Skip to ContentSkip to Navigation
Universiteitsbibliotheek
Universiteitsbibliotheek Meer erfgoed Tentoonstellingen

Vier Groninger manuscripten

Karst Schuil en Marlies Draaisma

In de serie virtuele tentoonstellingen vindt u: 'Vier Groninger manuscripten'. De tentoonstelling is het resultaat van de jaarlijkse internationale summer school Things that Matter, en is samengesteld door Karst Schuil en Marlies Draaisma als onderdeel van hun Research Master Classical, Medieval and Early Modern Studies. De manuscripten die tentoongesteld worden, zijn: Lectionarium en Antiphonarium uit Selwerd, 2 getijdenboeken uit Thesinge en een gebedsboek uit Thesinge.

Wat zijn Lectionaria en Getijdenboeken?

Zowel Lectionaria als Getijdenboeken bevatten religieuze teksten. In een Lectionarium staat een verzameling aan teksten uit de Bijbel. Het is een liturgisch boek, bedoeld om gelezen te worden op bepaalde dagen en bij bepaalde gelegenheden. Uit het Lectionarium werd hardop voorgelezen vanaf een lessenaar en voor een grote groep gelovigen tijdens de rooms-katholieke mis. Deze boeken waren dan ook groter en zwaarder, en niet bedoeld om te worden rondgedragen zoals de kleinere Getijdenboeken. Het Lectionarium uit Groningen (HS 26), nu in de Universiteitsbibliotheek, bevat ook een Antiphonarium waarin de liederen voor het Getijdengebed staan aangegeven met muzieknoten.

Anders dan de Lectionaria waren Getijdenboeken bedoeld voor privédevotie. Dit type boek werd ontwikkeld in de late middeleeuwen en werd al snel een gewild object voor welgestelde leken. Nog steeds is het Getijdenboek een van de meest voorkomende middeleeuwse handschriften; er zijn duizenden van beschikbaar in musea en bibliotheken vandaag de dag. Veel Getijdenboeken werden geschreven in het Latijn, maar er zijn er ook die de volkstaal gebruiken (het Middelnederlands in het geval van Add 274 en 360). Alle Getijdenboeken bevatten een kalender met daarin de liturgische feestdagen en een serie aan gebeden in acht delen die over verschillende tijden van de dag werden gelezen. Dit is waaraan het boek zijn naam Getijdenboek heeft te danken.

De eerste Getijdenboeken werden gemaakt voor de rijke edelen, maar na verloop van tijd werden deze boeken ook toegankelijk voor de gewone burger. Dit kwam onder andere door de groeiende welvaart in de steden en in de handel.

Boekproductie in Middeleeuws Groningen

De vier boeken in deze tentoonstelling komen allemaal uit de regio Groningen, en zijn geproduceerd tussen ongeveer 1470 en 1530. Ze zijn met de hand gekopieerd, zoals dat gebruikelijk was in die tijd (het vroegst bekende jaartal van een drukker in de stad Groningen is 1598).[1] De meeste boeken in Groningen werden door kloosters geproduceerd.[2]De Benedictijnse kloosters in Selwerd en Thesinge – beide dichtbij de stad Groningen gelegen – waren binnen deze boekproductie het meest toonaangevend. Beide kloosters produceerden voor eigen gebruik, maar ook voor bewoners van buiten het klooster (meestal familieleden van de nonnen). De meeste boeken voor deze niet-kloosterlingen waren bedoeld voor privé devotie, zoals bijvoorbeeld een Getijdenboek – geschreven in een nauwkeurig boekschrift en gedecoreerd met inkt en bladgoud. Opmerkelijk genoeg kwamen de meest luxe werken uit de Groninger regio – voor zover we weten – van de hand van nonnen. In Selwerd waren vrouwen ook actief in de boekdecoratie.[3]

Hoe weten we dat deze boeken uit de regio Groningen komen? In de meeste gevallen ontbreekt een colofon met plaats en datum van productie en moeten er andere manieren worden gebruikt om een handschrift te lokaliseren. Een manier om dit te doen is om te kijken naar de decoraties in het handschrift. Deze zijn vaak per regio verschillend.

Wat maakt een handschrift Gronings?

