Betrapt!
Al eeuwenlang wordt gegist naar de identiteit en locatie van de drukker van het het Freeska Landriucht, het eerste gedrukte boek in het Fries. Naar de meestgebruikte aanduiding voor deze incunabel staat de anonieme drukker bekend als de Freeska Landriucht-drukker (FLD). In diens atelier werden naast de Friestalige druk ook vijf Latijnse drukken gemaakt. Al het bekende werk van de FLD is geproduceerd, zo weten we uit watermerkonderzoek uit 1999, in de periode 1484-87. De UB bezit twee incunabels van de FLD – zij het niet een van de negen bekende exemplaren van het Freeska Landriucht. Het gaat om een exemplaar van Bonaventura, Meditationes de passione Domini en een van Gobius, Quaestiones inter Johannem Gobi et Spiritum Guidonis. Deze twee Latijnse titels zijn eind vijftiende, begin zestiende eeuw samengebracht met enkele andere in een convoluut dat we nu kennen als Groningen UB, Inc 129. Kortgeleden zijn zowel de boekband van Inc 129 als de beide drukken van de FLD door de UB Groningen gedigitaliseerd.
Sinds 2014 houdt een onafhankelijke onderzoeksgroep, genaamd Pastei, zich bezig met de identiteit en werkwijze van de FLD. Tijdens een onderzoeksreis naar Cambridge in januari 2018, waar wij een ander exemplaar van de Bonaventura bestudeerden, viel ons iets op: een handgeschreven signatuur (c i) waar een gedrukte had moeten staan. Tegelijk zagen we dat de gedrukte signatuur c i juist was doorgehaald op de plek waar deze inderdaad niet thuis hoorde, namelijk op de allerlaatste pagina van het derde katern.
Signaturen zijn aanduidingen die werden aangebracht – bij gedrukte boeken normaliter ook in druk –om de vellen voor vouwen en binden op de juiste volgorde te leggen. De combinatie letter/cijfer duidt de juiste plaats van het vel aan: c i is dus het eerste vel van het derde katern.
Nu worden de eerste en de laatste pagina van een katern tegelijk gedrukt: vóór vouwen zitten ze nog gewoon naast elkaar, op dezelfde zijde van het vel. In het FLD-atelier had de zetter kennelijk een foutje gemaakt, en de signatuur c i onder het verkeerde zetsel geplaatst. Een wakkere geest viel dit later op en deze verbeterde het met de hand. Dat zou uiteraard gewoon een vroege bezitter van dit exemplaar kunnen zijn… ware het niet dat bij navorsing bleek dat in het Groninger exemplaar van de Bonaventura exact hetzelfde te zien is, bovendien zonder opvallend verschil in inkt of handschrift met het Cambridge-exemplaar. Hetzelfde bleek het geval in een exemplaar in Parijs en eentje in Keulen (al werd de gedrukte c i in de laatste niet doorgestreept), en alweer in sterk gelijkende inkt en handschrift.
Laatst gewijzigd: | 10 januari 2020 10:34 |