Wil je lesgeven aan kinderen en ben je ook geïnteresseerd in studies als Pedagogische Wetenschappen, Psychologie, Sociologie, Orthopedagogiek of Onderwijswetenschappen?
Sta je graag met beide benen in de praktijk en heb je ook behoefte aan theoretische verdieping? In de Academische Opleiding Leraar Basisonderwijs (AOLB) in Groningen komen al deze puzzelstukjes bij elkaar!
Wij leiden je in vier jaar tijd op tot een academische
leerkracht voor het basisonderwijs die goed kan lesgeven, kritisch
meedenkt over onderwijsvernieuwingen en -ontwikkelingen en die in
staat is om op een wetenschappelijk verantwoorde manier
(praktijkgericht) onderzoek te doen naar wat wel en wat niet werkt
in het onderwijs, en waaróm dat zo is.
De AOLB biedt een geïntegreerd programma waarbij je
zowel de Pabo doet als de universitaire bachelor Pedagogische
Wetenschappen. Aan het eind van de opleiding heb je een Pabodiploma
en een universitair diploma Pedagogische Wetenschappen van de
Rijksuniversiteit Groningen. Na afronding van je studie kun je aan
de slag als leerkracht in het basisonderwijs of in een ander
onderwijsgerelateerd beroep. Je kunt ook kiezen om verder te
studeren voor een masterdiploma of voor een combinatie van studeren
en voor de klas staan.
Wil je je inschrijven? Let er op dat je je voor
de AOLB inschrijft bij NHL Stenden of de Hanze én de RUG. Zie
ook de aanmeldingsprocedure onder
'Toelatingseisen'.
In het eerste jaar oriënteer je je op het leraarschap en maak je kennis met de theorie over leren en lesgeven. Je begint met het leggen van een brede, theoretische basis voor je verdere opleiding.
Vanuit de Pabo krijg je alle schoolvakken die je zelf ook gaat geven op je stageschool en leer je over didactiek en hoe je je lessen voorbereidt, geeft en evalueert. Je loopt stage in de groepen 5 tot en met 8. Daarnaast verdiep je je onder meer in hoe kinderen zich ontwikkelen. Op de universiteit volg je vakken als Ontwikkelings- en onderwijspsychologie, Inleiding in de Onderwijswetenschappen en Pedagogische taken van het onderwijs. Ook maak je kennis met het doen van onderzoek.
Semesters | ||||
---|---|---|---|---|
VakkenVakkencatalogus > | 1a | 1b | 2a | 2b |
Leren lesgeven & reflecteren 1 (3 EC) | ||||
Schrijfvaardigheid op (digi)bord/papier (1 EC) | ||||
Taal 1 (4 EC) | ||||
Ontwikkelings- en onderwijspsychologie 1 (5 EC) | ||||
Stage & SLB (14 EC) | ||||
Levensbeschouwing (1 EC) | ||||
Pedagogische taken van het onderwijs (5 EC) | ||||
Rekenen 1 (4 EC) | ||||
Inleiding in de (onderwijs)sociologie (5 EC) | ||||
Inleiding Onderzoek (5 EC) | ||||
Leren lesgeven & reflecteren 2 (2 EC) | ||||
Geestelijke stromingen 1 (1 EC) | ||||
Godsdienst en levensbeschouwing 1 (1 EC) | ||||
Inleiding Onderwijswetenschappen (5 EC) | ||||
Kunstzinnige oriëntatie 1 (2 EC) | ||||
Wereldoriëntatie 1 (3 EC) |
Aan het eind van het tweede studiejaar heb je de brede, theoretische basis gelegd waarmee je in het eerste jaar bent begonnen.
