Skip to ContentSkip to Navigation
Aletta Jacobs School of Public Health
Together for more healthy years
Aletta Jacobs School of Public Health
Header image AJSPH

AJSPH

Terugblik naar Jochen Mierau zijn tijd bij de Aletta Jacobs School of Public Health

Datum:30 mei 2022
Jochen Mierau
Jochen Mierau

English below



Jochen Mierau, wetenschappelijk directeur van de Aletta Jacobs School of Public Health (AJSPH), begint vanaf 1 juli aan zijn nieuwe benoeming tot wetenschappelijk directeur van Lifelines. Om vanuit deze functie nog meer nationale en internationale impact te genereren op zorg en gezondheidsbeleid. Reden voor AJSPH om op 15 september een impact symposium te organiseren. Waarin wordt verdiept en teruggeblikt op de rol van AJSPH als wegbereider van impact en als afscheid voor Jochen. Voorafgaand van het evenement en Jochen zijn nieuwe positie pakken wij nog snel de kans om met Jochen te praten over zijn tijd bij AJSPH.

Als we terugkijken naar jouw tijd bij AJSPH, waar ben je het meest trots op?

Ik ben vooral trots op de breedte van wat wij hebben bereikt. Ik denk dat in onze breedte veel duurzaamheid zit. Uiteindelijk gaat het er niet om dat je een heel klein specifiek ding goed doet, maar dat je echt probeert om die hele breedte die de kennisinstellingen zijn te realiseren. Inmiddels is AJSPH georganiseerd langs vijf pijlers; educatie, onderzoek, regionale samenwerking, public engagement en internationalisering. Op alle pijlers is aantoonbare impact gerealiseerd, zowel in de samenwerking tussen de kennisinstellingen als tussen AJSPH en de samenleving.

In 2020 bestond AJSPH net twee jaar. Toen kwam de Covid-pandemie en in zekere zin is, voor een school of public health, een pandemie een lakmoesproef. Als je dan niet van waarde bent, dan moet je de toko sluiten. Wij hebben het op alle fronten voor elkaar gekregen om op een heel hoog tempo maatschappelijke impact te creëren. Enerzijds met het Lifelines Corona Research project, anderzijds ook met de advisering naar het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS), de veiligheidsregio's, gemeenten, het profileren van een brede gezondheidsvisie en echt benadrukken dat de pandemie niet alleen maar een geneeskundig verhaal is, maar een maatschappelijke crisis met een geneeskundig element. Dat is echt iets moois wat wij voor elkaar hebben gekregen. 

Als je concreter kijkt; er zijn kamervragen en rondetafels met de veiligheidsregio's geweest over de Lifelines vragenlijst. Wij hebben er in het midden van de pandemie voor gezorgd dat wij, daar waar het beleid wordt gemaakt, daar waar de piketpaaltjes worden geslagen, aanwezig waren.



Heb je behaald wat jij voor ogen had bij het oprichten van AJSPH?

Er waren voor mij altijd twee testen bij de oprichting van AJSPH. Eentje was; stel je hebt een school of public health in Groningen, zal iemand er aan twijfelen of die moet bestaan? Ik denk dat wij hebben bereikt dat niemand twijfelt aan de meerwaarde van AJSPH. We hebben het bestaansrecht gecreëerd. 

De tweede doelstelling; het allereerste document wat wij in 2016 hebben geschreven begon met de zin "wie belt het ministerie van VWS als we nieuw gezondheidsbeleid willen maken?". Ik denk dat wij ook daar bestaansrecht gecreëerd hebben. Als ik kijk hoe veel beleidsvragen naar AJSPH toe komen vanuit de Rijksoverheid, bijvoorbeeld over het inrichten van het gezondheidsstelsel, vragen vanuit het ministerie van VWS voor consultatie of bijvoorbeeld de nota 'zorg voor de toekomst', zie je echt dat AJSPH wordt gezien als een 'trusted advisor'. Dat zie je ook terug in lokale vragen, vanuit de preventiecoalities waar we aan hebben meegebouwd (Preventie Overleg Groningen, Friese Preventie Aanpak, Drentse gezondheidstafel),  Als er gekeken wordt naar het inrichten van beleid is het voor heel veel partijen logisch gebleken om naar AJSPH te kijken.

Waar ik ook echt trots op ben, maar wat ik in eerste instantie niet had zien aankomen, is dat wij het voor elkaar hebben gekregen dat alle faculteiten van de RUG, het UMCG, Hanzehogeschool Groningen en NHL Stenden op gelijkwaardige manier samen werken in een school. Dat is iets, ook als je landelijk kijkt, wat bijna nergens lukt. Het blijft altijd een soort van concurrentie tussen regionale kennisinstellingen en ik denk dat wij deze concurrentie hebben weten te overbruggen. Daar mogen wij echt trots op zijn.

