Nee heb je, ja heb je liever
Datum: | 12 november 2024 |
Ik belde laatst mijn vriendin Thea op om te vragen of ze samen met mij een film wilde kijken. Het gesprek ging als volgt:
-
Rinkel
-
THEA Hoi, met Thea
-
IK Hee, Thea! Heb je zin om vanavond Oppenheimer met mij
te gaan kijken?
-
(2.0)
-
IK Hallo?
-
THEA Nou, uuuuhmm… eigenlijk moet ik vanavond de afwas doen
Oeps. Dit was niet wat ik wilde horen. Ik had ‘m stiekem al aan zien kunnen komen: het duurde wel érg lang voordat Thea antwoordde. Een afwijzende reactie op een verzoek, zoals deze, is iets wat heel vaak terugkomt in gesprekken. De reacties van de hoorder en de vraag van de spreker kunnen op veel verschillende manieren tot stand komen. Gesprekken zijn heel vaak omslachtig en ‘rommelig’, maar dit heeft allebei een functie. Gespreksanalisten kijken in gesprekken naar wat mensen doen met wat ze zeggen, en hoe ze dat doen. Zo krijgen we een beter beeld van hoe mensen met elkaar communiceren, en wat wij met onze gesprekken willen bereiken.
Gespreksparen
Tijdens het vak Gespreksanalyse leerde ik dat je binnen een gesprek veel kanten op kunt. Je kunt als spreker een verzoek doen, de hoorder tot actie aansporen, een vraag stellen, je ongenoegen over een tentamen uiten, enzovoort. Dit zijn allemaal voorbeelden van acties die je met taal bewerkstelligt. Deze acties komen normaal gesproken voor in paren, die ook wel aangrenzende paren worden genoemd. Een aangrenzend paar bestaat uit twee uitingen van twee sprekers. Bijvoorbeeld: persoon 1 zegt “jij moet écht die nieuwe trui kopen” (eerste paardeel) en persoon 2 reageert met “ja, ik denk dat ik dat ga doen!” (tweede paardeel).
Wat had je dan verwacht?
Bij het uitvoeren van de ene actie wordt een tweede actie relevant of verwacht. In het voorbeeld hierboven belde ik Thea op om te vragen of ze met mij naar de film wilde gaan. Het antwoord dat je misschien verwacht had, was een simpele “ja”, maar als we over een relevant antwoord spreken, voldoet zowel een “ja” als een “nee”. Wat is het verschil tussen een ‘verwacht’ antwoord en een ‘relevant antwoord’?
Op de vraag “wil je vanavond met mij naar de film?” zijn “ja” en “nee” allebei relevante antwoorden, maar is “ja” het geprefereerde antwoord. Dit heeft overigens niets te maken met het feit dat de spreker liever een “ja” wil horen, maar doordat het zogenaamde gesprekssysteem dat vereist. Het accepteren van de uitnodiging betekent namelijk dat de actie in het eerste paardeel (in dit geval het verzoek) wordt volbracht. Nu moet ik wel zeggen dat het systeem en ik dezelfde voorkeur hebben; ik was immers graag met mijn vriendin naar de film gegaan, maar goed.
Andere geprefereerde kenmerken zijn bijvoorbeeld een antwoord dat de vraag snel opvolgt, een antwoord dat kort en bondig is en een reactie die vloeiend wordt geproduceerd. Gedisprefereerde kenmerken zijn juist het tegenovergestelde: het is langer stil voordat er een reactie komt, de reactie is voorzien van uitleg en het antwoord is onvloeiend, zoals de “uuuuhhmm” van Thea.
Soorten preferentie
Preferentie verandert als ik de vraag anders stel. Als ik mijn vraag aan het begin had vervormd en had gezegd “je hebt waarschijnlijk geen tijd om vanavond met mij Oppenheimer te kijken, niet?”, verandert het geprefereerde antwoord op basis van de vorm van de vraag: de negatie in de vorige vraag neigt heel erg naar een “nee” als antwoord, omdat dat aansluit bij de manier waarop de vraag tot stand komt. Het geprefereerde antwoord is hier dus “nee”.
Je hebt ook nog alle mogelijke antwoorden die gegeven kunnen worden op basis van de toon van het eerste paardeel. Op een vraag als “heb je een pen voor mij?” zijn nu twee antwoorden geprefereerd: “ja” en “nee”. We hebben dus drie soorten preferentie die afhangen van de relatie tussen eerste en tweede paardelen.
Geeft niets, Thea
Op “hee, Thea! Heb je zin om vanavond Oppenheimer met mij te gaan kijken?” heb ik dus drie antwoordmogelijkheden: instemmen, een “nee” of een “ja”, waarvan de laatste wordt geprefereerd. Wellicht had Thea, als ze “nee” had gezegd, dit nog verpakt met een reden: dit is een gedisprefereerd kenmerk in een gedisprefereerd antwoord, zoals ik in de vorige alinea al kort toelichtte. Ik moet eerlijk zeggen dat ik niet weet of ik dat antwoord prefereer ten opzichte van haar originele antwoord.