Skip to ContentSkip to Navigation
UniversiteitsmuseumOnderdeel van Rijksuniversiteit Groningen
Universiteitsmuseum
museum Geschiedenis van de Rijksuniversiteit Groningen

1800 - 1900

01 januari 1800
Petrus Driessen
Petrus Driessen

1800: Revolutionair scheikundige

Hoogleraar scheikunde Petrus Driessen (1753-1828) was een man met uitzonderlijke denkbeelden voor zijn tijd. De slogan 'afval bestaat niet' van een moderne afvalverwerker zou Driessens motto kunnen zijn geweest. Al rond 1800 was hij druk bezig met duurzaamheid en afvalverwerking!

Zegel van de Keizerlijke Universiteit
Zegel van de Keizerlijke Universiteit

1812: De Keizerlijke Universiteit

Als gevolg van de Franse inlijving van de Nederlanden wordt de Groningse universiteit onderdeel van de Keizerlijke Universiteit te Parijs. Even leek het erop dat de universiteit haar deuren moest sluiten, want de Fransen wilden in eerste instantie maar één universiteit handhaven in Nederland, en dat was Leiden. Echter, een Franse inspectiecommissie vond de afstand van het Noorden tot Leiden wel erg groot en was bovendien gecharmeerd van Groningen, waardoor de Groningse universiteit voortaan de Keizerlijke Universiteit in Groningen mocht heten. Hierbij heeft meegespeeld dat de universiteit van Groningen er dankzij de steun van de Oranjes er een stuk beter aan toe was dan de concurrent Franeker.


Het nieuwe academiegebouw van 1850
Het nieuwe academiegebouw van 1850

1815: 'Rijkshogeschool'

Na de Franse bezetting verandert de universiteit in een Rijkshogeschool. Ondanks het weer toenemende aantal studenten en de opdeling van de faculteit van de Vrije kunsten in de faculteit der Letteren en wijsbegeerte en de faculteit Wis- en natuurkunde, is het voortbestaan van de universiteit niet verzekerd. Het aantal studenten blijft steken onder de tweehonderd.


Sociëteit Mutua Fides (ca 1890)
Sociëteit Mutua Fides (ca 1890)

2 februari 1815: Het oudste studentencorps

Aan het begin van de 19e eeuw waren de studenten en universitaire bestuurders ontevreden over de macht en op geld gerichte ontgroeningspraktijken. In de meer burgerlijke wereld van na de Franse Revolutie hingen ze een vormingsideaal aan. De studentencultuur moest erop gericht zijn omgangsvormen en attitudes te vormen waarin de academische kennis betekenis kreeg. Om dit te bereiken werd op 2 februari 1815 het nu oudste studentencorps van Nederlands opgericht: Vindicat atque Polit, met als sociëteit Mutua Fides (Wederzijds vertrouwen). Lees meer over Vindicat en de de veredeling der studenten.


Het wagentje van Stratingh
Het wagentje van Stratingh

1835: Het wagentje van Stratingh

Hoogleraar scheikunde Sibrandus Stratingh (1785-1841) hield van experimenteren. Op 22 augustus 1834 maakte hij als eerste Nederlander een ritje in een door stoom aangedreven rijtuig. Koning Willem ! was onder de indruk en gaf hem een aanmoedigingspremie van 600 gulden om verder te experimenteren. In 1835 bouwde Stratingh een elektrisch aangedreven voertuig, dat liep op een batterij. Het is vermoedelijk de eerste plug-in-auto ter wereld. Bekijk hier een filmpje van Unifocus over dit bijzondere wagentje.


Het academiegebouw rond 1850
Het academiegebouw rond 1850

1846: Een nieuw Academiegebouw

Na ruim tweehonderd jaar wordt het middeleeuwse klooster waarin de academie was gehuisvest afgebroken. Op dezelfde plek verrijst in 1850 een nieuw Academiegebouw in neoclassicistische stijl. De bovenverdieping van het gebouw wordt ingericht als Museum van Natuurlijke Historie, met een uitgebreide studiecollectie opgezette vogels, skeletten, en preparaten op sterk water. De afbeelding hiernaast geeft een goed beeld van hoe het nieuwe academiegebouw eruit zag. Het moet een lust zijn geweest in zo’n mooi pand te mogen studeren!


Craniometrie (schedelmeten)
Craniometrie (schedelmeten)

1850: Een Friese schedel

Verschillen Friezen van Groningers? Rond 1850 werden in Friesland en Groningen veel wierden en terpen, bronnen van humusrijke aarde, commercieel afgegraven. Hierbij kwamen veel interessante prehistorische voorwerpen tevoorschijn die het archeologisch onderzoek in Friesland en Groningen aanwakkerden. Zo ook bij Arend Folmer, huisarts te Eenrum, die zich na het lezen van een antropologisch artikel over schedelomvang ontpopte tot een hartstochtelijk schedelmeter. Hij verzamelde schedels uit oude wierden om zo de verschillen tussen de ‘oude’ en ‘nieuwe’ Friezen aan te tonen. Folmer had vooral aardigheid aan het meten en beschrijven van de schedels. Zijn resultaten bleven erg vaag. Desondanks kan de amateur-antropoloog hier wel mee aangeduid worden als de eerste Groninger archeoloog.


