Waarom blijven sommige mensen te veel alcohol drinken terwijl ze eigenlijk graag willen stoppen? Waarom ontwikkelt de een posttraumatische stress stoornis na een trauma en de ander niet? Wat is nu eigenlijk een paniekaanval? Helpt mindfulness bij depressie?
Deze en andere soortgelijke vragen komen aan de orde in je masterjaar Klinische Psychologie. Daarbij leer je steeds over drie belangrijke onderwerpen:
In het programma wordt een evidence-based benadering gehanteerd. Dat wil zeggen dat het onderwijs over deze drie onderwerpen gebaseerd is op bevindingen uit (experimenteel) empirisch onderzoek. Je leert om wetenschappelijke inzichten op de praktijk toe te passen en, omgekeerd, hoe ervaringen uit de praktijk vertaald kunnen worden naar toetsbare onderzoeksvragen.
Om te voldoen aan de eisen voor deze mastertrack volg je 2 basisvakken, 1 vaardigheidsvak, 2 keuzevakken en 1 methodenvak en rond je een masterthese af. De keuzevakken kun je kiezen uit de keuzevakken Master Psychology.
De masterthese omvat 10 EC. Je kunt je masterthese wijden aan onderzoek naar een klinisch relevant probleem. Het kan zijn dat je daarvoor patiënten gaat testen, maar het kan ook zijn dat je juist onderzoek bij gezonde proefpersonen gaat doen.
Veel van de theorievorming in de klinische psychologie is gebaseerd op experimenteel onderzoek waarin klinisch relevante fenomenen in het psychologisch laboratorium worden nagebootst.
De praktijkstage omvat 20 EC (560 uur). Het is een praktische kennismaking met het klinische werk van psychologen, waarbij je de tijdens de studie opgedane kennis en vaardigheden in de praktijk gaat toepassen. Dat kan als een combinatie van masterthese en stage in een instelling of als losse onderdelen. In het laatste geval doe je de masterthese ergens anders (vaak aan de universiteit) dan op de plaats van je praktijkdeel (vaak in een instelling).
Semesters | ||||
---|---|---|---|---|
VakkenVakkencatalogus > | 1a | 1b | 2a | 2b |
Vakken uit andere Psychologie master tracks (keuze) (5 EC) zie de link 'Vakkencatalogus' voor een overzicht van alle vakken van de master Psychologie | ||||
Evidence-based Interventies (basis) (5 EC) | ||||
Repeated Measures (methode) (5 EC) | ||||
Diagnostiek en interventie voor de klinische psychologie (keuze) (5 EC) Dit vak wordt in verschillende periodes gegeven. Het is een voorwaarde voor een praktijkstage binnen de master route Klinische Psychologie. | ||||
Masterthese (10 EC) | ||||
Praktijkstage (20 EC) | ||||
Explaining psychopathology (5 EC) | ||||
Diagnostische modellen en strategieën (basis) (5 EC) | ||||
Test Contruction (methode) (5 EC) |
In overleg mogelijk.
Specifieke eisen | Extra informatie |
---|---|
vooropleiding |
Je vooropleiding en gekozen mastertrack bepalen de aanmeldingsprocedure en of je in aanmerking komt voor toelating tot de master of een eventuele premaster. Kijk op https://www.rug.nl/gmw/masters/psychology/toelatingseisen-masters-psychologie welke toelatingseisen voor jou van toepassing zijn. |
taaltoets cijfer |
Afhankelijk van je achtergrond en de taal van de gekozen track, moet je een bewijs van taalvaardigheid van de Nederlandse of Engelse taal overleggen. Kijk voor meer informatie op https://www.rug.nl/gmw/masters/psychology/toelatingseisen-masters-psychologie |
overige toelatingseisen |
Selectieprocedure
|
Alle informatie vind je op de pagina over Aanmelding, Toelating en Selectie
Type student | Deadline | Start opleiding |
---|---|---|
Nederlandse studenten | 01 maart 2025 | 01 september 2025 |
01 oktober 2025 | 01 februari 2026 |
Nationaliteit | Jaar | Kosten | Vorm |
---|---|---|---|
EU/EER | 2024-2025 | € 2530 | voltijd |
Praktische informatie voor:
Na het voltooien van de master Klinische Psychologie kun je kiezen uit verschillende mogelijkheden:
De praktijk in, met een vervolgopleiding:
* Gezondheidszorgpsycholoog (2 jaar)
* Daarna evt. als Klinisch Psycholoog (met vooropleiding GZ 4
jaar)
De praktijk in, zonder een vervolgopleiding:
* Als masterpsycholoog in de gezondheidszorg
* Beleidsfuncties
* Consultant, trainer, etc.
