Een Embleem van Vincent van Gogh
In 1919 schonk Mr. Willem Geert Geertszoon Bakker zijn persoonlijke verzameling emblemataboeken aan de universiteitsbibliotheek van Groningen. Emblemata zijn een vorm van beeldpoëzie die voornamelijk populair was in Europa rond de zestiende en zeventiende eeuw. Dit genre wordt gekenmerkt door een vaste structuur waarin een afbeelding (pictura) gecombineerd wordt met een kort opschrift (inscriptio, of ook wel ‘het motto’) en een wat uitgebreider onderschrift (subscriptio).[1] Zo bestond de donatie van Bakker uit een zeventigtal emblemataboeken die een breed scala beslaan van korte puntdichten tot uitgebreid proza. De boeken vormden het begin van de emblematacollectie van de Rijksuniversiteit Groningen, die ondertussen is uitgegroeid tot ruim tweehonderd unieke exemplaren, waaronder boeken van bekende auteurs als Jacob Cats en P.C. Hooft.
Een van de boeken uit deze emblematacollectie heeft een wel heel opvallende voorgeschiedenis. Op de binnenzijde van het voorplat van een emblematabundel genaamd De Ghebreken der tonghe, en de middelen om die te verbeteren van Anton van Bourgoingne staat links naast het eigendomskenmerk van Bakker een ex libris van Vincent van Gogh! Het is een betrekkelijk kleine gegraveerde ex libris met daarop een lezende man en linksboven het familiewapen van Van Gogh. Aan de onderzijde van het ex libris staat met handgeschreven letter zijn naam: Vincent van Gogh. Zou het boekje echt uit het bezit komen van de beroemde schilder?
Oorspronkelijk was het boekje gedrukt in 1631 door Jan Cnobbaert uit Antwerpen. Dit soort emblemataboekjes waren erg populair in die tijd. Binnen het genre probeert de schrijver door middel van woordspelingen en opmerkelijke beeldspraak de afbeelding met de tekst te verbinden. De functie van deze zinnebeelden kon sterk uiteenlopen, maar over het algemeen was de boodschap moraliserend-didactisch en vaak met een behoorlijk vermanende toon. De schrijver spoorde de lezer doorgaans aan om zijn of haar eigen deugden en ondeugden te spiegelen aan de beeldpoëzie. Daarom hebben veel emblemata ook titels als Minne-spiegel ter deughden of Bespiegeling op 't leven der menschen. De emblemata van De Ghebreken der Tonghe schreef Bourgoingne in nauwe samenwerking met de drukker Cnobbaert. Om te zorgen dat afbeelding en tekst goed op elkaar waren afgestemd, werkten drukker en auteur vaak intensief samen. Zo begint elk gedicht in dit boekje met een afbeelding die in combinatie met het op- en onderschrift een levensles uitbeeldt. Het was aan de lezer om de drie elementen te combineren en de moraal van het gedicht te doorgronden.
Het is echter niet vanzelfsprekend dat Cnobbaert of Bourgoingne deze afbeeldingen ook zelf heeft ontworpen. Onder uitgevers en drukkerijen in de Lage Landen in de zeventiende eeuw bestond een levendige handel in picturae. Emblematabundels waren namelijk bij uitstek commerciële producten die gemaakt werden voor een breed publiek. Om die reden kon een drukker gemakkelijk geld verdienen met het uitbrengen van een emblematabundel. Het (laten) opstellen van nieuwe puntdichten bij bestaande afbeeldingen was dan ook een goedkope manier om aan de grote vraag te voldoen.[2] Dit in acht nemend is het goed mogelijk dat Cnobbaert al een rijke verzameling afbeeldingen bezat waaruit hij en Bourgoingne konden putten voor het samenstellen van hun emblematabundel.
De emblematabundel die Bourgoingne en Cnobbaert in de zeventiende eeuw op de markt brachten, was ruim tweehonderd jaar oud voordat Van Gogh het in bezit kreeg. Hij was dan ook niet de eerste eigenaar van het boekje. Dit blijkt uit het eigendomskenmerk dat onder het ex libris van Van Gogh verstopt zit. Deze ex libris luidt ‘Du Cabinet de Mr. Borluut de Noortdonck’ en laat blijken dat het stuk oorspronkelijk uit de bibliotheek van de familie Borluut kwam. De familie Borluut was een Belgisch-Nederlandsche adellijke familie die er een grote boekencollectie op nahield. Zo stond het kabinet van François-Xavier Borluut onder bibliofielen bekend als een van de meest kostbare collecties van Europa. Rond 1858 was er een serie van drie opeenvolgende veilingen waarbij het grootste deel van de Borluut-collectie werd verkocht. Nog nooit was er in België een boekenveiling waarop zoveel kostbaar materiaal werd geveild. Uit een overgebleven catalogus kan worden opgemaakt dat de emblematabundel van Bourgoingne en Cnobbaert tijdens de eerste veiling van de reeks op 19 april 1858 is verkocht. Deze veiling trok bibliofielen en boekverkopers uit heel Europa. Zou het kunnen dat de beroemde schilder Vincent van Gogh heeft meegedaan aan deze veiling en de emblematabundel daar kocht?