Je krijgt meer oog voor verschillen tussen leerlingen. In de tweede helft van het jaar wordt een begin gemaakt met de zorg voor individuele leerlingen. Je verdiept je verder in de Ontwikkelings- en onderwijspsychologie en leert hoe je gesprekken met bijvoorbeeld leerlingen en ouders kunt voeren. Ook ontwikkel je je gedurende het jaar als onderzoeker. In het eerste semester loop je stage in groep 1 of 2, in het tweede semester in groep 3 of 4.
Semesters | ||||
---|---|---|---|---|
VakkenVakkencatalogus > | 1a | 1b | 2a | 2b |
Methoden en technieken van onderzoek 1 (5 EC) | ||||
Rekenen 2 (2.5 EC) | ||||
Bewegingsonderwijs jonge kinderen (2 EC) | ||||
Ontwikkelings- en onderwijspsychologie 2 (5 EC) | ||||
Spel en ontwikkeling in groep 1-2 (2 EC) | ||||
Stage & SLB (12 EC) | ||||
Statistische Modellen 1 (5 EC) | ||||
Taal 2 (3.5 EC) | ||||
Diagnostiek en Interventie in het Onderwijs (5 EC) | ||||
Wereldoriëntatie 2 (4 EC) | ||||
Gespreks- & interviewpracticum (5 EC) | ||||
Geestelijke stromingen 2 (1 EC) | ||||
Godsdienst en levensbeschouwing 2 (1 EC) | ||||
Kunstzinnige Oriëntatie 2 (2 EC) | ||||
Testtheorie (5 EC) |
Hoe geef je les aan een klas en zorg je daarbij dat je tegelijkertijd ook aansluit bij de behoeften van leerlingen met bijvoorbeeld een taalstoornis, dyscalculie of gedragsproblemen? Die vraag staat centraal in de eerste helft van het derde jaar. De vakken en opdrachten die je krijgt, hebben allemaal een accent op de zorgkant van het onderwijs.
Vanuit de Pabo krijg je de vakdidactische input, vanuit de (Ortho)pedagogiek verdiep je je in leer- en onderwijsproblemen, gedragsproblemen en diagnostiek en hulpverlening. In de tweede helft van het jaar richt je je op het ontwerpen van onderwijs. In beide semesters loop je stage in een groep naar keuze waarbij je in het eerste semester ook de keuze kunt maken om stage te gaan lopen in het speciaal (basis)onderwijs of voortgezet speciaal onderwijs.
Semesters | ||||
---|---|---|---|---|
VakkenVakkencatalogus > | 1a | 1b | 2a | 2b |
Zorg voor leren 1 (5 EC) | ||||
Zorg voor leren 2 (5 EC) | ||||
Zorg voor leren 3 (5 EC) | ||||
Stage & SLB (13 EC) | ||||
Gedrag in de Klas 1 (5 EC) | ||||
Gedrag in de Klas 2 (5 EC) | ||||
Geestelijke stromingen 3 (1 EC) | ||||
Methoden en technieken van onderzoek 2 (5 EC) | ||||
Onderwijsontwerp voor taalgerichte WO A (5 EC) | ||||
Capita Selecta (3 EC) | ||||
Kunstzinnige orientatie 3 (3 EC) | ||||
Onderwijsontwerp voor taalgerichte WO B (5 EC) |
Het vierde en laatste jaar staat in het teken van afronding van je studie.
In het eerste half jaar ligt de nadruk op het zelfstandig functioneren in de klas en op school en loop je een LIO-stage (Leraar In Opleiding) in een groep naar keuze. In het tweede semester volg je vakken over schoolorganisaties en de effectiviteit van onderwijs. Ook doe je dan een afrondend wetenschappelijk onderzoek naar een onderwijskundig of pedagogisch onderwerp waarover je je bachelorwerkstuk schrijft. Hiermee rond je de opleiding af.
