Skip to ContentSkip to Navigation
Universiteitsbibliotheek
Universiteitsbibliotheek Gauronica

Petrus Poetinus om utens

Door Adrie van der Laan

Mundum docet Plinius. Deze woorden las ik ooit in een oude druk van Plinius’ Naturalis historia. Ze waren erin geschreven door een lezer. “Plinius onderwijst de wereld.” Zulke sporen van eerdere lezers heten nu ‘tastbaar bewijs’. Het consortium van Europese onderzoeksbibliotheken verzamelt ze in de database Material Evidence in Incunabula (MEI). Hierin staat ook een convoluut uit de UB Groningen beschreven waarin Pieter Beyntsma alias Petrus Poetinus uit Stavoren veel aantekeningen heeft geschreven. Over zijn boek vertellen we in onze Verhalen van Frisia.

initiaal h3r
De initiaal M op fol. h3r waarin Poetinus zichzelf identificeert

Een voordeel van internet is dat je gemakkelijk boeken bij elkaar kunt brengen die in de fysieke wereld ver van elkaar verwijderd zijn. MEI geeft hiervan sinds kort een spectaculair voorbeeld: een andere incunabel die Petrus Poetinus ooit bezat en waarin hij veel heeft geschreven. Die incunabel bevindt zich in Taipei! Het is een uitgave van Plinius’ Naturalis historia gedrukt in 1479 in Treviso (GW M34310). Deze universiteitsstad ligt vlakbij Venetië, waar de drie incunabelen van Poetinus zijn gedrukt die de UB Groningen nu bezit. Dit lijkt erop te duiden dat hij in die streek vertoefde toen hij al deze boeken kocht. Dat is ook niet onaannemelijk, want in de jaren 1470 was er bijvoorbeeld een flink contingent studenten uit Frisia in Ferrara, een andere universiteitsstad in de buurt van Venetië. Deze studenten, onder wie Rodolphus Agricola, Adolphus Occo en Wilhelmus Frederici, waren allemaal humanisten. Hetzelfde geldt duidelijk voor Petrus Poetinus: zijn Plinius is een editie van de Italiaanse humanist Filippo Beroaldo en ook Poetinus’ eigen aantekeningen getuigen van zijn humanistische geest—door de aard van hun Latijn, hun inhoud en omdat ze deels zijn overgeschreven uit commentaren van Italiaanse humanisten.

Eigendomskenmerk Petrus Poetinus
De eigendomsvermelding van Petrus Poetinus op fol. M3r

Op de laatste bedrukte bladzijde (fol. M3r) heeft Poetinus zijn naam geschreven: “Liber petri Statoris poetini Beyntsma de Stauria Fresie.” Precies dezelfde vorm die we ook in zijn boek in de UB Groningen zien. Plinius’ tekst is lang, deze editie telt 720 bladzijden in folio-formaat. Niettemin zijn in het hele boek alle niet-gedrukte initialen handmatig aangebracht in rode of blauwe inkt en zien we verluchting in wit, rood en groen met penwerk in de marges. Ook heeft Poetinus door het hele boek heen annotaties geschreven in de marges. Kortom, dit boek is echt gebruikt en wel van A tot Z.

Poetinus’ annotaties zijn regelmatig een beetje afgesneden, ook aan de kopsnede, wat erop duidt dat de huidige band niet zijn band is. Bij het herbinden worden boeken immers opnieuw afgesneden, waardoor marginalia verminkt kunnen worden. Poetinus schreef zijn annotaties niet allemaal in één keer. Hij gebruikte drie kleuren (zwart, bruin en rood) en niet zelden is de ene annotatie om de andere heen geschreven—bijv. op fol. t7v waar Poetinus eerst kort het thema aanduidde (met zwarte inkt) en later een langere uitleg eromheen schreef (bruin).

Hier en daar gebruikt Poetinus ook Nederlands, al zijn de meeste annotaties in het Latijn. Zo schrijft hij betekenissen op: “Resupinare, den hals achterwert boghen”; “Solidipes dat heel foeten heft. bisulcus animal, dat ghespleten foeten heft”; “Suber korck boem”; “Missile lis, id quod mitti potest datmen werpen of schieten mach […] Tormentum, dicitur quo aliquid torquetur. daermen wat mede warpt”. In Poetinus’ boek in de UB Groningen komt de volkstaal niet voor.