Vast en zeker niet, want de kunstenaar Vincent van Gogh was op dat moment vijf jaar oud en woonde nog bij zijn ouders in het Brabantse Zundert. Deze ex libris behoorde toe aan Vincents neef - die ook Vincent van Gogh (1866-1911) heette. Het is een strik waar menig bibliothecaris is ingestapt, maar het Van Gogh Museum in Amsterdam heeft het uitgezocht en bevestigd dat deze ex libris met de naam 'Vincent van Gogh' zonder twijfel werd gebruikt door de neef van de beroemde schilder.[3] Deze neef Vincent was de zoon van Cornelis van Gogh (1824-1908), die uitgever en kunsthandelaar was in Amsterdam. Hoewel het mogelijk is dat Cornelis het boek van iemand anders heeft gekocht, is het niet ondenkbaar dat hij als kunsthandelaar bij de veiling van Borluut was, daar de emblematabundel van Bourgoingne heeft aangeschaft en deze aan zijn zoon heeft nagelaten.
Deze Vincent van Gogh gebruikte voor zover bekend vier ex libris - allemaal in dezelfde schetsmatige stijl. Alle vier zijn ze gemaakt door Marius Bauer (1867-1932). Bauer was een kunstschilder, maar hij genoot behalve met zijn schilderijen ook brede bekendheid met zijn grafische werk. In 1895 werd hij gevraagd om een bijdrage te leveren aan het tijdschrift Kroniek, dat op dat moment door de Amsterdamse journalist P.L. Tak in het leven werd geroepen. Cornelis van Gogh was de eerste uitgever van Kroniek en de redactie had Bauer gevraagd om spotprenten te ontwerpen voor het tijdschrift. Bauer en Cornelis hadden goed contact in de tijd dat ze op de redactie van Kroniek werkten. Zo spraken de medewerkers bijna elke week af bij het huis van Cornelis om het ontwerp van de wekelijkse plaat te bespreken.[4] Als kennis en collega van zijn vader zal Vincent de jonge Bauer ongetwijfeld hebben gekend. Bauer was overigens slechts één jaar jonger dan Vincent en heeft ogenschijnlijk een goede indruk achtergelaten met zijn tekenkunsten. Volgens zijn vader had Bauer in ieder geval ‘een goed oog voor de zotheid der dingen’.[5] Het zou goed kunnen dat Vincent de jonge Bauer had gevraagd om een ex libris voor hem te ontwerpen, maar wanneer dit precies is gebeurd is moeilijk te zeggen, aangezien al zijn ex libris ongedateerd zijn.
In onze emblematabundel van Bourgoingne staat dus geen ex libris van de nu beroemde schilder Vincent van Gogh. Wel plakt aan het eigendomskenmerk een bijzonder verhaal over de kennissenkring van Vincents gelijknamige neef. Als zoon van een kunsthandelaar en uitgever maakte neef Vincent kennis met de cultureel geëngageerde kringen van Amsterdam en leerde hij op jonge leeftijd de kunstenaar Bauer kennen. Bijgevolg hebben Van Gogh en Bauer ons een merkwaardig kunstwerk nagelaten op het voorplat van De Ghebreken der Tonghe, dat samen met de andere gebruikerssporen inzicht geeft in het leven van dit oude boek.
[1] Charles Mosely, A Century of Emblems: An Introductory Anthology . Aldershot: Scolar, 1989, 1-16.
[2] John H. Landwehr, Emblem and Fable Books Printed in the Low Countries (1542-1813): A Bibliography. 3rd ed. Utrecht: HES, 1988, x-xi.
[3] Laura Aydelotte, "The Other Vincent Van Gogh.” Penn Libraries: University of Pennsylvania, Provenance Online Project, 2014.
[4] Henk Slechte, "Een zachtmoedig satiricus: De spotprenten van Marius Bauer in De Kroniek.” De Boekenwereld 19 (2002): 130–55.
[5] Henk Slechte, "Een zachtmoedig satiricus." 130.
Laatst gewijzigd: | 30 juni 2023 11:40 |