Semesters | ||||
---|---|---|---|---|
VakkenVakkencatalogus > | 1a | 1b | 2a | 2b |
Stage & SLB (30 EC) | ||||
Evidence-based interventies in het onderwijs (5 EC) | ||||
Statistische modellen 2 (5 EC) | ||||
Bachelorwerkstuk (10 EC) | ||||
Onderwijs, organisaties en onderwijsverandering (5 EC) | ||||
Ontwikkelings- en onderwijspsychologie (5 EC) |
Het AOLB- onderwijsprogramma wordt net als andere opleidingen opgedeeld in 2 semesters (4 periodes) van elk ongeveer 10 weken, 7 collegeweken en 3 toets/beoordelings/reflectieweken.
In elk semester kun je ongeveer 15 EC behalen. 1 EC staat voor
28 uur werk. Dit kan in de vorm van colleges zijn, opdrachten,
zelfstudie of stage.
De AOLB kent drie leerlijnen: de theorielijn,
pedagogisch-didactische lijn en de praktijklijn. Globaal komen in
de theorielijn de RUG-vakken terug en in de pedagogisch-didactische
lijn de Pabovakken. Een deel van de Pabovakken wordt gegeven op
academisch niveau. Dat betekent: versneld en met meer theoretische
diepgang. Daarnaast worden er in de praktijklijn opdrachten gegeven
die op academisch niveau gemaakt en beoordeeld worden. In elk blok
volg je minstens één vak uit elke leerlijn. De vakken uit
de verschillende leerlijnen worden zoveel mogelijk aan elkaar
gekoppeld zodat je de verbindingen tussen de lijnen ziet.
In het derde jaar is er sprake van grote verdiepende vakken waarin
universitaire- en Pabovakken zijn geïntegreerd.
We maken voortdurend de koppeling tussen praktijk en theorie en
verbinden de inhoud van de vakken met de leeftijd van de doelgroep
die centraal staat in het studiejaar. Bijvoorbeeld: in het eerste
studiejaar zijn de inhoud en opdrachten van alle vakken gericht op
de leerling in de bovenbouw. In het eerste semester van het tweede
jaar richten de vakken zich op het jonge kind. Vanaf jaar 3 mag je
kiezen voor een doelgroep.
voor studenten met een:
De opleiding verzorgt een studiekeuzecheck. Deelname is optioneel. Het advies is niet bindend.
De matching bij de RUG en Hanzehogeschool is vrijwillig. Voor studenten ingeschreven bij NHL Stenden Hogeschool geldt nog wel een verplichte studiekeuze-check. Hierover word je via NHL Stenden Hogeschool geïnformeerd.
De matching/studiekeuze-check bestaat uit:
Aanmelden bij Studielink
Je meldt je, vóór de deadline van 1 mei, aan
voor je studie in Studielink.nl. Je dient voor AOLB bij Studielink
een verzoek tot inschrijving in bij twee instellingen, namelijk
een pabo én de RUG.
Inschrijving 1: Voor de Opleiding Leraar
Basisonderwijs van de Pabo:
Hanzehogeschool óf NHL Stenden Hogeschool
Inschrijving 2: Voor de opleiding Pedagogische
Wetenschappen, variant AOLB van de RUG
Type student | Deadline | Start opleiding |
---|---|---|
Nederlandse studenten | 01 mei 2025 | 01 september 2025 |
Nationaliteit | Jaar | Kosten | Vorm |
---|---|---|---|
EU/EER | 2024-2025 | € 2530 | voltijd |
Praktische informatie voor:
Met je Pabodiploma en je bachelordiploma Pedagogische Wetenschappen op zak plús 4 jaar werkervaring kom je goed beslagen ten ijs op de arbeidsmarkt.
Je kunt direct aan de slag als leerkracht in het basisonderwijs. Maar misschien kies je voor een ander onderwijsgerelateerd beroep (zie het kader hieronder) of wil je je master behalen, bijvoorbeeld in Pedagogische Wetenschappen, Onderwijswetenschappen of Orthopedagogiek. Twee derde van onze studenten gaat voor een masteropleiding, al dan niet in combinatie met een parttime baan als juf of meester.