Het onderzoek in:
* Promoveren tot onderzoeker
* Onderzoeksbanen binnen instellingen, overheidsorganisaties,
etc.
N.B. Je dient er rekening mee te houden dat je met het volgen van
de masterroute Klinische Psychologie niet automatisch voldoet aan
de vooropleidingseisen voor de postacademische opleiding tot
gezondheidszorgpsycholoog. Sinds de invoering van het
zorgprestatiemodel in 2022 is het belangrijk om de LOGO verklaring
(voor Kind en Jeugd: SKJ registratie) te hebben als je in de
praktijk aan de slag wil.
Meer informatie over Postacademische opleidingen, LOGO-verklaring, SKJ registratie.
Career services BSS
Waar
wil je na je studie aan het werk? Je kunt tijdens je studie al
terecht bij
Career Services
van de faculteit. Zij
helpen je bij het oriënteren op je loopbaan, het ontwikkelen
van vaardigheden, solliciteren en een stage vinden.
Het onderzoek van de expertise groep Experimental Psychotherapy and Psychopathology ligt aan de basis van het onderwijs in de masterroute Klinische Psychologie.
Deze groep richt zich op een grote verscheidenheid aan onderwerpen, zoals:
Het overkoepelende doel van de expertise groep Experimental Psychotherapy and Psychopathology is het verklaren van de kenmerken van psychische stoornissen en het vertalen van hun bevindingen naar klinische toepassingen. Er zijn samenwerkingen met instellingen als GGZ Drenthe (traumacentrum) en het centrum voor kinder- en jeugdpsychiatrie Accare. Ook zijn medewerkers van de groep betrokken bij grootschalige onderzoeken als de Netherlands Study on Depression & Anxiety (www.nesda.nl) and Tracking Adolescents' Individual Life Survey study (www.trails.nl).
Judit
h
K. Daniels, adjunct
hoogleraar
Expertise: Posttraumatische Stress Stoornis,
dissociatie, neuroimaging, trauma therapie.
Onderwijs in de Master: Supervisie masterthesis
onderzoek.
Research: "My research focuses on the long-term
consequences of childhood trauma. I offer master's thesis
supervision in this realm. I mostly study patients suffering from
Posttraumatic Stress Disorder or dissociative disorders. To this
end, I combine neurobiological methods such as neuroimaging (fMRI)
with behavioural and self-report methods. I am also trained in
trauma therapy and pass on my clinical knowledge in the practical
offered in the master's programme. One of my research interests,
therefore, is also how therapists cope with listening to their
patients' trauma narratives and if they experience 'secondary
traumatization'."
Peter J.
de Jong,
hoogleraar
Expertise:
Cognitive biases;
implicit cognition across disorders (anxiety, anorexia nervosa,
depression, substance misuse); disgust and disgust-based mechanisms
in psychopathology (including sexual dysfunctions); blushing and
social phobia.
Onderwijs in de Master: Cognitive models in
psychopathology (theme anxiety and its disorders); supervisie
masterthese onderzoek.
Onderzoek: "By combining experimental lab-based designs with
(pre)clinical intervention studies my research focuses on
delineating transdiagnostic mechanisms that contribute to the
development, persistence, and recurrence of various disorders
including eating disorders, substance use disorders, depression,
anxiety, and sexual dysfunctions."
Rafaële J.C.
Huntjens, hoogleraar
Expertise: traumagerelateerde stoornissen,
dissociatieve stoornissen.
Onderwijs in de Master: Cognitive models in
psychopathology.
Onderzoek: "Mijn onderzoek gaat over cognitieve
en gedragsmatige processen in trauma-gerelateerde stoornissen
(dissociatieve stoornissen en posttraumatische stress stoornis),
met nadruk op geheugenprocessen."
