Skip to ContentSkip to Navigation
Aletta Jacobs School of Public Health
Together for more healthy years
Aletta Jacobs School of Public Health

Gezondheidszorg loopt tegen grenzen aan, kijk daarom over de grens

21 oktober 2024

De vierde editie van de Cross-border Health Meet-up vindt op 18 november plaats in het House of Connections. Het doel is om samenwerkingen in de gezondheidszorg tussen Nederland en Duitsland te versterken. Twee onderzoekers blikken alvast vooruit op het evenement. ‘De Nederlandse en Duitse grensregio's staan voor dezelfde uitdagingen, maar hebben zeer verschillende zorgsystemen.’

Tekst: Jelle Posthuma

Het Cross-Border Institute of Healthcare Systems and Prevention (CBI) richt zich op samenwerking in de gezondheidszorg in de grensregio tussen Nederland en Duitsland. Stefan Pichler, Associate Professor of Public Health aan de Rijksuniversiteit Groningen, is bestuurslid bij het CBI. Hij is geboren in Zuid-Tirol, op de grens van Italië en Oostenrijk, en kent de uitdagingen van een grensregio maar al te goed. ‘Het is een ruraal gebied, waar toegang tot goede zorg relatief lastig is.’

Grensregio's in heel Europa kennen vergelijkbare problemen, vervolgt Pichler. Het zijn doorgaans dunbevolkte en vergrijzende gebieden. ‘Dit leidt tot personeelstekorten. Zorgprofessionals trekken eerder naar het economisch centrum van een land.’ Ook is er sprake van een lagere sociaaleconomische status, gebaseerd op factoren zoals welvaart, opleidingsniveau en arbeidsmarktdeelname. ‘Dit resulteert in een ongezonde leefstijl en minder gezonde levensjaren.’

Het CBI werd in 2019 opgericht. In de eerste plaats om grensoverschrijdende onderzoeksprojecten van de Rijksuniversiteit Groningen en de Universiteit van Oldenburg te bevorderen, zoals de CHARE-GD-projecten. ‘De Nederlandse en Duitse grensregio's staan voor dezelfde uitdagingen, maar hebben zeer verschillende zorgsystemen. Bij de CHARE-GD-projecten vergelijken we deze twee systemen.’

Grote verschillen

Een van de onderzoekers is Alexander Fassmer. Hij doet onderzoek naar de zorg in Duitse en Nederlandse verpleeghuizen. Naast een literatuurstudie werden vragenlijsten gestuurd naar 600 willekeurig geselecteerde Duitse en 600 Nederlandse verpleeghuizen. ‘We stelden vragen over algemene zorg, ziekenhuistransfers en zorg rondom het levenseinde.’

In Nederland ligt de verantwoordelijkheid voor de medische zorg binnen het verpleeghuis bij de verpleeghuisarts, terwijl deze taak in Duitsland bij de huisarts blijft. ‘De twee systemen zijn heel verschillend. Artsen in Duitsland hebben een ‘normale’ populatie naast de patiënten uit het verpleeghuis. Duitse verpleeghuizen kunnen daardoor gemiddeld acht verschillende artsen voor de bewoners hebben. Uit ons onderzoek blijkt dat het Nederlandse systeem, waarbij de verpleeghuisarts verantwoordelijk is, betere zorg en minder ziekenhuistransfers oplevert.’

Ook richt het onderzoek zich op de samenwerking en communicatie tussen zorgprofessionals. Fassmer ziet aan de Duitse kant verbeteringsmogelijkheden. ‘In Duitsland is er nog niet veel digitalisering, in tegenstelling tot Nederland. Fax is het meest gebruikte communicatiemiddel tussen verpleegkundigen en artsen in Duitsland. Dit kan zeker verbeterd worden.’

decoratieve afbeelding
Photo: Stefan Pichler & Alexander Fassmer

Cultuur

Op andere gebieden is een (snelle) verandering lastig, stelt de onderzoeker. Veranderingen in het zorgsysteem leiden volgens Fassmer tot grote organisatorische en financiële uitdagingen. Bovendien zijn culturele verschillen niet eenvoudig te overbruggen. Hij wijst op Advance Care Planning (ACP), een proces waarbij de patiënt met zijn behandelend arts zijn wensen, doelen en voorkeuren voor zorg rond het levenseinde bespreekt en vastlegt.