Career services BSS
Waar
wil je na je studie aan het werk? Je kunt tijdens je studie al
terecht bij
Career
Services
van
de faculteit. Zij helpen je bij het oriënteren op je loopbaan,
het ontwikkelen van vaardigheden, solliciteren en een stage
vinden.
Bij de AOLB zijn onderzoek en onderwijs nauw met elkaar verweven. Dat merk je meteen: onze docenten integreren de meest recente inzichten op het gebied van (ortho)pedagogiek, didactiek en onderwijswetenschappen in hun lessen en gaan met je in discussie over onderwijsvernieuwingen en onderwijsonderzoek. Met al deze actuele wetenschappelijke kennis sta jij dus voor je stageklas!
Bij de AOLB zijn onderzoek en onderwijs nauw met elkaar verweven. Dat merk je meteen: onze docenten integreren de meest recente inzichten op het gebied van (ortho)pedagogiek, didactiek en onderwijswetenschappen in hun lessen en gaan met je in discussie over onderwijsvernieuwingen en onderwijsonderzoek. Met al deze actuele wetenschappelijke kennis sta jij dus voor je stageklas!
Zelf ga je ook aan de slag als onderzoeker. Je voert
praktijkopdrachten uit en doet kleine onderzoeken in de
onderwijspraktijk op je stageschool. Bijvoorbeeld naar
leesbevordering op school, een onderzoeksthema dat nauw aansluit
bij onderzoek van docenten van de opleiding.
GION onderwijs/onderzoek
Een deel van de docenten van de AOLB is werkzaam bij Pedagogische
Wetenschappen, een deel bij Onderwijswetenschappen en een deel bij
het Gronings Instituut voor Onderzoek van Onderwijs (GION). Het
GION levert door wetenschappelijk onderzoek een concrete bijdrage
aan beter onderwijs. Met beter onderwijs bedoelen we dat er sprake
is van gunstiger gevolgen voor de cognitieve en affectieve
ontwikkeling van leerlingen.
De theorie verrijkt je kennis.
Heel vaak zie je dingen terug in de klas die je in de theorie hebt geleerd.
Je leert niet alleen hoe je een les geeft, maar ook waarom je een les geeft.
Ik vind het fijn om uitgedaagd te worden.
Fabienne Nieuwkamp, vierdejaars AOLB en Commissaris Onderwijs bij studievereniging ODIOM:
‘Ik kom uit een echte onderwijsfamilie. Mijn opa en oma en
beide tantes uit hetzelfde gezin geven allemaal les. Zelf geef ik
sinds de vierde klas van de middelbare school bijles bij een
huiswerkbegeleidingsinstituut. Uitleggen, kennis overdragen,
leerlingen verder helpen, dat vind ik heel erg leuk. Daarnaast ben
ik geïnteresseerd in verdiepende vakken over leerstoornissen
en ontwikkelingsachterstanden bij kinderen. Om die reden heb ik ook
bewust een halfjaar stage gelopen in het speciaal basisonderwijs.
Het is super mooi dat de AOLB dit allemaal biedt!
Ik vind het fijn om uitgedaagd te worden en om feedback te krijgen.
Daar leer ik van. Dat ik door mijn stages verschillende soorten
scholen heb leren kennen, vind ik echt een verrijking. Mijn
LIO-stage die ik vorig jaar heb afgerond, vond ik het mooiste
onderdeel van mijn opleiding. Ik kon mijn eigen stijl daar goed
ontwikkelen.