Aletta Jacobs
Aletta Jacobs

1871: Aletta Jacobs

Aletta Jacobs behoeft bijna geen uitleg. In 1871 wordt zij als eerste Nederlandse vrouw toegelaten tot de universiteit, waar ze begon met een studie geneeskunde. Het is geen toeval dat dit uitgerekend in Groningen gebeurde, omdat de RUG destijds een progressief karakter had en zich graag wilde profileren. Men sprak onder hoogleraren vaak van ‘het radicale Noorden’. In 1878 studeerde Aletta Jacobs af en in 1879 promoveerde ze. Ze werd een internationaal bekende voorvechtster van vrouwenrechten. Bekijk hier de eerste bewegende beelden van Aletta Jacobs of lees meer over deze gedreven vrouw.


Het academiegebouw rond 1850
Het academiegebouw rond 1850

1876: Dreigende opheffing universiteit

Al sinds het midden van de 19e eeuw hing de dreiging van opheffing boven de Groningse universiteit. In 1876 behandelde de Tweede Kamer een nieuwe wet op het Hoger Onderwijs. Er dreigde een meerderheid te stemmen voor opheffing van Groningen en concentratie van het hoger onderwijs in twee universiteiten de Randstad (Leidenen Utrecht). Groningen heeft het echter gered door een akkoordje in de politiek. Amsterdam wilde ook een universiteit. Voorstanders van Amsterdam trokken samen op met voorstanders van Groningen, waardoor toch een meerderheid voor openhouding ontstond. Zo kreeg Nederland vier in plaats van twee universiteiten.


J. C. Kapteyn, geschilderd door Jan Veth
J. C. Kapteyn, geschilderd door Jan Veth

1877: Jacobus Cornelis Kapteyn

Jacobus Cornelis Kapteyn (1851-1922) werd in 1877 hoogleraar sterrenkunde en theoretische mechanica aan de Rijksuniversiteit Groningen. Er was echter een klein probleem: de universiteit had geen sterrenwacht en Kapteyn kon daardoor niet met degelijke apparatuur observaties doen. Kapteyn maakte van de nood een deugd en ontwikkelde een eigen concept van een astronomisch laboratorium, waar hij op basis van observaties van anderen onderzoek deed. Zo werd hij de vader van de Nederlandse sterrenkunde en kreeg hij internationaal aanzien.


-
-

1877: Charlotte Jacobs

Aletta Jacobs was de eerste vrouwelijke student in Nederland. Minder bekend is dat haar zus, Charlotte Jacobs, zich op 8 oktober 1877 inschreef aan de Groningse universiteit voor de studie van apotheker, en daarmee de tweede vrouwelijke student in Nederland werd. Uiteindelijk slaagde ze in 1881 in Amsterdam voor het theoretische en praktische apothekersexamen en in 1887 opende ze op Batavia een eigen apotheek, waarin ze uit emancipatorische overwegingen alleen vrouwelijke assistenten benoemde. Tot 1907 was ze de enige vrouwelijke apotheker op Batavia, en in 1912 verhuisde ze terug naar Nederland, waar ze zich inzette voor de Nederlandse vrouwenbeweging.


Cartoon van prof. Barend Symons, uit het tijdschrift "De ware Jacob"
Cartoon van prof. Barend Symons, uit het tijdschrift "De ware Jacob"

1881: Barend Symons

In 1881 wordt Barend Symons benoemd tot hoogleraar Hoogduitsche taal- en letterkunde. Symons was in 1878 naar Groningen gekomen om daar als eerste privaatdocent aan een universiteit Duits te onderwijzen. Ondanks dat Duits toen nog geen academische studie was (dat gebeurt pas in 1921), was er veel (vooral vrouwelijke) belangstelling voor zijn lessen en grepen vele de mogelijkheid aan om hun lesbevoegdheid (MO-akte) Duits te halen. Na zijn aanstelling als hoogleraar, worden er al spoedig ook leerstoelen opgericht voor de Franse (1884 – A.G. van Hamel) en Engelse (1885 – J. Beckering Vinckers) taal- en letterkunde. Groningen loopt voorop met de hoogleraren en lectoren moderne talen, want pas in 1913 volgt Amsterdam.


Unifocus Gerard Heymans
Unifocus Gerard Heymans

1892: Gerard Heymans

Gerard Heymans (1857-1930) begon het eerste psychologische laboratorium van Nederland. In een villa bij het huidige Groninger Museum begon hij in 1892 met psychologische experimenten waarna er nog duizenden zouden volgen. Heymans was een groot voorstander van de empirische methode. In 1909 vestigde hij in het 'nieuwe' Academiegebouw het eerste professionele psychologielaboratorium. Deze gedreven bestuurder, psycholoog en filosoof vervulde een sleutelrol aan de universiteit.


Laatst gewijzigd:04 december 2023 14:39
View this page in: English

Meer nieuws

  • 16 december 2024

    Jouke de Vries: ‘De universiteit zal wendbaar moeten zijn’

    Aan het einde van 2024 blikt collegevoorzitter Jouke de Vries terug op het afgelopen jaar. Daarbij gaat hij in op zijn persoonlijke hoogte- en dieptepunten en kijkt hij vooruit naar de toekomst van de universiteit in financieel moeilijke tijden.

  • 10 juni 2024

    Om een wolkenkrabber heen zwermen

    In Makers van de RUG belichten we elke twee weken een onderzoeker die iets concreets heeft ontwikkeld: van zelfgemaakte meetapparatuur voor wetenschappelijk onderzoek tot kleine of grote producten die ons dagelijks leven kunnen veranderen. Zo...

  • 24 mei 2024

    Lustrum 410 in beeld

    Lustrum 410 in beeld: Een fotoverslag van het lustrum 2024