Miriam
J.J. Lommen, universitair hoofddocent
Expertise: trauma en posttraumatische stress
stoornis, angststoornissen, angstconditionering en cognitieve
gedragstherapie.
Onderwijs in de Master: Capita selecta therapie:
protocollaire behandelingen; evidence-based
interventies en supervisie masterthese onderzoek.
Onderzoek: "Mijn onderzoek naar angst en
trauma-gerelateerde stoornissen en mijn achtergrond als
cognitief-gedragstherapeut zijn een perfecte combinatie om
onderwijs over psychopathologie te geven. Mijn onderwijs gaat over
zowel experimenteel als klinisch onderzoek en over uitingsvormen en
behandeling."
Wiljo van
Hout
, universitair docent
Expertise: Angst- en dwangstoornissen, cognitieve
gedragstherapie.
Onderwijs in master: practicum Diagnostiek en interventies
voor de klinische psychologie, Capita selecta therapie:
protocollaire behandelingen, supervisie masterthese onderzoek,
beoordeling klinische verslagen en BAPD’s.
Onderzoek: “Mijn onderzoek gaat over diagnostiek en
gedragstherapeutische interventies (m.n. exposure in vivo) bij
angst- en dwangstoornissen.”
Charmaine
Borg
, universitair docent
Expertise: Sexual psychopathologies, sexual excitation
(and its inhibitors), mechanisms hindering sexual functioning.
disgust, sexual cohesion in long term couples, women’s sexual
pleasure.
Onderwijs in de master: Supervisie masterthese
onderzoek.
Onderzoek: “I offer master's thesis that surrounds
the topics of sexual dysfunctions and sexual excitement. The red
thread in my work is based on the emotion of disgust (that is
intertwined with most sexual stimuli) and its impact on sexual
excitement. We have an interest in understanding the relationship
of sexual excitement on negative emotions such as pain and disgust.
Recently, other periphery topics captured my interest in the realms
of sexual medicine e.g., the impact of orgasm and sex within a
couple on the quality of sleep, and sexual violence and its
consequences. Currently, we are also involved in understanding how
to improve sexual excitation in long-term couples, as there is
anecdotal clinical data on this but no scientific evidence. We use
various methodologies from psychophysiology to long-term based
self-reports.”
Marije
aan het Rot,
universitair
hoofddocent
Expertise: The role of interpersonal and biological
factors in the understanding of psychopathology; intensive repeated
measures in naturalistic settings (daily diaries, ecological
momentary assessment).
Onderwijs in de master: Supervisie masterthese
onderzoek.
Onderzoek: "I offer master thesis projects on topics
broadly related to the role of interpersonal and biological factors
in the understanding of anxiety and depression. More recent
examples include the social behavior of bullying victims, facial
emotion recognition and social anxiety, the importance of
meaningful social interaction for reducing depression, empathy
after drinking alcohol, and the impact of hormonal contraceptive
use on interpersonal perceptions."
Maarten
Eisma
, universitair docent
Expertise: Gecompliceerde rouw, emotieregulatie,
repetitief denken (piekeren, rumineren), online cognitieve
gedragstherapie.
Onderwijs in de master: Masterthese coördinator
klinische psychologie; cognitive models in psychopathology;
supervisie van bachelor theses en master theses.
Onderzoek: “Mijn onderzoekslijn naar de definitie,
risico- en beschermende factoren, en behandeling van gecompliceerde
rouw bij nabestaanden biedt een de basis voor inhoudelijke
bijdragen aan cursussen over de grondslagen van cognitieve modellen
en onderwijs met een sterke onderzoekscomponent, zoals de
begeleiding van theses.”
Elise
Bennik, universitair docent
Expertise: angst en depressie, intensieve herhaalde
metingen in het dagelijks leven
Onderwijs in de master: masterthese begeleiding, stage
intervisie, cursus Diagnostische modellen en strategieën
Onderzoek: Ik onderzoek cognitieve en affectieve factoren
(o.a. zelfvertrouwen, emotionele variabiliteit/ reactiviteit,
positief affect) die een rol spelen bij het ontstaan en de
instandhouding van
(internaliserende) psychopathologie.
Ineke
Wessel, universitair hoofddocent
Expertise: Trauma en geheugen; experimentele
psychopathologie, Open Science.