Een enkele keer schemert Poetinus’ Friese afkomst door. Zo schreef hij op fol. d7v als toelichting op het woord conventus deze uitleg in de marge: “Conuentus hac in parte significat loca, ubi a magistratibus iudicii gratia populi prouincie congregabantur. Erant enim in prouinciis statuti conuentus per rectores earum ad iudicia facienda, een waerstal dierma deels ryocht halt.” En waar Plinius (19.123) opmerkt dat men gelooft dat alleen ‘gestolen’ wijnruit (een bitter kruid) vruchtbaar is, schreef Poetinus in de marge: “Dij Fria fresa seyt. Stellen Cruud Wreit best.”

Marginalia bij Plinius’ tekst over Germania
Poetinus' marginalia bij Plinius’ tekst over Germania (fol. f1r)

Poetinus’ Friese herkomst verklaart ook de vele marginalia waarmee hij Plinius’ tekst over Germania (4.98-101) aanvult. Op fol. f1r lezen we:

Vangiones Wormes. Phrisii, die frye friesen. eciam Chaus. Cauchi parui, die eemder friesen tushen die eems ende Weser. Cauchi minores, die friesen tushen die Weser ende die elue. holsten friesen. int land van holsten. Vistillus siue Vistillia, Wysel flu<men> per Gedanum. vulgariter dansck. Aluus die eelue, iuxta hamborg. apud tholomeum albis dicitur. Visurgis, die Weser bremis. Amissius, die eems in fresia. Viderus die Vechte. Hericynium iugum, die haerd by gosler. Fleuum siue fleuo, die zie by staueren. dat flie.

De Friese tint is logisch voor een man uit Stavoren die z’n leven lang in Frisia zal hebben gewerkt. Dit staat trouwens niet volledig vast, want we weten weinig over de mens Pieter Beyntsma. Daarom is het een zegen dat hij zelf in zijn Pliniusboek iets meer over zichzelf prijsgeeft. In twee mooie initialen heeft hij z’n eigen naam geschreven. Op fol. f2v lezen we in de A “petrus poetinus de stauria”. Tot zover niets nieuws, maar op fol. h3r schreef hij in de M: “Petrus Wibodi beyntsma de Stauria Curatus in boxem”. Hij was dus pastoor in Boxum (bij Leeuwarden) toen hij in dit boek schreef, en zijn vader heette Wibodus (Wiboud?).

Een enkele keer doet Poetinus ook aan tekstkritiek, zoals een humanist betaamt. Een mooi voorbeeld vinden we op fol. E6r bij Plin. nat. 32.20. Zijn gedrukte editie heeft daar pollicerent en pollinctum, wat Poetinus verbetert in pollucerent en polluctum. Als trotse humanist verklaart hij: “Ego Petrus Poetinus Stator sic erratum emendaui. Fidelis liber hic habet Ni pollucere<n>t et ad polluctum. quia ridiculum dicere, quod Numa de funere piscium legem tulerit. Ad polluctum: idest ad magnificum epulum.” Oftewel: “Ik Petrus Poetinus Stator heb aldus een fout verbeterd. Een betrouwbaar boek heeft hier ni polluceret en ad polluctum. Want het zou belachelijk zijn om te zeggen dat Numa een wet over de teraardebestelling van vissen voorstelde.” Poetinus’ correcturen zijn al in oude manuscripten van Plinius’ tekst te vinden, maar gedrukt zijn ze pas door Sigismund Gelenius in zijn Pliniuseditie van 1554.

Dankzij Poetinus zelf weten we dat z’n Pliniusboek ooit in Boxum was. Hoe het op Taiwan is beland, is nog een raadsel, al weten we dat de reis via Göttingen en Japan ging. Sinds 1928 is het fysiek in Taipei, sinds 2023 in de hele wereld.

Laatst gewijzigd:15 oktober 2024 12:03
View this page in: English