Skip to ContentSkip to Navigation
Universiteitsbibliotheek
Universiteitsbibliotheek Gauronica

De Bibliotheek Wittewierum

Door Adrie van der Laan
Ill. 1

De bibliotheek van Wittewierum is al eeuwen verleden tijd. Hij bestond alleen, toen daar ook een klooster was. In 1561 is dat klooster Bloemhof opgeheven en alle bezit overgedaan aan de gloednieuwe bisschop van Groningen. De laatste resten van het klooster zelf zijn verdwenen in de 19e eeuw.

Hoe weten we dat het klooster een bibliotheek had? “Een klooster zonder bibliotheek is als een legerkamp zonder arsenaal.” Dit middeleeuws gezegde maakt het al waarschijnlijk. Gezond verstand ook, want kloosterlingen wilden en moesten de Bijbel en heilige teksten lezen. Die moesten dus aanwezig zijn en lang niet iedereen kon zich eigen boeken veroorloven, want die waren duur.

Ill. 2
Ill. 2

Hard bewijs is het feit dat in de kroniek van het klooster, die wij bezitten, de bibliotheek expliciet voorkomt. Zo lezen we: (fol. 32v) “Abt Emo heeft zich erop toegelegd om de bibliotheek in de kapittelzaal met de boeken van de Heilige Schrift te vullen ... Door te lezen, te verbeteren en nuttige aantekeningen te maken heeft hij sporen van zijn hand achtergelaten in bijna alle boeken van de bibliotheek.” (ill. 2) Ook lezen we dat Emo zelf boeken kopieerde, z’n monniken daartoe aanspoorde en nota bene 'geschikte vrouwen' opleidde om teksten te kopiëren.

Abt Emo zal zelf flink aan de bibliotheek hebben bijgedragen. In de kroniek citeren hij en zijn opvolger Menko veel auteurs over allerlei thema’s. Emo schreef z'n leven lang boeken over en hij was vaak op reis, dus ook in de gelegenheid om boeken te bemachtigen. Dat was ook wel nodig, want in z’n hoogtijdagen was het klooster groot. In 1289 telde het (samen met vrouwenklooster Rozenkamp bij Jukwerd) duizend religieuzen. Waarschijnlijk zijn toen niet alleen de monniken en nonnen geteld, maar ook het personeel van de uithoven en de conversen. Niettemin maakt dit aantal duidelijk dat de kloosterbibliotheek veel lezers moest bedienen.

De bibliotheek van Wittewierum zal dus aardig wat boeken hebben geteld. Jammer genoeg is er bijna niets van bewaard gebleven. In 1515 was er een grote brand. Wat daarna nog over was, is verloren gegaan of verspreid (en dus verborgen) over de wereld. De enige handschriften uit Bloemhof die resteren, zijn de originele kroniek van Emo en Menko en een uittreksel daarvan met toevoegingen. Beide koesteren we in onze UB.

Hebben toch meer boeken uit Bloemhof de tijd overleefd? Dat valt alleen te weten door in collecties over de hele wereld te speuren naar boeken waarin iets staat geschreven dat ze verbindt met dat klooster. En warempel, zo zijn inmiddels nog twee boeken uit Wittewierum weer opgedoken! Ze zijn zelfs bijna herenigd, want allebei liggen ze nu in Den Haag.

De KB heeft een exemplaar van het verzamelde werk van de kerkvader Cyprianus bezorgd door Erasmus van Rotterdam en gedrukt in 1521 in Bazel. In dit exemplaar staat voorin met de hand geschreven: “Ik ben van Cornelis Hermans, ooit abt in Wittewierum.”

Ill. 3
Ill. 3

Op een paar honderd meter afstand van de KB staat het Huis van het Boek oftewel Museum Meermanno-Westreenianum. MMW bezit een mooie incunabel die ooit in Wittewierum lag. (Sinds kort is dat ook gedocumenteerd in Material Evidence in Incunabula.) Het is een uitgave van Speculum exemplorum gedrukt door Richard Pafraet in Deventer in 1481. (ill. 3) Bij uitstek geschikte kost voor een klooster, want het staat vol stichtelijke en vermakelijke verhalen over voorbeeldig christelijk gedrag. Duizend bladzijden lang.

