Herman van Hall (1801-1874)
In 1815 werd landhuishoudkunde als zelfstandig vak aan de Faculteit der Wiskunde en Natuurwetenschappen geïntroduceerd. De colleges waren vooral bestemd voor studenten theologie, zodat zij later als predikant boeren met hun landbouwkundige kennis zouden kunnen bijstaan.
Van Hall kreeg als hoogleraar het beheer over de verzameling demonstratiemodellen en de economische tuin, een proeftuin met winstgevende landbouwgewassen.
In 1842 legde Van Hall de basis voor een landhuishoudkundige school. Omdat hij een groot voorstander was van de combinatie van theorie en praktijk, zorgde hij ervoor dat er een boerderij aan werd verbonden.
Van Hall was van talrijke genootschappen actief lid. Hij zette zich op brede schaal in om boeren goede voorlichting te geven en heeft hiermee de grondslag gelegd voor een betere bedrijfsvoering in de landbouw.
Laatst gewijzigd: | 13 augustus 2021 15:22 |