Toen ik in Groningen kwam studeren, ben ik gelijk lid geworden van
studievereniging ODIOM om medestudenten te leren kennen. ODIOM is
dé studievereniging voor Pedagogische en
Onderwijswetenschappen en de AOLB. De vereniging organiseert
sociale en gezellige activiteiten zoals excursies en het
introductiekamp voor eerstejaars waar ik mijn studievriendinnen heb
ontmoet. Momenteel doe ik een bestuursjaar als Commissaris
Onderwijs bij ODIOM. Ik vind het interessant om mee te denken over
het onderwijs binnen de AOLB en zo krijg ik een mooi kijkje achter
de schermen van de faculteit. Dat is leuk en leerzaam, en een goede
voorbereiding op de master Onderwijswetenschappen die ik na mijn
bachelor wil gaan doen. Mogelijk kan ik dit combineren met
één dag in de week voor de klas staan zodat ik mijn
Pabodiploma al in de praktijk kan gebruiken.’
Ik wil een lans breken voor vaker een meester voor de klas.
Ate Hamstra, derdejaars student AOLB, coördinator studentvoorlichtingsteam en student-assistent:
‘Op de basisschool had ik een leerkracht die heel
betrokken was en die écht naar je luisterde. Zo’n
leerkracht wil ik ook zijn: ik vind het belangrijk dat elk kind
zich gezien en begrepen voelt.
Ik vind kinderen heel leuk, maar aanvankelijk was ik niet van plan
om voor de klas te staan. Ik twijfelde tussen de studies Sociologie
en Psychologie, in ieder geval wilde ik iets met Gedrags- en
Maatschappijwetenschappen doen. Toen kwam ik de AOLB tegen en was
ik verkocht: alles wat ik interessant vind, komt in deze opleiding
samen. De theoretische vakken bieden de verdieping die ik zoek. Ik
ben nieuwsgierig, wil zelf ontdekken waaróm iets zo is en ga
altijd voor de uitdaging. Wat ik ook belangrijk vind, is dat je na
deze opleiding zowel een hbo- als een universitair diploma hebt,
plús vier jaar werkervaring. Dat vergroot je kansen op de
arbeidsmarkt enorm.
Het is een drukke studie met veel contacturen. Ook heb je een grote
verantwoordelijkheid: je staat al meteen in het eerste jaar een dag
in de week voor de klas. Daardoor leer je ontzettend veel
praktische vaardigheden en ook veel over jezelf.
Ik vind lesgeven in alle klassen leuk. Vooral het kleuteronderwijs
heeft mij positief verrast; kleuters zijn een harstikke
enthousiaste doelgroep! Ik merk dat het goed zou zijn en belangrijk
is voor kinderen, in alle groepen van de basisschool, als er vaker
een meester voor hun klas staat. Daar wil ik wel een lans voor
breken.’
94 procent van onze alumni zou opnieuw voor de AOLB kiezen.
Drs. Guido Holvast, docent rekenen-wiskunde en stage- en studieloopbaanbegeleider:
‘Hoe geef je zo goed en zo effectief mogelijk rekenles?
Dat is de kern van mijn vak, en dat leer ik onze studenten van de
AOLB. Daarnaast is het belangrijk om je te verdiepen in de
leerlijnen: hoe leren kinderen de tafels, breuken of tabellen
aflezen? Hoe is de leerstof van groep 1 tot en met groep 8
opgebouwd? Rekenonderwijs aan kleuters is bijvoorbeeld compleet
anders dan aan de andere groepen.
Tijdens het eerste college leg ik uit dat we in Nederland twee
visies kennen op rekenen en wiskunde: de traditionele en de
realistische reken- en wiskundedidactiek. De traditionele visie is
leerkracht gestuurd: de meester of juf doet het voor, vervolgens
doe je het samen en daarna doe je het alleen. Het realistisch
rekenen laat leerlingen meer zelf ontdekken hoe het in elkaar zit.
Twee totaal verschillende visies die allebei hun invloed hebben op
ons rekenonderwijs. Als student moet je ze kunnen herkennen in de
rekenmethode op je stageschool en moet je weten wat de plus- en
minpunten zijn van beide visies.
Wat mij opvalt aan AOLB-studenten is dat ze heel gemotiveerd zijn.