Het boek heeft een eigentijdse band van eikenhouten platten bekleed met bruin leer dat blindgestempeld is versierd—aan de voorkant met lijnen, ruiten en losse stempels; aan de achterkant zonder stempels. (ill. 4) De band heeft nog steeds twee sluitingen, maar de sluithaak en het scharnier zijn verdwenen. Bovenaan op het voorplat zijn nog vier spijkertjes zichtbaar die ooit een titelvenster (fenestra) vasthielden. (ill. 5)

Ill. 6
Ill. 6

Meegebonden in de band is een perkamenten strook waarop staat geschreven in een eigentijdse hand: “Boek van de broeders van de orde van de premonstratenzers in Wierum alias in Bloemhof.” (ill.1) Het eerste blad van de editie bevat geen gedrukte tekst. Wel staat op de eerste bladzij geschreven dat het boek eigendom is van het Martinikapittel in Groningen en afkomstig uit de nalatenschap van abt Cornelis Hermans. (ill. 6)

Zoals vaak met incunabelen zijn ook aan dit exemplaar allerlei versieringen toegevoegd die het uniek maken. Door het hele boek heen zijn de initialen met de hand rood of helderblauw ingevuld. (ill. 7) Ook is eenmaal een rijk versierde initiaal aangebracht—op fol. a2r, waar de hoofdtekst van de gedrukte editie begint. (ill. 8)

Ill. 9
Ill. 9

Verder valt op dat iemand met de hand aantekeningen heeft toegevoegd, maar slechts in een klein deel van het boek. Hij is begonnen op fol. 2h6v en gestopt op fol. 2k3r, dus maar 25 bladzijden verder. Aan het begin van de paragrafen waarin de gedrukte tekst is opgedeeld, heeft hij kort het thema van de nieuwe paragraaf genoteerd. (ill. 9) Niet bij iedere paragraaf trouwens. Alleen de eerste aantekening (De elemosina danda oftewel Over het geven van aalmoezen) staat in de marge, alle volgende staan tussen de gedrukte regels.

Ill. 10
Ill. 10

Wie deze aantekeningen heeft geschreven, is onbekend, maar hij schreef mooi. Op fol. 3a2v (bij distinctio 9:123) maakte hij nog een eenzame aantekening om mee te delen dat eerder in het boek meer voorbeelden over Maria zijn te vinden: “Quere plura exempla de beata virgine Maria in distinctione sexta capitulo LX .” (ill. 10)

Ill. 11
Ill. 11

Een laatste kenmerk zijn de prachtige bladwijzers die zijn aangebracht door bolletjes (Jos Hermans noemde ze klavier-knoppen) gevlochten uit lila leer met behulp van strookjes aan de rand van de bladen te plakken. (ill. 11) Zo ontstond aan de zijsnede een serie van ronde bladwijzers die het openslaan van het boek vergemakkelijken. (ill. 12) Blijkbaar wisten de monniken zelf wel, welk bolletje ze per geval moesten hebben.

Ill. 12
Ill. 12

Eigenlijk zou ik de twee boeken in Den Haag willen herenigen met onze Wittewierumer handschriften en ze weer in Groningen willen bewaren samen met de andere getuigen van het rijke Groninger kloosterverleden die wij bezitten. Dat zal wel niet gebeuren, maar misschien duiken er ooit nog andere boeken uit Wittewierum op die wij wel kunnen verwerven. Wie zoekt, zal vinden.

Met hartelijke dank aan Jos van Heel, die mij op deze incunabel wees, en Petra Luijkx (MMW), die mij het boek liet bestuderen.

Bronnen

  • Kroniek van het klooster Bloemhof te Wittewierum. Inleiding, editie en vertaling H.P.H. Jansen & A. Janse (Hilversum 1991)
  • De wereld aan boeken. Een keuze uit de collectie van de Groningse Universiteitsbibliotheek (Groningen 1987)
  • UBG Bijzondere Collecties, Archief Jos.M.M. Hermans (typoscript dissertatie 1987, par. 2.2.1.13: Wittewierum, Bloemkamp)
  • Het middeleeuwse boek in Groningen. Verkenningen rond fragmenten van handschrift en druk, red. Jos.M.M. Hermans (Groningen 1981²)
  • Historie van Groningen. Stad en Land, red. W.J. Formsma e.a. (Groningen 1976)
  • T. Gerits, “Boekenbezit en boekengebruik in de middeleeuwse Premonstratenzerabdijen van de Nederlanden” in: Studies over het Boekenbezit en Boekengebruik in de Nederlanden vóór 1600 (Brussel 1974), pp. 79-157
Laatst gewijzigd:30 oktober 2024 11:43
View this page in: English