Archief Acker Stratingh
Beknopt overzicht
Titel: Archief Acker Stratingh
Herkomst: Acker Stratingh, Gozewinus (1804-1876), arts en oudheidkundige
Datering: 1829-1866
Omvang: 30 cm
Taal (materiaal): Nederlands
Samenvatting:
Wetenschappelijk archief bevattend manuscriptkaarten, aantekeningen en correspondentie betreffende het ontstaan van de Kaart van de provincie Groningen met aanduiding van de grondgesteldheid en den waterstaat (...), 1837.
Collectienummer: UBG006
Instelling: Universiteitsbibliotheek Groningen
Bewaarplaats: Universiteitsbibliotheek Groningen, afdeling Bijzondere Collecties
Herkomst en werving
Biografie
Gozewinus Acker Stratingh werd geboren op 25 maart 1804 te Adorp als zoon van Everardus Stratingh, predikant, en Margien Cleveringa. Hij werd vanaf zijn derde jaar opgevoed door zijn oom Sibrandus E. Stratingh, hoogleraar geneeskunde te Groningen. Op 21 augustus 1829 trad hij in het huwelijk met Katharina Johanna Pelinck. Uit dit huwelijk werden een dochter en twee zoons geboren. Acker Stratingh overleed op 22 oktober 1876 in Groningen.
Acker Stratingh begon zijn studie geneeskunde in Groningen op 16-jarige leeftijd. Daarnaast volgde hij, samen met zijn studiegenoot R. Westerhoff, vakken die zijn bijzondere interesse hadden: geologie, oudheidkunde en natuurlijke historie. Hij deed met succes mee aan academische prijsvragen op deze gebieden, getuige twee bekroningen (1822 en 1824). Ook ontving hij van de Commissie van Onderwijs in de Provincie Groningen een ereprijs voor het boekje Natuurlijke historie der provincie Groningen, dat hij samen met Westerhoff schreef.
In 1828 promoveerde Acker Stratingh tot doctor in de geneeskunde. Van 1830-1831 diende hij als officier van gezondheid in het eerste bataljon van de Groningse schutterij. Daarna werkte hij als arts, totdat hij zijn praktijk opgaf om zich geheel te kunnen wijden aan de geschiedenis van Nederland in het algemeen en die van de provincie Groningen in het bijzonder. Een belangrijk overzichtswerk van zijn hand is Aloude staat en geschiedenis des vaderlands (drie dln., Groningen 1847-1852). Mede dankzij dit werk werd Acker Stratingh in 1850 benoemd tot Matheseos Magister et Philosophiae Naturalis Doctor aan de Groninger Hoogeschool. Ook werd hij benoemd tot lid van een aantal letterkundige en wetenschappelijke genootschappen (te Groningen, Utrecht, Leiden, Friesland, Emden en de Koninklijke Academie van Wetenschappen).
Naast zijn werk als arts en wetenschapper vervulde Acker Stratingh andere maatschappelijke taken. Hij was Nederlands Hervormd ouderling en kerkvoogd, lid van de plaatselijke schoolcommissie, lid van het geneeskundig staatstoezicht voor Groningen en Friesland, vrijwillig docent aan de Landhuishoudkundige School in Haren (1842-1865), redacteur van het wetenschappelijk tijdschrift Gruno (1849), mede-oprichter van het tijdschrift Bijdragen tot de geschiedenis en oudheidkunde, inzonderheid van de provincie Groningen (1864-1873) en lid van de commissie tot oprichting van het Provinciaal Museum van Oudheden (1874).
Acker Stratingh heeft een belangrijke bijdrage geleverd aan het onderzoek naar de wierden in en de bodemgesteldheid van de provincie Groningen. Ook leverde hij een bijdrage aan de kennis van de ontwikkeling van de landbouw, waterstaat en het dijkwezen in Nederland.
Een selectie uit Acker Stratinghs publicaties:
-
Natuurlijke historie der provincie Groningen, dl. 1 (met R. Westerhoff) Groningen 1839
-
De bodem en de wateren van Nederland , Groningen 1847
-
Aloude staat en geschiedenis des Vaderlands , 3 dl., Groningen 1847-1852
-
‘Over de oorsprong van de munt en het wapen der stad Groningen’, Gruno 1849
-
De Dollard of geschied- aardrijks- en natuurkundige beschrijving van dezen boezem der Eems (samen met G.A. Venema), Groningen 1855
-
Een reeks belangrijke opstellen verscheen in Bijdragen tot de geschiedenis en oudheidkunde, inzonderheid van de provincie Groningen (1864-1873), waaronder: ‘De Eems, vooral de beneden- Eems, als handel- en grensstroom beschouwd’, 1865; ‘Marken in Friesland’, 1865; ‘Twee hoofdstukken uit de geschiedenis van ons dijkwezen, herzien’, 1866; ‘De Maren, beschouwd als oude grensscheidingen der marken in de oud-friesche streken der provincie Groningen’, 1871
Toekomstige aanvullingen:
Het betrof een eenmalige schenking: er komen dus geen aanvullingen.
Inhoud en samenstelling
De collectie bevat manuscriptkaarten, aantekeningen en correspondentie betreffende het ontstaan van de Kaart van de provincie Groningen met aanduiding van de grondgesteldheid en den waterstaat en vele, voor de geschiedenis van haren bodem belangrijke bijzonderheden (...), Groningen 1837.
Aanwijzingen voor de gebruiker
Openbaarheidsbeperkingen
De collectie is toegankelijk voor onderzoek. Voor raadpleging is een lenerspas van de Bibliotheek Rijksuniversiteit Groningen vereist.
Beperkingen aan het gebruik
Het materiaal uit deze collectie wordt uitsluitend ter inzage gegeven. Bij raadpleging is het Reglement voor de gebruikers van de Bibliotheek der Rijksuniversiteit Groningen van toepassing. Reproductie, voor zover toegestaan, conform de arieven en diensten Bibliotheek der Rijksuniversiteit Groningen.
Het publicatierecht berust bij de Univesiteitsbibliotheek Groningen als eigenaar van de collectie.
Citeerinstructie
Bij verantwoording van het gebruik dient de collectie als geheel, of het afzonderlijke item tenminste eenmaal volledig en zonder afkortingen te worden vermeld. Daarna kan worden volstaan met een verkorte aanduiding.
-
collectie : Universiteitsbibliotheek Groningen, Collectie Gozewinus Acker Stratingh
-
afzonderlijke items : Groningen, UB, Acker Stratingh [nummer]
Er is een inventaris van de collectie.
Aanvraaginstructie
Het materiaal in deze collectie kan worden aangevraagd door een mail te sturen naar Bijzondere Collecties.
Literatuur
-
J.C.G. Boot, ‘Levensbericht van Gosewinus Acker Stratingh’, Jaarboek van de Koninklijke Akademie voor Wetenschappen (1877), 1-4.
-
Nieuw Nederlands Biografisch Woordenboek (Amsterdam 1974), 1206-1208.
-
H.O. Feith,’Levensschets van Dr. Gozewinus Acker Stratingh’, Handelingen en medeedelingen van de Maatschappij der Nederlandsche Letterkunde te Leiden (Leiden 1877), 27-41.
Laatst gewijzigd: | 18 januari 2024 15:47 |