ACP is in Nederland een stuk belangrijker dan in Duitsland, blijkt uit het onderzoek van Fassmer. ‘75 procent van de Nederlandse verpleeghuizen biedt ACP aan, tegen 39 procent in Duitsland.’ Het heeft te maken met opleidingsmogelijkheden, maar ook de visie op euthanasie speelt een rol. ‘Er is een sterke focus op levensverlengende behandelingen terwijl het in Nederland meer draait om de kwaliteit van leven.’

Volgens Fassmer geven de onderzoeksuitkomsten belangrijke inzichten. ‘Voor dit project wisten we uit bestaande samenwerkingen dat het Nederlandse systeem voor ouderenzorg goed lijkt te werken, en de verzamelde gegevens bevestigen dit nu definitief.’ Hij heeft nog wel een aanbeveling voor toekomstige projecten. ‘Het is cruciaal dat we financiering aan beide kanten van de grens gelijk trekken. ‘Omdat er in het eerste deel van ons onderzoek geen financiering vanuit Nederland was, was het lastig om tijd te vragen van onze Nederlandse collega’s.’

Verbinding

Het evenement op 18 november biedt deelnemers de kans om meer te horen over de nieuwste onderzoeksresultaten van lopende grensoverschrijdende projecten. Een belangrijk doel is om onderzoekers, beleidsmakers, zorgprofessionals en burgers te verbinden, vertelt Pichler. Dit blijkt uit de betrokkenheid van het Rijnland Instituut, een kennisinstituut voor regionale ontwikkeling met verschillende partners in Noord-Nederland en Noordwest-Duitsland.

Er liggen genoeg kansen om de samenwerking tussen zorgverleners in de grensregio’s te versterken, weet de onderzoeker. ‘Het kan de wachtlijsten terugdringen en potentieel veel kosten besparen. Als een patiënt uit het Duitse Leer een specialistische behandeling in Groningen kan ondergaan in plaats van in München, bespaart dat veel tijd en geld.’ Er zijn echter nog altijd grote uitdagingen, zoals taalbarrières, administratieve verschillen en gevoeligheden rondom het uitwisselen van patiëntgegevens.

Volgens Pichler, die zelf vergelijkend onderzoek doet naar ziekteverzuim in Duitsland en Nederland, kunnen de grensoverschrijdende studies belangrijke inzichten leveren voor het beleid. ‘We willen meer impact maken door samenwerkingen op te zoeken met partijen buiten de academie. Beleidsbepalers kunnen lering trekken uit het onderzoek. Ook willen we, mede door het netwerk van de Aletta Jacobs School of Public Health, de aandacht van het nationale beleid op onze regio vestigen.’

Het programma van de Cross-border Health Meet-up bestaat uit keynotes van Brigitte van der Zanden (directeur van de Stichting euPrevent) en Ulrike Junius-Walker (Hannover Medical School). Ook zijn er pitches over grensoverschrijdende samenwerking. Het hele programma is te vinden op de website van het CBI. Aanmelden kan hier .

Voor meer informatie:

dr. Adriana Pérez Fortis, wetenschappelijk coördinator van het Cross-border Institute of Healthcare Systems and Prevention (CBI), a.perez.fortis@rug.nl

Laatst gewijzigd:21 oktober 2024 17:20
View this page in: English

Meer nieuws

  • 16 december 2024

    Jouke de Vries: ‘De universiteit zal wendbaar moeten zijn’

    Aan het einde van 2024 blikt collegevoorzitter Jouke de Vries terug op het afgelopen jaar. Daarbij gaat hij in op zijn persoonlijke hoogte- en dieptepunten en kijkt hij vooruit naar de toekomst van de universiteit in financieel moeilijke tijden.

  • 10 juni 2024

    Om een wolkenkrabber heen zwermen

    In Makers van de RUG belichten we elke twee weken een onderzoeker die iets concreets heeft ontwikkeld: van zelfgemaakte meetapparatuur voor wetenschappelijk onderzoek tot kleine of grote producten die ons dagelijks leven kunnen veranderen. Zo...

  • 24 mei 2024

    Lustrum 410 in beeld

    Lustrum 410 in beeld: Een fotoverslag van het lustrum 2024