Skip to ContentSkip to Navigation
Over ons Faculteit der Letteren Studeren bij ons Alumni van de Bachelor NTC aan het woord

‘De bibliotheek is de huiskamer van de samenleving’

Cleo Vermuyen werkt als communicatiespecialist bij de bibliotheek van Katwijk en is ook actief als dichter. ‘Als bibliotheek hebben we een heel breed takenpakket.’

Foto Cleo Vermuyen, gemaakt door Melanie van Dijk
Cleo Vermuyen (rechts) bij een voorstelling rond een kinderboek ( foto gemaakt door Melanie van Dijk)

Door: Douwe Wilts

Annie M.G Schmidt kennen we natuurlijk allemaal als dichter en kinderboekenschrijver, maar tot in de Tweede Wereldoorlog was ze bibliothecaresse in Vlissingen. Ze voelde zich dood hout, een stam bedekt met mos, vertelde ze in een interview met Ischa Meijer over die tijd. Tegenwoordig is er veel meer leven in de bibliotheek en Cleo Vermuyen kan daar alles over vertellen.

Waarom ben je Nederlands gaan studeren?

‘Na de middelbare school wilde ik in eerste instantie naar de toneelschool, maar daarvoor werd ik afgewezen. Omdat ik niet een jaar stil wilde zitten, besloot ik mij in te schrijven voor de studie geschiedenis. Ik vond de studie best wel lastig en het was bovendien mijn eerste jaar als student. In dat eerste jaar hadden we een minorstudent vanuit Nederlands. Ik was altijd al wel geïnteresseerd in lezen en schrijven, taal en geschiedenis, dus ik vroeg of ik een keer in haar studieboeken mocht kijken. Toen kwam ik erachter dat de studie Nederlands super breed was.

Na een jaar geschiedenis ben ik overgestapt op Nederlands. Met taalkundige vakken als syntaxis had ik wel moeite, het was bikkelen om die tentamens te halen. Ik werd verrast door pragmatiek. Dat vond ik veel leuker dan ik van tevoren had verwacht en natuurlijk viel ik voor de letterkunde.’

Na je bachelor ben je Nederlands gaan geven op een middelbare school. Hoe heb je dat ervaren?

‘Om de huur te betalen heb ik een tijdje als bron- en contactonderzoeker bij de GGD gewerkt, maar ik wilde graag iets met mijn studie doen. Toen ben ik rond gaan kijken en zag ik dat het Maris-college in Den Haag docenten Nederlands zocht. Hoewel ik geen lesbevoegdheid had, mocht ik daar toch beginnen in de onderbouw havo/vwo. Ik werd ook een beetje binnengehaald met het idee dat ik na zou mogen denken over een nieuw vak met aandacht voor theater. Het lesgeven in het voortgezet onderwijs was een harde leerschool. De moeilijkheid zat hem erin dat lang niet alle leerlingen blij werden van Nederlands. Ik werd daarnaast als nieuwe onervaren docent ook nog eens behoorlijk getest door leerlingen en ik had best wel veel moeite om mijn grenzen aan te geven. Met pijn in het hart ben ik daarom na een jaar gestopt. Al had de school mij graag willen houden en waren ze bereid om mee te betalen aan een opleiding tot eerstegraads docent.’

Tegenwoordig werk je als communicatiespecialist bij de bibliotheek van Katwijk. Kun je iets vertellen over deze organisatie?

‘De bibliotheek heeft vier vestigingen in de gemeente Katwijk. Uiteraard willen we het lezen stimuleren door boeken uit te lenen. Daarnaast organiseren we voorleesmiddagen voor de kleinsten en voor volwassenen komt er vrijwel iedere maand een schrijver langs die een lezing of een interview geeft. Door het organiseren van exposities en filmavonden laten we mensen breder kennismaken met kunst en cultuur. We ondersteunen mensen in hun ontwikkeling door bijvoorbeeld taalcursussen aan te bieden. Tot slot beschikken we over een informatiepunt digitale overheid. Hier kan iedereen terecht met vragen over de digitale overheid, bijvoorbeeld over DigiD of het betalen van boetes. Als bibliotheek doen we dus veel meer dan alleen boeken uitlenen.’

Wat is jouw rol daarin?

‘In mijn functie als communicatiespecialist richt ik mij voornamelijk op de publieke relaties. Ik ben medeverantwoordelijk voor alles wat we naar buiten brengen. Dan moet je denken aan persberichten, sociale media, maar ook aan het onderhouden van contact met lokale media, zoals de gemeentelijke krant en RTV Katwijk.

Verder denk ik mee over hoe we de interne communicatie kunnen verbeteren, hoe we alle medewerkers betrokken kunnen houden bij onze missie. De provinciale ondersteuningsinstelling Probiblio organiseert trainingen om de band tussen de managers en de medewerkers op de vloer te versterken. Op die manier proberen we iedereen te horen en hopen we dat iedereen de visie van de bibliotheek door zijn aderen voelt stromen.

