This is wrong, right? The role of moral components in anti- and prosocial behaviour in primary education
Promotie: | Mw. D.J. Jansma |
Wanneer: | 25 januari 2018 |
Aanvang: | 16:15 |
Promotors: | prof. dr. M.P.C. van der Werf, prof. dr. T. Malti |
Copromotor: | M. C. J. L (Marie-Christine) Opdenakker, Dr |
Waar: | Academiegebouw RUG |
Faculteit: | Gedrags- en Maatschappijwetenschappen |
Bevorderen van mildheid in de klas vermindert pesten en antisociaal gedrag
Pesten blijft een hardnekkig probleem. Om het aan te pakken is inzicht in pestgedrag belangrijk. Promovenda Dorinde Jansma probeerde pestgedrag (o.a. pesten, helpen van het slachtoffer, passief toekijken) te verklaren vanuit vier aspecten van de morele ontwikkeling van kinderen (7-12 jaar). Een voorbeeld: een kind zegt tegen een ander kind dat het niet mee mag doen aan een spelletje. Herkennen kinderen dit als een morele situatie (morele sensitiviteit)? Wat is hun oordeel hierover: mag of kan dit eigenlijk wel en waarom dan (morele rechtvaardiging)? Vinden kinderen het belangrijk om iets te doen aan de situatie (morele motivatie)? En doen ze dat dan ook als ze tegengewerkt worden (moreel karakter)? Jansma ging na hoe de vier genoemde aspecten zich bij kinderen ontwikkelen en in hoeverre deze ontwikkeling in het onderwijs te beïnvloeden is.
Zowel anti- als prosociaal gedrag in het basisonderwijs bleken gerelateerd aan vier verschillende componenten van moreel functioneren: morele sensitiviteit, moreel redeneren, morele motivatie en moreel karakter. Kinderen die hoog scoren op meerdere morele componenten bleken zich positiever te ontwikkelen op het gebied van prosociaal gedrag dan kinderen die maar op een component hoog scoren. Daarnaast hingen alle morele componenten samen met de verschillende rollen in een pestsituatie: pester, assistent, verdediger, buitenstaander en slachtoffer. Ook bleek het pestgedrag van kinderen samen te hangen met het moreel functioneren van de hele klas. Opvallend was dat kinderen die hoog scoorden op mildheid, onderdeel van moreel karakter, minder vaak pesten en minder vaak assisteerden bij het pesten. Bij het bevorderen van mildheid in een klasinterventie nam mildheid toe en verminderde het pestgedrag en antisociaal gedrag van kinderen van 6 tot 13 jaar. De positieve effecten van de interventie waren het meest zichtbaar in de verlengde interventieconditie.
Het promotieonderzoek werd gefinancierd door NWO.