De meeste Groninger boeken bevatten maar weinig decoraties en bijna nooit miniaturen.[4] Dit beeld is ook terug te zien in de vier boeken uit deze tentoonstelling. Er zijn geen volblad illustraties of figuren weergegeven en gehistoriseerde initialen zijn zeldzaam (een vergrote letter waarin een herkenbare scene of figuur is afgebeeld). De initialen uit Groninger handschriften zijn namelijk versierd met rijke, gekrulde blader- en bloemmotieven in de kleuren oranje, groen, oker, blauw en lila – bijna altijd in combinatie met goud. De kleinere initialen bevatten krullende witte of donkere lijnen in blauw of rood. Veelvoorkomend zijn versieringen in de marges rondom de tekst die óf in blokvorm met een gouden rand, óf als losse clusters van bloemen zonder rand te vinden zijn. In Groninger handschriften komen beide vaak in verschillende variaties voor, hoewel de elementen vrijwel altijd hetzelfde zijn (bloemen in verschillende kleuren, gouden details, ‘balletjes’ en soms kleine ringetjes op de achtergrond).[5] Een ander type versiering is het penwerk dat kleinere initialen en marges vergezelt – meestal in rode of blauwe inkt uitgevoerd. Opvallend genoeg bevat Add 266 geen penwerkversieringen, maar in alle andere opzichten lijkt het een ‘Groninger productie’.

Over de herkomst van de Getijdenboeken uit deze tentoonstelling is maar weinig bekend. We weten dat ze zijn geproduceerd in Groningen, maar wat er daarna met deze boeken is gebeurd totdat ze in de Universiteitsbibliotheek belandden, is onduidelijk. Het Getijdenboek Add 360 was door Coella Lindsay Ricketts gekocht van een privéverzamelaar in 1907 en vervolgens in 2003 door ‘de Vereniging van Vrienden van de Bibliotheek van de Rijksuniversiteit Groningen’ aan de Bibliotheek gegeven. Add 274 kwam naar boven in 1989 bij een veiling in Londen, waar het boek eerst werd gepresenteerd als een Vlaamse productie. Het kleine Latijnse boek, Add 266, was in het bezit van Sir Isaac Heard in de achttiende eeuw en vervolgens in de handen van G. Bischop, P. van der Broek en Menno Hertzberger, die allen een aantekening in het boek hebben achtergelaten. In 1988 werd het gekocht van een antiquariaat in Zwitserland. Van het Lectionarium is alleen bekend dat het ergens tussen 1615 en 1870 onderdeel is geworden van de Universitaire collectie.

Deze virtuele tentoonstelling werd gemaakt in het kader van de Summerschool Things That Matter 5.



[1] Jos. M.M. Hermans, Middeleeuwse Handschriften Uit Groningse Kloosters (Groningen: Athena's Boekhandel, 1988), 7.

[2] Volgens J. P. Gumbert in een van zijn lezingen uit 1989, geciteerd door Hermans, “Laatmiddeleeuwse boekcultuur in het Noorden,” 224.

[3] Hermans, Middeleeuwse Handschriften, 32.

[4] Jos M. M. Hermans, “Groningen en Noordoost-Nederland,” in: Kriezels, Aubergines en Takkenbossen: Randversiering in Noordnederlandse Handschriften Uit De Vijftiende Eeuw, eds. A.S. Korteweg and J Gerritsen (Zutphen: Walburg Pers, 1992), 140. Twee andere interessante studies over Groningse handschriften en hun versiering: Hermans, Middeleeuwse Handschriften uit 1988 en A. S. Korteweg “Delftse, Noordhollandse En Groningse Randjes: Een Bijdrage Tot Een Atlas Van Randversiering in Noordnederlandse Verluchte Handschriften Der Vijftiende Eeuw,” in Opstellen Over De Koninklijke Bibliotheek En Andere Studies: Bundel Samengesteld Door Medewerkers Van Dr. C. Reedijk Ter Gelegenheid Van Zijn Aftreden Als Bibliothecaris Van De Koninklijke Bibliotheek Te ’s-Gravenhage (Hilversum: Verloren, 1986).

[5] Hermans, Middeleeuwse Handschriften, 39.

Laatst gewijzigd:30 januari 2020 09:33
View this page in: English