Weg met die onhandige eet-dagboeken voor diabetes-patiënten
Patiënten die risico lopen om diabetes (suikerziekte) te ontwikkelen, moeten meestal een dagboek bijhouden van alles wat ze eten. Elisabeth Wilhelm, universitair docent Control of Robotic Systems van de Rijksuniversiteit Groningen, werkt aan een digitale app die deze patiënten direct inzicht geeft in hun eetgewoontes én algehele levensstijl. ‘Door goed na te denken over voeding, kunnen we diabetes type twee in een vroeg stadium inperken,’ legt Wilhelm uit.
FSE Science Newsroom | Tekst Charlotte Vlek | Beeld Leoni von Ristok
‘Een reep chocola is nú lekker, terwijl we vaak niet nadenken over hoe het ons helpt om gezond zestig plus te worden,’ legt Wilhelm uit. Maar elke inname van suiker zorgt voor een hogere bloedsuikerspiegel, waarop het lichaam moet reageren door insuline aan te maken. Bij diabetes type twee ontwikkelt het lichaam een ongevoeligheid voor insuline, en produceert het ook nog eens niet genoeg van het stofje.
Onze app zal niet gewoon zeggen: eet minder suiker.
De app die Wilhelm gaat ontwikkelen, zal gebruikers inzicht geven in de effecten van hun levensstijl. Daarvoor werkt ze samen met Claudine Lamoth, Hoogleraar Movement Analysis & Smart technology in Aging (UMCG) en Hilbrand Oldenhuis, lector Digital Health (Hanze).n Wilhelm licht toe: ‘Onze app zal niet gewoon zeggen: eet minder suiker. Wat je eet maakt uit, maar ook je slaappatroon en hoeveel je beweegt.’ Het samenspel tussen die factoren is complex en verschilt per individu. Dus is het een groot voordeel om daar via een app ook individuele feedback op te krijgen.
Een vraag uit de praktijk
Het idee voor de ontwikkeling van zo’n app is voortgekomen uit een ander project: Healthy living as a service. Wilhelm: ‘Artsen beklaagden zich toen over het feit dat er geen eenvoudige manier is om te monitoren wat een patiënt eet. Ja, ze moeten het zelf in een dagboek bijhouden, daar bestaan handige apps voor, maar probeer dat maar eens netjes bij te houden als je uit eten gaat. Of als je met vrienden een zak chips deelt. Soms is die zak chips zomaar ineens leeg, en jíj hebt hem echt niet leeg gegeten!’
Een hele doos ijsjes
De eerste stap voor Wilhelm was om eetgewoontes direct via een sensor af te lezen, zodat patiënten het ingewikkelde gedoe met een dagboek konden overslaan. Een sensor die de bloedsuikerspiegel meet bestaat al, maar die is bedoeld voor diabetespatiënten om te monitoren wanneer ze insuline nodig hebben. Of die ook voor gezonde proefpersonen bruikbare meetwaardes gaf, was nog niet duidelijk.
Daarom liet promovenda Linda Ong proefpersonen een week lang eten wat ze wilden, en dat bijhouden in een ‘ouderwets’ eetdagboek. Ook las ze hun glucosewaarden uit met de sensor. En het lukte om die twee aan elkaar te koppelen: ze vond een matige correlatie. Maar dat was genoeg voor Wilhelm om verder te kunnen met dit project. In een volgende fase zullen nog veel meer proefpersonen volgen, opgedeeld in verschillende leeftijdsgroepen.
Een anekdotische aanwijzing spreekt bovendien boekdelen, vertelt Ong: ‘Iemand had in het eetdagboek ingevuld dat hij een hele doos ijsjes had gegeten, terwijl dat niet in zijn bloedwaardes terug te zien was. Waarschijnlijk was hij vergeten om in zijn dagboek de juiste portie in te vullen: vermoedelijk had hij maar één ijsje gehad.’
Je kunt natuurlijk niet letterlijk in het bloed terugzien wat iemand heeft gegeten: of het nou een Mars of een Twix was zullen we nooit weten. Maar wel lukte het Ong om in de waardes terug te zien wanneer iemand iets met veel suiker, een beetje suiker of weinig suiker had gegeten. Of preciezer gezegd: ze kon de zogenaamde glycemic load zoals die in de dagboeken was opgetekend, schatten vanuit de metingen.
Die glycemic load hangt af van wat voor soort voedsel je eet (een zoete snack die voor een hoge piek in het bloed zorgt, of bruinbrood met veel vezels wat zorgt voor tragere opname), en hoeveel je daarvan eet. Maar het is niet eenvoudig om op basis van de bloedwaarden die de sensor meet de glycemic load te bepalen.
‘Alle proefpersonen hadden hun eigen levensstijl, met eigen slaappatronen en sportvoorkeuren,’ vertelt Ong. En al die dingen beïnvloeden hoe dat wat je eet in het bloed terug te zien is. Maar door met handige wiskundige technieken te kijken naar hoe snel de waardes veranderen, en hoeveel de bloedsuikerspiegel toeneemt na het eten, lukt het toch om die glycemic load te schatten.
Zó dat mensen het ook echt gebruiken
De resultaten van Ong maken de weg vrij voor de ontwikkeling van een nieuwe app, die ook feedback kan geven op andere keuzes in levensstijl. Hiervoor gaat Wilhelm samenwerken met de Hanze Hogeschool. Wilhelm: ‘Een promovendus daar gaat bezig met het ontwerp van de app, op zo’n manier dat we de boodschap zo goed mogelijk aan gebruikers kunnen overbrengen. Want we willen natuurlijk wel dat mensen de app ook echt gaan gebruiken.’
Dit onderzoek maakt deel uit van het Health Technology Research and Innovation Cluster (HTRIC). HTRIC brengt wetenschappelijke technologie naar de medische praktijk. Lees hier volgende week over een ander onderzoek van HTRIC, dat doodsoorzaak nummer één op de intensive care aanpakt.
Laatst gewijzigd: | 28 november 2024 16:04 |
Meer nieuws
-
28 november 2024
Hannah Dugdale wint NWO Athena Award voor uitblinkende vrouwelijke onderzoekers
Professor Hannah Dugdale heeft de NWO Science Athena Award 2024 gewonnen.
-
27 november 2024
Onderzoek toont tekortkomingen in bescherming onderwaternatuur Waddenzee
Slechts tien procent van de onderwaternatuur in de Waddenzee wordt effectief beschermd. Beschermingsmaatregelen, zoals het aanwijzen van beschermde gebieden, blijken bovendien nog vaak op de verkeerde plekken gericht te zijn. Dat blijkt uit nieuwe...
-
21 november 2024
NWA subsidie voor onderzoek om klimaatbeleid te verbeteren
Michele Cucuzzella en Ming Cao zijn partners in het onderzoeksprogramma 'Behavioural Insights for Climate Policy'