Ze bereiden zich goed voor, hebben een honger naar meer kennis,
stellen kritische vragen en zoeken extra uitdagingen. Als oud
schooldirecteur weet ik dat diversiteit in teams erg belangrijk is.
Onze afgestudeerde academische leerkrachten bieden een waardevolle
aanvulling op elk schoolteam.
We vragen veel van onze studenten, de werkdruk is hoog. Want die
twee diploma's krijg je niet zo maar. Aan de andere kant levert de
combinatie van Pabo en Pedagogische Wetenschappen je een schat aan
kennis en (stage)ervaring op. Studenten waarderen de afwisseling
van theorie en praktijk erg. 95 procent van de huidige studenten is
dan ook zeer tevreden over de opleiding en 94 procent van onze
alumni zegt dat ze opnieuw voor de AOLB zouden kiezen.’
Als beleidsmedewerker kan ik verschil maken, op een andere manier dan voor de klas.
Met een diploma van de Academische pabo (AOLB) gaan er veel deuren open in onderwijsland. Hoewel Marrit Wiersma (24) de opleiding deed met het idee om voor de klas te staan, werd ze al snel beleidsmedewerker bij het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (OCW). Daar levert ze een mooie bijdrage aan kansengelijkheid in het onderwijs.
Met mijn academische achtergrond onderzoek ik of onderwijsvernieuwingen bewezen effectief zijn.
Ygerne Imhoff (28) deed de Academische pabo (AOLB), waarna ze verder studeerde aan twee masters. Het bereidde haar voor op een veelzijdige en uitdagende toekomst: ze geeft les aan kleuters aan de dr. Theun de Vriesskoalle in Feanwâlden, is er daarnaast intern begeleider én begeleidt als schoolopleider pabostudenten. Ook denkt ze mee over de onderwijskwaliteit.
“De Academische pabo is interessant doordat praktijk en theorie elkaar versterken. Enerzijds is er door stage en theorie focus op het ‘leerkracht worden’, met Pabo-vakken zoals taal, rekenen, wereldoriëntatie, drama en pedagogiek. Anderzijds krijg je bredere theoretische achtergronden en vaardigheden: een wetenschappelijke verdieping in de ontwikkeling van leerlingen, in zorg voor leerlingen met leer- en gedragsproblemen en ook statistiek en onderzoek. Eigenlijk volg je in vier jaar tijd twee opleidingen. En je kunt makkelijk doorstromen: na de Academische pabo studeerde ik verder aan een master pedagogische wetenschappen en een master onderwijswetenschappen.”
Verwondering
in het kleuteronderwijs
“Tijdens de
opleiding loop je in alle groepen stage. Zo kwam ik erachter dat ik
kleuteronderwijs leuk vind. Je kunt kleuters veel leren, waarbij je
kunt aansluiten bij de ontwikkeling van elk kind. En je kunt er je
eigen creativiteit in kwijt, doordat je de invulling van de
leerdoelen makkelijk kunt koppelen aan zelfgekozen thema’s.
Bijvoorbeeld je samen met de kinderen verwonderen over hoe sneeuw
ontstaat, of filosoferen over dino’s.”
Half jaar in
het buitenland
“Als facultatief
onderdeel van de studie ging ik ook een half jaar naar het Noorse
Trondheim, waar ik vakken aan de universiteit volgde en op excursie
ging naar scholen. Noorwegen heeft een inclusiever onderwijssysteem
waarin alle kinderen naar dezelfde school moeten kunnen gaan,
ondanks eventuele beperkingen. Ook viel op dat er veel buiten
plaatsvindt, ze trekken er lekker op uit de natuur in. Binnen de
Nederlandse Pabo’s ligt de focus natuurlijk op ons eigen
onderwijssysteem. Het was interessant om ook eens te kijken hoe het
in een ander land gaat.”