Onderwijs in master: Supervisie masterthese.
Onderzoek: “Ik onderzoek geheugenprocessen die een
rol spelen bij het ontstaan en instandhouding van
traumagerelateerde psychopathologie. Ik maak daarbij gebruik van
experimentele methodes. Trefwoorden zijn intrusieve herinneringen;
onderdrukken en verdringen; kneedbaarheid van emotionele
herinneringen; opvattingen en misvattingen over
geheugen.”
Helaas wordt het enorme belang van academische vaardigheden bij het werken in de klinische praktijk nog wel eens vergeten.
De gedachte aan het werk dat ik na mijn studie zal gaan doen motiveert me enorm.
Studeren gaat niet alleen om kennis vergaren, maar om het kritisch durven bevragen van die kennis en je eigen pad ontdekken.
Mijn naam is Lise Bouwsema, ik ben 24 jaar oud en opgegroeid in Bedum, vlakbij Groningen. Al sinds mijn jeugd ben ik gefascineerd door mensen: hun verhalen, de verbindingen die we maken, en hoe we door middel van gesprekken en contact elkaar kunnen begrijpen en ondersteunen. Buiten mijn studie vind je me vaak zingend, kokend, etend of klussend. Ik hou ervan om tijd door te brengen met mijn partner, vrienden en vriendinnen, familie en geniet van het buitenleven met fiets- en wandelvakanties.
Mijn promotie-onderzoek ging over de behandeling van depressie.
Toen ik klaar was met de Master Klinische Psychologie in 2010 was ik begin 20. Ik twijfelde of ik meteen de praktijk in wilde. Ik had stage gelopen bij GGZ Drenthe en ik merkte dat ik soms aansluiting miste bij bijvoorbeeld oudere cliënten. Ook had ik eigenlijk nog behoefte aan wat meer verdieping.
Daarom ben ik eerst promotieonderzoek gaan doen. Dat was heel interessant, ik deed onderzoek naar de behandeling van patiënten met terugkomende depressie en ik hield daarvoor veel interviews met patiënten. Het onderzoek doen beviel me wel, maar ik wilde daarna toch de praktijk in.
Ik heb vervolgens de opleiding tot gezondheidszorg(GZ)psycholoog gedaan. Wanneer je de master Klinische Psychologie hebt afgerond ben je basispsycholoog. Dan mag je niet zelfstandig diagnoses stellen en behandelingen uitvoeren. Ik werd aangenomen bij GGZ Drenthe om die opleiding te gaan doen. Tijdens de opleiding werkte ik gedurende twee jaar vier dagen per week en had ik één dag per week opleiding.
Na de opleiding mocht ik blijven en nu werk ik voor het Vroeg Interventie Psychoseteam van GGZ Drenthe. We werken voornamelijk met jongeren met een eerste psychose of een risico op een psychose. Ik doe bijvoorbeeld intakes, psychologisch onderzoek en cognitieve gedragstherapie met hen. Het is heel leuk en gevarieerd werk. Het is soms zwaar maar ook mooi om de jongeren te kunnen helpen.
Ik heb nog veel aan wat ik tijdens mijn studie geleerd heb. De
gespreks- en onderzoeksvaardigheden komen nog iedere dag van pas.
Er zit naar mijn mening niet zoveel verschil tussen onderzoek en
praktijk. Je hebt een bepaalde hypothese, voor een onderzoek of
over een patiënt, die je vervolgens gaat toetsen. Je verzamelt
informatie, dat duurt een tijdje, en uiteindelijk kom je tot een
bepaalde conclusie. De denkwijze is in beide gevallen
hetzelfde.
Mijn advies voor huidige studenten is om een leuke stage te zoeken
en om de juiste vakken te kiezen die je nodig hebt om toegelaten te
worden tot de GZ-opleiding (mocht dat je ambitie zijn). Het is vrij
lastig om in de GZ-opleiding terecht te komen, het aantal plekken
is beperkt. Het is dus handig om een plan B te hebben.
Ik vind mijn werk heel erg leuk. Het is heel erg divers, ik spreek mensen met allerlei verschillende problemen.