 

Dus je gaat met een gerust hart weg?

Ik denk dat als je iets bestuurt, en al helemaal wanneer je iets hebt opgericht, je op tijd afstand moet nemen. Toen ik begon was het nooit mijn doelstelling om directeur te zijn van een School of Public Health. We zijn begonnen in 2016 met een exploratiefase, om te kijken of er animo voor was. In de zomer van 2017 was dat wel redelijk klaar. Toen had ik iets van: “we hebben aangetoond dat er behoefte aan is, zoek er maar iemand bij die de rol van directeur op zich neemt”. Het lag bij mij niet in de rede om het zelf te gaan doen, maar uiteindelijk heb ik het wel met heel veel plezier gedaan. Voor mij was het belangrijker dat er een School of Public Health was omdat ik het als onderzoeker miste in het doen van mijn onderzoek. Maar het was niet voor mij een gegeven dat ik daar directeur van moest zijn. Op gegeven moment loop je het risico dat je ermee vergroeid raakt. Dat het in zekere zin 'de grote Jochen show' wordt. Daar had ik geen zin in. Het is nu het juiste moment om het aan iemand over te geven, AJSPH is nu een schip dat goed aan het varen is. Het is natuurlijk wel spannend omdat je niet weet wat er gaat gebeuren, maar toch is het voor mij, juist omdat ik er vanaf het begin af aan bij ben geweest, de ultieme maat van succes dat AJSPH zonder mij kan bestaan.

 

Wat zou je je opvolger meegeven?

Ten eerste, laat je niet tegenhouden door 'interne hoger onderwijs politiek'. Er zijn genoeg overleggen, comissies, procedures en wat dan ook om je week mee te vullen. Daar kun je kennis van nemen, maar je kan ook gewoon vooruit gaan. Besef heel goed dat elke email, elk overleg dat gewijd is aan een of ander intern organisatieperikel weer eentje is waar je niet bezig bent met het verbinden van mensen en het verbinden van het hoger onderwijs en de samenleving. Kijk altijd wat je kan doen om meer internationaal samen te werken, meer met de samenleving samen te werken, meer de samenwerking tussen faculteiten weer te geven. De interne politiek lijkt altijd heel prioritair en urgent, maar uiteindelijk is de echte urgentie dat het hoger onderwijs in Nederland de internationale positie behoudt door samenwerking, dat de verbinding met de samenleving sterk blijft en dat de verbinding intern goed loopt. Al die andere dingen zijn secundair.

 

Wat ga je vooral missen?

De dynamiek. AJSPH is begonnen met 1.5 persoon en er zitten nu bijna 20 mensen. Het is een heel leuk team, waarmee het gewoon gezellig is. Dat ga ik zeker missen. Ik zoek altijd een beetje op waar het schuurt, intern of extern. Het professioneel tegen heilige huisjes aan trappen. Dat ga ik zeker missen. Maar vooral de samenwerking met het team, de samenwerking over alle faculteiten heen. Je leert alle faculteiten heel goed kennen, je leert er zo veel van. Ook al heb je ergens een zakelijk overleg, het gaat toch snel weer over de inhoud en zo word je de hele tijd blootgesteld aan allemaal verschillende inzichten. Dat heb je er dan bij, wat heel leuk is. Je leert op heel veel verschillende manieren naar je eigen vakgebied te kijken terwijl je met iedereen aan het praten bent.

 

Straks een nieuwe ervaring als wetenschappelijk directeur bij Lifelines. Waar kijk je het meest naar uit?

Bij Lifelines werken ook heel veel interessante mensen, waar je denk ik heel leuk mee kan samenwerken. Ik kijk heel erg uit naar het team waarmee ik ga samenwerken. Ook kijk ik heel erg uit naar de maatschappelijke impact die je kan maken met de gegevens die bij Lifelines beschikbaar zijn. Zowel voor het doen van onderzoek naar het ontstaan van ziekten en het vroeg diagnosticeren van ziekten, als het gebruiken van data voor het ondersteunen van beleid. Lifelines heeft 160.000 deelnemers die allemaal met hun gezondheid bezig zijn, je hebt een soort kleine gezondheidsstad waar je mee bezig bent. Dat is iets heel interessants. Ik ben erg benieuwd naar hoe dat zal gaan.


