkels uit de omgeving. Dit temperament bepaalt de reacties van het dier tijdens stressvolle situaties, maar beïnvloedt mogelijk ook de algehele gezondheid. In de toekomst zou temperament in de fokkerij gebruikt kunnen worden om de robuustheid en het welzijn van melkkoeien te verbeteren. Dat concludeert zoötechnicus Kees van Reenen, die op 30 maart 2012 promoveert aan de Rijksuniversiteit Groningen.
Van Reenen volgde zwartbonte Holstein-Friesian melkkoeien van kalf tot koe. Hij onderwierp de dieren aan gedragstesten en fysiologische onderzoeken om te bepalen hoe zij reageerden op externe prikkels. Hij lette daarbij bijvoorbeeld op schrikreacties, loeien, trappen, hartslag en afgifte van cortisol, als uiterlijke kenmerken van onderliggende eigenschappen die samen het temperament bepalen, waaronder ‘angstigheid’, de behoefte aan sociaal contact en bewegingsactiviteit.
Jerrycan
Om de verschillen in reacties te bestuderen bracht Van Reenen de dieren in potentieel stressvolle situaties: gedurende korte tijd vastgezet aan een halter, afgezonderd van soortgenoten en geconfronteerd met een persoon of onbekend voorwerp. Voor deze laatste test gebruikte hij een jerrycan. ‘Het kalf of de koe betreedt bij deze test een kale ruimte waarin na enkele minuten via een katrol een gekleurde jerrycan verschijnt,’ vertelt Van Reenen. ‘De variatie tussen de dieren onderling wordt dan goed zichtbaar: het ene dier maakt al binnen enkele seconden contact met de jerrycan, een ander dier durft het ding de hele test van tien minuten niet aan te raken.’
Angstremmer
Van Reenen kon deze angstreactie ook fysiologisch meten: de dieren die snel en langdurig contact maakten met de jerrycan, hadden lagere bloedwaarden van het stresshormoon cortisol en een lagere hartslag dan dieren die de kat uit de boom keken. Om te bewijzen dat er daadwerkelijk sprake was van een angstreactie, diende Van Reenen de dieren een angstremmer (brotizolam) toe. Van Reenen: ‘De tijd in contact met de jerrycan nam sterk toe bij dieren die een angstremmer kregen en de cortisolwaarden na de test daalden ook sneller.’
Loeien
Hoewel loeien op het eerste gezicht gemakkelijk als angstreactie aanmerkt zou kunnen worden, bleek dit toch niet het geval te zijn. Van Reenen: ‘Het aantal keren loeien veranderde niet door toediening van brotizolam. Daarnaast hebben kalveren die veel loeien tijdens afzondering van soortgenoten, later, als vaars, een hogere melkafgifte wanneer ze voor het eerst gemolken worden dan dieren die minder loeiden. Loeien is dus geen angstrespons, maar waarschijnlijk een vorm van sociaal gedrag: een teken dat ze graag in de buurt van soortgenoten willen zijn.’ Dergelijke dieren zouden in stressvolle situaties, zoals gemolken worden, gebaat kunnen zijn bij sociaal contact met andere dieren.
Robuustheid
Opvallend is dat de gevonden temperamentverschillen consistent bleken binnen een individu gedurende de hele onderzoeksperiode. Van Reenen: ‘Dat laat zien dat temperament een stabiele onderliggende eigenschap van het dier is. Uit onderzoek bij een groot aantal andere diersoorten, zoals koolmezen en ratten, weten we dat het temperament invloed kan hebben op gezondheid en welzijn van het dier. Wanneer dat ook bij melkkoeien het geval is, zou de fokkerij temperament kunnen zien als toekomstig onderdeel van een robuuste koe, net als een goed beenwerk, een goede vruchtbaarheid en een lage gevoeligheid voor uierontsteking (mastitis).’
Curriculum Vitae
Kees van Reenen (Bedum, 1961) studeerde zoötechniek aan de toenmalige Landbouwuniversiteit Wageningen. Zijn onderzoek voerde hij uit bij de afdeling Livestock Research van Wageningen UR in samenwerking met de afdeling gedragsfysiologie van de Rijksuniversiteit Groningen. Van Reenen promoveert tot doctor in de wiskunde en natuurwetenschappen bij prof.dr. J.M. Koolhaas (RUG) en prof.dr. H.J. Blokhuis (Universiteit van Uppsala, Zweden). De titel van zijn proefschrift luidt: Identifying temperament in dairy cows. A longitudinal approach.
Noot voor de pers
Meer informatie: Kees van Reenen, tel. 0320-238 203, e-mail: kees.vanreenen wur.nl
Laatst gewijzigd: | 13 maart 2020 01:51 |
Meer nieuws
-
05 november 2024
ERC Synergy subsidie van vijf miljoen voor synthetisch celonderzoek
Professor Bert Poolman ontvangt samen met prof. Petra Schwille een ERC Synergy subsidie van vijf miljoen euro voor synthetisch celonderzoek.
-
28 oktober 2024
CogniGron: Een revolutie in toekomstbestendig computergebruik
In dit eerste artikel van de tweedelige CogniGron-serie vertellen Beatriz Noheda, Niels Taatgen en Erika Covi over het menselijk brein als bron van inspiratie bij het ontwikkelen van nog slimmere apparaten.
-
24 oktober 2024
Zeven wetenschappers van RUG en UMCG ontvangen Vidi-beurs
De Nederlandse Organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek (NWO) heeft een Vidi- financiering van maximaal €800.000 toegekend aan Laura Baams, M.J. Bonder, Ranko Gacesa, Kristina Haslinger, Julian Koellermeier, Cyril Moers, Adrià Rofes en Judith E...