Eigenlijk wilde ik na mijn bachelor een tussenjaar nemen, ik was best moe van het studeren na mijn bachelor, maar omdat de stufi voor de master een jaar later zou worden afgeschaft ben ik in een keer doorgegaan met de master Klinische Psychologie
Toen ik op Nestor een bericht las dat er een student werd gezocht om zijn of haar scriptie in Canada te schrijven reageerde ik daar direct op. Zo kon ik toch nog naar het buitenland. Ik heb daar een half jaar onderzoek gedaan naar neuroticisme bij eeneiige tweelingen. Dat was een fantastische ervaring die ik iedereen kan aanraden.
In eerste instantie moest ik even wennen aan de Master. Bij tentamens kregen we vooral open in plaats van meerkeuzevragen, zoals tijdens de bachelor. We gingen veel dieper in op de stof, wat fijn was. Toch bleef alles ook tijdens de master vrij theoretisch. Daarom ben ik blij dat ik stage heb gelopen, daar heb ik heel veel van geleerd.
Ik liep stage bij Maarsingh & van Steijn, een psychologenpraktijk in Leeuwarden. In het begin keek ik veel mee bij collega’s maar uiteindelijk mocht ik zelf ook behandelen. Dat vond ik in het begin doodeng maar wel heel leuk en interessant.
Na mijn afstuderen mocht ik een aantal uur in de week bij mijn stageplek blijven werken. Uiteindelijk mocht ik steeds meer uren werken en nu mag ik volgende maand zelfs beginnen aan de GZ-opleiding. Dan heb ik één opleidingsdag en werk ik drie dagen.
Nu ben ik basispsycholoog, ik mag al veel doen maar nog wel officieel onder supervisie van collega’s. Ik zie ongeveer vijf mensen per dag met wie ik allemaal een uur spreek. Ik doe coaching, assessments, psychologische behandelingen, diagnostiek. Verder ben ik bijvoorbeeld bezig met verslaglegging of contact met huisartsen en werkgevers. Als ik straks Gezondheidszorgpsycholoog ben mag ik mijn eigen naam schrijven in de verslaglegging en heb ik natuurlijk meer basiskennis waar ik op kan vertrouwen.
Ik vind mijn werk heel erg leuk. Het is heel erg divers, ik spreek mensen met allerlei verschillende problemen. Ook geef ik trainingen aan groepen, bijvoorbeeld aan mensen met een negatief zelfbeeld. Op dit moment behandel ik mensen tot maximaal 35 jaar, omdat anders het leeftijdsverschil te groot wordt. Zo zie ik bijvoorbeeld veel studenten. Omdat ik nog vrij jong ben heb ik vaak sneller een klik met hen.
I chose this programme because I am really interested in psychotherapy.
My name is Magdalena Hristova and I'm from Bulgaria. I came to Groningen five years ago to follow a Bachelor's programme in Psychology. Now I'm following a Master's programme in Clinical Psychology. When I left school in Bulgaria, I knew I wanted to study abroad, in English. I looked at universities in the Netherlands, because I knew I liked the country, and found the Bachelor's programme in Groningen. It was not only the only programme taught in English, but also the most appealing.
During my Bachelor's programme I became really interested in psychotherapy. I chose the Master's programme in Clinical Psychology because I wanted to learn more about it. I had learned Dutch during my Bachelor's programme, so was able to follow the Dutch-taught Master's programme – at the time it was not taught in English. It's been hard at times, but my lecturers and fellow students have really helped me. I love the Dutch openness and the freedom to do what you want.
In my work as a student assistant at the UMCG, I help train medical students, and this got me interested in working with groups. As I wanted to learn more about this, I started a second Master's programme in Utrecht: Social and Organizational Psychology. In future, I would like to combine both Master's degrees in my work.
I like the city of Groningen. Everything is close by, so you can
go everywhere by bike. In Bulgaria you always have to take the bus,
but the bike is a lot better, for yourself and for the environment.
There are a lot of student societies that you can join in
Groningen. I joined a student swimming club in my second year,
which really improved my Dutch.
In my time here I have really challenged myself. Even if I thought
something was impossible I still went for it. The Master's
programme has been difficult but I haven't given up. This made me
realize that I'm capable of more than I think I am. If you think
you can't do something, I would say go for it anyway. You'll find
help along the way.