Focus op
onderwijskwaliteit
“Hoewel ik
kleuteronderwijs erg leuk vind, wist ik al vrij snel dat ik meer
wilde dan alleen voor de klas staan. Mijn directrice gaf me op
jonge leeftijd al kansen om mijn ambities te volgen. Zo ben ik als
intern begeleider onder andere verantwoordelijk voor de
leerlingenzorg bij ons op school en maak ik analyses van de
toetsresultaten. Daarnaast denk ik graag mee over de
onderwijskwaliteit op bovenschools niveau, waardoor ik het
strategisch beleid mag vertalen naar concrete acties.
De Academische
Pabo (AOLB) heeft me daar goed op voorbereid, omdat ik er leerde om
met een kritische onderzoekende houding naar allerlei
ontwikkelingen in het onderwijs te kijken. Kortgeleden werd
bijvoorbeeld het digitale rekenen op tablets op veel scholen
geïmplementeerd; voor de verwerking van de instructie komen
sommige scholen daar nu toch van terug. Met mijn academische
achtergrond onderzoek ik of dit soort onderwijsvernieuwingen een
hype zijn of dat wetenschappelijk aangetoond is dat het
daadwerkelijk bijdraagt aan de kwaliteit van het
onderwijs.”
Dit is het beste van twee werelden.
Jesper van Haastrecht (27) is alumnus van de AOLB. Deze academische pabo-opleiding was voor hem de ideale combinatie van een studie tot leerkracht in het basisonderwijs en een wetenschappelijke verdieping. De extra kennis die de AOLB biedt over gedrag en leerproblemen zet hij nu in op zijn werkplek in het speciaal basisonderwijs.
“Ik kom uit een echte onderwijsfamilie: mijn beide ouders
zijn ook leerkracht. Na mijn vwo wilde ik ook iets in die richting
doen, maar op vwo-niveau kom je dan al snel uit bij sociologie of
bewegingswetenschappen. Dat is niet hetzelfde als voor de klas
staan. Maar toen kwam ik erachter dat er ook een academische pabo
is: een mix van wetenschappelijk onderwijs en praktijkvakken uit de
pabo. Op de meeloopdag zag ik: dit is het beste van twee
werelden.”
Twee diploma's
“Wat mij vooral aansprak was de variatie. De ene dag sta je
te kleien in een praktijkles, de andere dag volg je in een
collegezaal het vak onderwijspsychologie. En na vier jaar heb je
twee diploma's: voor de pabo en voor pedagogische wetenschappen. Je
kunt dus nog kiezen of je voor de klas wilt of liever de
onderwijswetenschappen of orthopedagogiek in.”
Speciaal basisonderwijs
“Stagelopen vond ik het allerleukst. Dat doe je meteen vanaf
jaar 1. In het begin kijk je nog vooral wat er op je afkomt, maar
je brengt steeds meer diepgang in je lessen. Via stages en
meeloopdagen kwam ik erachter dat de sbo-doelgroep mij aantrok. Ik
vind het tof dat kinderen die in het regulier onderwijs vastlopen
toch hun plezier in het onderwijs terugvinden binnen het sbo. Het
is een diverse doelgroep met gedrags- en leerproblemen, van ADHD
tot hechtingsstoornissen. In het reguliere onderwijs zijn deze
kinderen vaak buitenbeentjes. Dan is het mooiste wat je dus kunt
horen, dat ze hier weer met een lach naar school gaan.”
Verdieping in zorg
“In de AOLB zit een verdieping in zorg en leren. Je leert wat
kinderen nodig hebben om te leren, en dus ook wat je kunt doen voor
kinderen die in het reguliere onderwijs niet meekomen. De opleiding
gaf me een onderzoekende houding ten opzichte van de manier waarop
het onderwijs wordt ingericht. Het valt mij bijvoorbeeld op dat
veel scholen, ook de onze, bepaalde vakken altijd op hetzelfde
tijdstip geven. Terwijl kinderen niet de hele dag hetzelfde
concentratieniveau hebben. Bijvoorbeeld door het bioritme of door
uitgewerkte medicatie, wat bij ons op school veel voorkomt. Mijn
aangeleerde kritische houding leverde het idee op om de roosters zo
in te richten dat alle leerlingen ieder vak goed kunnen volgen. De
opleiding heeft me dus heel goed voorbereid op dit
werkveld.”
