Help! Het franchise model verzuipt!
Datum: | 15 februari 2019 |
Op 31 januari sloot de consultatieronde voor het (nieuwe) wetsvoorstel Franchising dat eind 2018 door de Minister en Staatssecretaris is ingediend. Dit is een nieuwe stap in een langdurig proces. De bedoelingen van de initiatiefnemers zijn ongetwijfeld goed, maar wij maken ons ernstige zorgen over de overlevingskansen van franchising in Nederland, als de wet in deze vorm wordt ingevoerd.
De voorgeschiedenis van de voorgestelde Franchise wet is u waarschijnlijk bekend. Door hardnekkige verhalen over misstanden in franchiseland besloot het vorige kabinet dat er een Nederlandse Franchise Code moest komen. Door allerlei inhoudelijke en procedurele problemen ging de wettelijke verankering van deze code op het laatste moment niet door. Veel betrokkenen (waaronder wijzelf) slaakten een zucht van verlichting. De code die er toen lag was onwerkbaar en niet in balans. In het laatste regeerakkoord spraken de partijen af dat er geen code meer zou komen, maar wetgeving, met name gericht op de precontractuele fase. Dit nieuwe wetsvoorstel is daar het uitvloeisel van, al is meteen duidelijk dat de wet over veel meer gaat dan de precontractuele fase. De wet zegt namelijk ook het een en ander over de tussentijdse wijziging van een lopende franchiseovereenkomst, de beëindiging van de franchisesamenwerking, en het overleg tussen de franchisegever en zijn franchisenemers. Bij dit laatste is sprake van vergaand instemmingsrecht van de franchisenemers op voorgenomen beslissingen van de franchisegever.
Enkele jaren geleden waren wij zeer kritisch over de voorgestelde NFC. Goede wetgeving maken is een lastige zaak. Voordat een nieuwe wet ingevoerd kan worden moet de wetgever haar uiterste best doen om er zeker van te zijn dat de wet nodig is, zijn beoogde doelen zal bereiken, en in juridische zin goed in elkaar steekt. Wij hadden dan ook gehoopt, en er misschien ook wel een beetje op gerekend, dat de wetgever de kritiek op de NFC en haar wettelijke ‘haakje’ ter harte zou nemen en een eenvoudige, rechtvaardige en werkbare wet zou ontwikkelen. Een wet waarin de voorwaarden voor gezonde franchiserelaties zouden worden geschapen zonder te proberen in te grijpen in het basisidee van een franchiserelatie; een franchisegever die een formule bedenkt en ontwikkelt, en franchisenemers die die formule in hun vestiging uitvoeren. Helaas moeten wij constateren dat dit opnieuw niet gelukt is.
Het gaat te ver om hier alle knelpunten te herhalen. Het mechanisme van de internetconsultatie werkt prima; de Minister en Staatssecretaris hebben gratis en voor niets een aantal zeer uitgebreide en onderbouwde analyses ontvangen van deze nieuwe wet. En de problemen zijn niet mals. Zo zetten verschillende juristen grote vraagtekens bij het wetsvoorstel; het is mogelijk strijdig met andere wetgeving, en sluit niet aan bij internationale juridische ontwikkelingen. Ook zijn er ingrijpende keuzes gemaakt waarvan de juridische noodzaak onduidelijk is, zoals het dwingendrechterlijk karakter van de wet.
Wat moeten we hier nu van vinden? Allereerst zijn wij van mening, zoals ondertussen bijna iedereen in franchiseland, dat het goed is als er franchisewetgeving komt. Met een goede wet komt er rust en duidelijkheid. We zien echter dat de wetgever er niet in slaagt een juridisch en praktisch werkbare wet te formuleren. Met name uit de Memorie van Toelichting blijkt steeds weer dat basisbeginselen van zorgvuldigheid en wetenschappelijke kwaliteit, zoals een systematische onderbouwing van de noodzaak van wetgeving, worden geschonden. Dit was bij de NFC al zo, en dat is nu weer het geval. De wet lijkt gemotiveerd door onderbuikgevoelens en niet gebaseerd op feitelijke, onafhankelijke analyse.
Wij hopen dat de Minister en Staatssecretaris deze consultatie goed benutten, en hun ambtenaren de opdracht geven de door verschillende partijen uitgebreid beargumenteerde kritiek en gedane verbetervoorstellen te bestuderen en vooral ook ter harte te nemen. Niemand is gebaat bij een franchisewet die eigenlijk stelt dat franchising zoals het nu gedefinieerd wordt in Nederland niet meer zal bestaan. Met name door het vergaande instemmingsrecht van franchisenemers op - zoals het nu lijkt - een breed scala aan strategische beslissingen, wordt de rol van de franchisegever uitgehold. Vele franchisegevers zullen (moeten) besluiten het franchisemodel los te laten en met bijvoorbeeld uitsluitend eigen vestigingen verder te gaan. Buitenlandse ketens zullen Nederland overslaan. Dit is een verlies voor iedereen. Niemand ontkent dat er in franchiserelaties zaken misgaan, en dat franchisenemers soms beschermd moeten worden. Dat kan met heldere voorwaardescheppende regelgeving (die gedeeltelijk al bestaat). Met het huidige voorstel zullen franchisenemers zo beschermd worden dat franchising als bedrijfsmodel niet meer levensvatbaar lijkt. Wij hopen dat het zo ver niet komt en dat franchising als samenwerkingsmodel het hoofd boven water weet te houden!
Dr. Maryse Brand en Dr. Evelien Croonen zijn respectievelijk Universitair Hoofddocent en Universitair Docent MKB & Ondernemerschap aan de Rijksuniversiteit Groningen. Samen zijn zij reeds ruim 15 jaar actief met onderwijs en onderzoek op het gebied van strategische samenwerking in het MKB, met een speciale focus op Franchising.
Deze tekst is een bewerking van onze reactie op de internetconsultatie Wet Franchise (sluitingsdatum 31-1-2019)
Wilt u meer weten? Aarzel dan niet om contact op te nemen met de auteurs van deze blog