Woningbouwende wethouders maakten 100 jaar geleden het verschil
Hoe kunnen gemeenten het tekort aan woningen aanpakken? Misschien zijn gemeentelijke woningcorporaties de oplossing. Net als honderd jaar geleden.
Tekst: Marjolein te Winkel
Gemeenten in Nederland kregen in 1901 de verantwoordelijkheid voor de bouw van sociale huurwoningen. Ze hielden niet alleen toezicht op hoogwaardige volkshuisvesting, maar richtten ook zelf gemeentelijke woningbouwcorporaties op. “Dit was hard nodig”, vertelt historicus Stefan Couperus. “Arbeiders in de steden woonden in dicht op elkaar gepakte krotten met smalle trappen, weinig daglicht en nauwelijks sanitaire voorzieningen. Vaak leefden meerdere gezinnen in één huis in slechte hygiënische omstandigheden, waardoor dodelijke ziektes als cholera konden rondgaan.”
Amsterdam als lichtend voorbeeld
De stadsbesturen gingen voortvarend aan de slag, met Amsterdam als lichtend voorbeeld. Wethouders als De Miranda en Wibaut lieten goede huizen bouwen, zorgden ervoor dat iedereen toegang tot publieke voorzieningen kreeg, en lieten wegen onder het spoor aanleggen, zodat de faciliteiten in de stad beter bereikbaar werden. “Hun politieke doel was het leven van Amsterdammers beter te maken”, zegt Couperus. “Dat heeft de stad enorm vooruit geholpen en kreeg navolging in veel andere steden.”
Na de Tweede Wereldoorlog nam de landelijke overheid steeds meer de verantwoordelijkheid voor de woningbouw over. Ze gaf woningcorporaties een grote rol in de uitvoering ervan. Sinds de jaren negentig zijn de corporaties afgedwaald, vindt Couperus. “Ze stootten woningen af, bouwden te weinig nieuwe woningen en investeerden in risicovolle projecten - denk aan de miljoenen die een Rotterdamse woningcorporatie verloor bij de aankoop van het schip de SS Rotterdam.”
Mogelijkheden voor nu
Moeten we voortvarende, idealistische wethouders weer verantwoordelijk maken voor de aanpak van de woningnood? Couperus ziet wel mogelijkheden voor een nieuwe gemeentelijke woningcorporatie die, net als honderd jaar geleden, zelf woningen bouwt. “Al is besturen tegenwoordig veel complexer dan een eeuw geleden, toen wethouders carte blanche kregen om de problemen aan te pakken”, zegt Couperus.
“Bovendien is de werkdruk nu hoger, zijn dossiers complex en hebben veel lokale bestuurders te maken met mondige, boze burgers. Het aantal gemeenteraadsleden en wethouders is gekoppeld aan het aantal inwoners in een gemeente. Een gemeente zou vrij moeten zijn in het samenstellen van het bestuur, zodat ze meer (voltijds)wethouders kan aanstellen. Dan kunnen lokale bestuurders echt verschil maken.”
Laatst gewijzigd: | 30 mei 2024 14:28 |
Meer nieuws
-
30 januari 2025
RUG-onderzoek naar extremisme in IJsselland
Hoewel extremisme in IJsselland een beperkt fenomeen is, moet het vanwege het dynamische en veelzijdige karakter en recente maatschappelijke ontwikkelingen serieus worden genomen door bestuurders en professionals. Dat concludeert een...
-
28 januari 2025
Online èn offline spelen belangrijk voor de ontwikkeling van digitale geletterdheid bij kinderen
Kinderen tussen de 8 en 12 jaar kunnen het best spelenderwijs hun digitale geletterdheid ontwikkelen. Dat kan zowel offline als online gebeuren. Digitale media-activiteiten van kinderen, zoals het bekijken van onlinevideo’s of gamen, lijken op...
-
28 januari 2025
Artistieke ambassadeurs: het maken van kunst als onderzoeksmethode
Schilderen, schrijven, theater maken – het zijn geen activiteiten waar je als eerste aan denkt bij wetenschappelijk onderzoek. Toch is dit mogelijk aan de Rijksuniversiteit Groningen.