Ik haal er zo veel energie uit als ik een patiënt ergens inzicht in kan geven en verder kan helpen!
Mijn interesse in deze master ontstond toen ik tijdens de bachelor Psychologie de DSM-5 uit m'n hoofd moest leren. Ik vond het zó boeiend, al die stoornissen en hoe ze precies in elkaar zitten. Of ik mezelf dan ook echt zag werken als psycholoog, in een kantoortje met een divan waar de hele dag depressieve mensen tegenover je zitten, dat wist ik nog niet zo. Maar ik wilde gewoon graag een studie doen die ik leuk vond. Waar ik zou komen te werken was van later zorg.
Als onderdeel van m’n master heb ik stage gelopen bij het Universitair Centrum voor Psychiatrie, op de afdeling Angst & Dwang. Daardoor ben ik erachter gekomen dat niet alleen de studie, maar ook het werk absoluut iets voor mij is. Ik haal er zo veel energie uit als ik een patiënt ergens inzicht in kan geven en verder kan helpen!
Ik liep stage op de dagbehandeling, waar patiënten met een angst- of dwangstoornis komen voor wie tweedelijns zorg niet voldoende geholpen heeft. Het zijn mensen met complexe problemen, een hele interessante groep. Op de dagbehandeling krijgen ze cognitieve therapie en ze doen exposureoefeningen, waarbij ze met een verpleegkundige de stad in gaan om de dingen waar ze bang voor zijn – roltrappen of liften bijvoorbeeld – op te zoeken.
Aan het begin van m’n stage was het vooral meelopen en meekijken, maar al snel mocht ik de cognitieve therapie doen met iemand erbij, en de exposure zelfs helemaal zelf. Ik heb heel veel geleerd en was ook echt onderdeel van het team – ze hebben me niet één keer laten kopiëren of koffie halen. Aan de andere kant is het ook prettig dat je als stagiair niet helemaal eindverantwoordelijk bent. Dat maakt het makkelijker om de heftige verhalen die je hoort ook weer te kunnen loslaten, aan het einde van de dag.
Mijn afstudeeronderzoek heb ik ook bij het UCP gedaan. Ik voerde een onderdeel uit van een langlopend onderzoek, dat al sinds 2014 bezig is. Het gaat over emotioneel redeneren: conclusies trekken op basis van je emoties, in plaats van objectieve informatie. Dus iemand voelt bijvoorbeeld angst, en concludeert dat er dan wel gevaar zal zijn – in plaats van eerst iets gevaarlijks waar te nemen, en dan pas bang te worden. De verwachting is dat mensen met een dwangstoornis meer emotioneel redeneren dan een groep gezonde controles.
Ik vond het heel leuk dat ik op dezelfde plek een stage én een onderzoek deed, omdat op die manier de praktijk en de theorie met elkaar verbonden zijn. Er wordt in de klinische psychologie heel veel onderzoek gedaan en daar komen dan allerlei nieuwe bevindingen uit, maar die moeten wel gekoppeld worden aan de praktijk. Met mijn stage kon ik dat in het klein doen.
Stage lopen is in deze master niet verplicht. Dat kan ook niet, daarvoor zijn er te weinig stageplekken beschikbaar, maar eigenlijk vind ik het heel erg zonde dat zoveel studenten dit mislopen. In de bachelor heb ik nul praktijkervaring opgedaan, alleen maar uit boeken geleerd. Natuurlijk haal je belangrijke kennis uit de literatuur, maar pas in de praktijk kom je erachter hoe het is om als psycholoog te werken en of het bij je past.
Dus ik kan het iedereen alleen maar aanraden. Solliciteer gewoon op zoveel mogelijk plekken, stel je enthousiast en open op, wees niet te kieskeurig. Alle ervaring is meegenomen en overal valt wel iets te leren!
Wil jij meer dan alleen 'mensen helpen'? Dan is de master Klinische Psychologie iets voor jou! Jij:
Bij de opleiding psychologie is veel aandacht voor studiebegeleiding. Er zijn studieadviseurs voor zowel de Nederlandstalige als de Engelstalige opleiding. Bij hen kun je terecht als aankomend student, student, of voormalig student van opleidingen bij de faculteit GMW.