Tot slot houd ik mij sinds kort bezig met fondsenwerving. Gelukkig hoef ik het niet allemaal zelf te doen en word ik daarin goed begeleid. Voor een deel worden we gesubsidieerd door de landelijke en lokale overheid en daarnaast hebben we inkomsten uit ledengeld en uit tickets voor evenementen. Maar soms willen we iets creëren, bijvoorbeeld een chillhoek voor jongeren, en dan moeten we op zoek naar externe subsidie om dat voor elkaar te krijgen. Het gaat daarin om het creëren van een band met andere organisaties. Als je een band wil opbouwen met ketenpartners en ze wil verleiden om een donatie te doen, is taal misschien wel je belangrijkste wapen. En dat heb ik natuurlijk uitgebreid bestudeerd tijdens de studie.’

Hoe zie je de toekomst van de bibliotheek voor je?

‘Je hoort natuurlijk ontzettend veel verhalen over ontlezing en dalende ledenaantallen bij bibliotheken. Bij de bibliotheek van Katwijk zien we echter een groei in het aantal leden. Dat komt voor een deel doordat leden korting krijgen bij activiteiten, zoals voorstellingen en lezingen van schrijvers. Maar we zien ook dat mensen hier in eerste instantie komen voor iets anders, toch ook een boek mee naar huis nemen. Ik denk dat je de bibliotheek kan zien als de huiskamer van de samenleving. Naast dat je een huis hebt, kun je in de bibliotheek samenkomen met anderen, zijn wie je wil zijn. Ik denk dat daarin wel een heel belangrijke rol is weggelegd voor de bibliotheek van de toekomst.’

Naast je werk voor de bibliotheek Katwijk ben je ook dichter. Hoe ben je op het idee gekomen om zelf poëzie te gaan schrijven?

‘Dat zaadje is geplant door mijn leraar Nederlands. Hij had zo’n passie voor poëzie en nam mij daar helemaal in mee; ik had echt een klik met die man. Gaandeweg begon ik voor mijzelf gedichten te lezen. Ik schreef altijd al wel verhaaltjes en dagboeken en naarmate ik meer gedichten las, is mijn schrijven verschoven naar poëzie.

Poëzie is voor mij een heel fijne uitlaatklep. Tot voor kort schreef ik vooral als ik me slecht voelde. Het was dan heerlijk om het van mij af te schrijven, maar tegenwoordig probeer ik ook meer thematisch te werken. Laatst moest ik bijvoorbeeld op Bevrijdingsdag een gedicht voordragen op de radio in Den Haag. Ik wilde daarvoor heel graag iets schrijven over vrijheid, over wat dat voor mij betekent, maar ik kon de woorden niet vinden. 's Ochtends in de trein naar de radio begon het te stromen. Ik droeg het direct voor op de radio. Het kan zomaar zijn dat ik dat gedicht nog een keer grondig ga herschrijven. Poëzie heeft voor mij namelijk altijd iets tijdelijks.’

Welke lessen die je tijdens je studie hebt geleerd, pas je nu nog steeds toe in de praktijk?

‘Op de eerste plaats heeft de studie mij kennis laten maken met een breed scala aan schrijvers en daar put ik nog uit als ik samen met collega’s over de programmering brainstorm. Daarnaast is ook de manier van denken over teksten iets waar ik veel gebruik van maak. Dat steunt niet alleen mijn werkzaamheden in het samenstellen van literaire programma’s voor de bibliotheek, maar helpt mij ook als ik bijvoorbeeld een gedicht schrijf of een persbericht voor op de website.’

Heb je nog tips voor huidige studenten Nederlands die net als jij bij een bibliotheek en/of in de poëzie aan de slag willen?

‘Voor mensen die in de poëzie aan de slag willen, zou ik zeggen: ga naar open podia. Ga voordragen en bouw een netwerk op. De literaire wereld is, zeker in Groningen, niet groot. Als je daar eenmaal tussen zit, rolt het balletje vanzelf door. En als je in de bibliotheek wil werken: wandel gewoon binnen. Laat jezelf zien en laat jezelf horen.’

Tegenwoordig gebeurt er in een bibliotheek veel meer dan alleen maar het uitlenen van stoffige boeken. Mensen komen er ook met vragen over hun DigiD, om een taalcursus te doen of om een expositie of filmavond te bezoeken. In die veelzijdige omgeving weet Cleo mensen te verbinden rond verhalen.

NB: Per 1 januari 2025 gaat de bibliotheek van Katwijk op in Cultuurhuis Planck, het cultuurhuis voor de gemeente Katwijk.

Laatst gewijzigd:15 november 2024 16:47