Bij de AOLB kun je stagelopen op openbare, Protestants-Christelijke en Katholieke basisscholen in Groningen, Friesland, Drenthe en de kop van Overijssel.
In het eerste studiejaar loop je stage in de bovenbouw, in het tweede jaar in de onderbouw. In het derde jaar mag je zelf kiezen voor een groep en is er ook een mogelijkheid om een halfjaar stage te lopen in het speciaal basisonderwijs, speciaal onderwijs en voortgezet speciaal onderwijs.
De AOLB onderhoudt goed contact met haar alumni. Ze komen terug op de opleiding om te vertellen over hun werk, ze geven workshops en sommigen begeleiden als mentor een stagiair in hun eigen klas. Daarnaast is er een AOLB-pagina op LinkedIn waar veel alumni lid van zijn, die we gebruiken om hen te informeren over de opleiding, landelijke scholingsdagen en vacatures.
Uit onze laatste enquête onder onze alumni blijkt dat 69
procent als leraar in het basisonderwijs werkt. Van die 69 procent
heeft 54 procent naast het lesgeven een aanvullende taak op de
school, zoals die van bouwcoördinator of intern
begeleider.
31 procent van onze alumni werkt ook in het onderwijs, maar dan in
andere beroepen, zoals: schooldirecteur, onderwijsinspecteur,
beleidsmedewerker, orthopedagoog, onderwijsadviseur en
onderwijsontwikkelaar. Anderen zijn zelfstandig ondernemer met een
eigen praktijk, werken bij een onderwijsuitgeverij of op het
Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap. Ook zijn er
afgestudeerde AOLB’ers die lesgeven aan het hbo of de
universiteit en/of een promotieonderzoek doen.
Jij
Voor het RUG-BSA moet je 20 van de 25 RUG studiepunten halen in het eerste jaar. Als je dit niet haalt, dan kan je, in overleg met de examencommissie van de Pabo, verder gaan als student op de reguliere Pabo.
Bij de AOLB is veel aandacht voor studiebegeleiding. Je kunt als aankomend student, student, of voormalig student van opleidingen bij de faculteit GMW terecht bij de studieadviseur.
Je kunt de studieadviseur vragen stellen over: • de inhoud van de opleiding • de invulling en planning van je studie • keuzes in je studie • inschrijvingen • regelingen in de opleiding • het volgen van vakken buiten je opleiding • studeren in het buitenland
Ook voor persoonlijke ondersteuning kun je bi
Je kunt de studieadviseur vragen stellen over:
• de inhoud van de opleiding
• de invulling en planning van je studie
• keuzes in je studie
• inschrijvingen
• regelingen in de opleiding
• het volgen van vakken buiten je opleiding
• studeren in het buitenland
Ook voor persoonlijke ondersteuning kun je bij de studieadviseur
terecht.
Aarzel niet om contact op te nemen of een afspraak te maken.
E-mail voor korte vragen: studieadvies.pedok rug.nl
Een afspraak maken kan via het online afsprakensysteem: https://fbss.as.me/schedule/9de94536,
of per telefoon via de onderwijsbalie: 050 3636301
Studiebegeleiding
Elke student is ondergebracht in een studiegroep onder leiding van
een Stage- en studieloopbaanbegeleider (SSLB). In deze studiegroep
word je begeleid bij de voortgang van je stage en studie. De
studieloopbaanbegeleider staat in nauw contact met de
studieadviseur.