Skip to ContentSkip to Navigation
Over ons Actueel Nieuws Nieuwsberichten

Echografie minder belastende methode om ‘goed’ en ‘fout’ buikvet te meten

25 januari 2012

Onderscheid maken tussen ‘goed’ -onderhuids- buikvet en ‘fout’ -visceraal- buikvet, dat onder de buikspieren zit en de organen omhult, is belangrijk om de risico’s op suikerziekte en hart- en vaatziekten te bepalen. In het Universitair Medisch Centrum Groningen (UMCG) is hiertoe een nieuwe, echografische methode ontwikkeld en gevalideerd. Deze methode is goedkoper en minder belastend dan de CT- en MRI-scan, die vaak dit doel kunnen worden gebruikt. Onderzoekster Emanuella de Lucia Rolfe heeft aangetoond dat de echografische buikvetmeting zowel bij baby’s, kinderen als volwassenen goede resultaten geeft. De Lucia Rolfe promoveert op 30 januari 2012 aan de Rijksuniversiteit Groningen op de resultaten van haar onderzoek.

Overgewicht is een bekende risicofactor voor het ontwikkelen van suikerziekte en hart- en vaatziekten, maar de plek waar het zich bevindt is minstens zo belangrijk. Onderhuids vet heeft een gering effect op het ontstaan van aderverkalking, een grotere hoeveelheid visceraal vet hangt samen met hogere risico’s op hart- en vaatziekten. Dit geldt ook voor diabetes2, ouderdomssuikerziekte. Om de effecten van preventieve maatregelen tegen hart- en vaatziekten nauwkeurig te kunnen bepalen, is het dus van groot belang om goed onderscheid tussen onderhuids en visceraal vet te kunnen maken.

Betrouwbare methode

Het maken van een echografie is eenvoudiger, minder belastend en goedkoper, dan het maken van scans met CT of MRI. Deze laatste methoden zijn vaak niet toepasbaar in grootschalige medische studies en in onderzoek bij kinderen vanwege ethische en praktische bezwaren. Met behulp van de echografische methode kan goed worden gemeten hoeveel onderhuids buikvet er zit tussen de huid en het buikvlies, en hoeveel visceraal vet zich tussen het buikvlies en de wervelkolom bevindt. De Lucia Rolfe concludeert dan ook dat de echografie een geschikte en betrouwbare methode is om beide soorten buitvet te kwantificeren.

Jonge kinderen

Vooral bij hele jonge kinderen is onderzoek naar de verdeling van buikvet gewenst om het ontstaan van overgewicht en de effecten van preventieve maatregelen te kunnen bepalen. De Lucia Rolfe deed onderzoek naar relaties tussen het geboortegewicht, de hoeveelheid onderhuids en visceraal vet, de snelheid van gewichtstoename na de geboorte, en borstvoeding. Zij stelde vast dat een snelle toename van het gewicht in de eerste levensmaanden leidde tot een toename van visceraal buikvet. Een positief effect van borstvoeding was dat kinderen tussen 3 en 12 maanden minder visceraal buikvet ontwikkelden, dan de kinderen die flesvoeding kregen.

Curriculum Vitae

Emanuella de Lucia Rolfe (Stoke-on-Trent, Engeland, 1975) studeerde gezondheidswetenschappen aan de London School of Hygiene & Tropical Medicine. Zij voerde haar onderzoek uit bij de Afdeling Epidemiologie van het UMCG en de MRC Epidemiology Unit in Cambridge, Engeland. Haar onderzoek werd gefinancierd door de Medical Research Councils (MRC) in Engeland en Zuid-Afrika, het UMCG, The Hutchinson Whampoa Ltd., het Cambridge University Hospitals NHS Trust NIHR Biomedical Research Center, het World Cancer Research Fund International, de Europese Unie (Framework V programma) en de Mothercare Group Foundation. Na haar promotie blijft De Lucia Rolfe werkzaam bij de MRC Epidemiology Unit in Cambridge, waar zij werkzaam blijft in samenwerkingsprojecten met het UMCG. De titel van haar proefschrift is 'The epidemiology of abdominal adiposity: validation and application of ultrasonography to estimate visceral and subcutaneous abdominal fat and identify their early determinants.'

Noot voor de redactie

Voor meer informatie kunt u contact opnemen met de afdeling persvoorlichting van het UMCG, bereikbaar op telefoonnummer (050) 361 22 00.

Laatst gewijzigd:13 maart 2020 01:50
View this page in: English

Meer nieuws

  • 16 december 2024

    Jouke de Vries: ‘De universiteit zal wendbaar moeten zijn’

    Aan het einde van 2024 blikt collegevoorzitter Jouke de Vries terug op het afgelopen jaar. Daarbij gaat hij in op zijn persoonlijke hoogte- en dieptepunten en kijkt hij vooruit naar de toekomst van de universiteit in financieel moeilijke tijden.

  • 27 augustus 2024

    UMCG gaat onderzoeksfaciliteiten beschikbaar stellen voor geneesmiddelenontwikkeling

    Om de beschikbaarheid en effectiviteit van geneesmiddelen in Nederland te verbeteren gaat het UMCG het bedrijf G² Solutions opzetten. Dit bedrijf moet ervoor gaan zorgen dat belangrijke technologische ontwikkelingen op het gebied van DNA sequencing...

  • 17 juli 2024

    Veni-beurzen voor tien onderzoekers

    Aan tien onderzoekers van de Rijksuniversiteit Groningen en het UMCG is een Veni-beurs van maximaal 320.000 euro toegekend. De Veni-beurzen worden jaarlijks toegekend door de Nederlandse Organisatie voor Wetenschappelijk onderzoek (NWO) en zijn...