Jochen Mierau, Scientific Director of the Aletta Jacobs School of Public Health (AJSPH), will begin his new appointment as Scientific Director of Lifelines on July 1. In order to generate even more national and international impact on care and health policy from this position. Reason for AJSPH to organize an impact symposium on the 15th of September. In which we examine and look back on the role of AJSPH as a trailblazer for impact and as a farewell for Jochen. Before the event and Jochen's new position, we quickly grabbed the opportunity to talk to Jochen about his time at AJSPH.

Looking back at your time at AJSPH, what are you most proud of?

I am especially proud of the breadth of what we have achieved. I think there is a lot of sustainability in our breadth. Ultimately, it's not about doing a very small specific thing well, but about really trying to realize the entire breadth that the knowledge institutions are. Meanwhile, AJSPH is organized along five pillars; education, research, regional cooperation, public engagement and internationalization. Demonstrable impact has been achieved on all pillars, both in the collaboration between the knowledge institutions and between AJSPH and society.

In 2020, AJSPH was just two years old. Then came the Covid pandemic and in a sense, for a school of public health, a pandemic is a litmus test. If you are not of value then you have to close the shop. We have succeeded on all fronts to create social impact at a very fast pace. On the one hand with the Lifelines Corona Research project, on the other also with the advice to the Ministry of Health, Welfare and Sport (VWS), the security regions, municipalities, profiling a broad health vision and really emphasizing that the pandemic is not just a medical story, but a social crisis with a medical element. That is really something beautiful that we have achieved.

If you look more concretely; there have been parliamentary questions and round tables with the security regions about the Lifelines questionnaire. In the midst of the pandemic, we made sure that we were present where the policy is made, where the picket posts are struck.



Did you achieve what you had in mind when founding AJSPH?

There were always two tests for me when establishing AJSPH. One was; suppose you have a school of public health in Groningen, will anyone doubt whether it should exist? I think we have achieved that no one doubts the added value of AJSPH. We have created the right to exist.

The second objective; the very first document we wrote in 2016 started with the sentence "who does the Ministry of Health, Welfare and Sport call if we want to make new health policy?". I think we have created a right to exist there too. When I look at how many policy questions come to AJSPH from the national government, for example about structuring the health system, questions from the Ministry of Health, Welfare and Sport for consultation or, for example, the memorandum 'care for the future', you really see that AJSPH is seen as a 'trusted advisor'. This is also reflected in local questions, from the prevention coalitions that we have helped to build (Prevention Consultation Groningen, Frisian Prevention Approach, Drenthe health table). When looking at the design of policy, it has proved logical for many parties to look at AJSPH.

What I am really proud of, but what I did not see coming at first, is that we have managed to get all the faculties of the University of Groningen, the UMCG, Hanze University of Applied Sciences Groningen and NHL Stenden to work together in a school on an equal footing. That is something, even if you look nationally, which is almost impossible to achieve. There will always be a kind of competition between regional knowledge institutions and I think we have managed to bridge this competition. We should really be proud of that.



So you leave with peace of mind?

I think that when you're controlling something, especially when you've founded something, you have to step back before it is too late. When I started, my goal was never to be the director of a School of Public Health. We started in 2016 with an exploration phase, to see if there was enthusiasm for it. In the summer of 2017, that was reasonably ready. Then I was like: “we have shown that there is a need for it, just find someone who takes on the role of director”. There was no reason for me to do it myself, but in the end I did it with great pleasure. For me it was more important that there was a School of Public Health because as a researcher I missed it in doing my research. But it wasn't a given for me that I had to be its director. At some point, you run the risk of becoming fused with it. That in a sense it will become 'the big Jochen show'. I didn't feel like doing that. Now is the right time to hand it over to someone, AJSPH is now a ship that is sailing well. It's exciting, of course, because you don't know what's going to happen, but for me, precisely because I've been there from the start, it's the ultimate measure of success that AJSPH can exist without me.

What would you pass on to your successor?

First, don't let 'internal higher education politics' hold you back. There are plenty of meetings, committees, procedures and whatever else to fill your week. You can take note of that, but you can also just move forward. Realize very well that every email, every consultation that is devoted to some internal organizational problem is another one where you are not concerned with connecting people and connecting higher education and society. Always look at what you can do to collaborate more internationally, collaborate more with society, and to more reflect the collaboration between faculties. Internal politics always seem very prioritized and urgent, but ultimately the real urgency is that higher education in the Netherlands retains its international position through cooperation, that the connection with society remains strong and that the connection runs smoothly internally. All those other things are secondary.

What will you miss most?

The dynamics. AJSPH started with 1.5 people and there are now almost 20 people. It is a very nice team, with whom it is just fun to work with. I will definitely miss that. I always look for a bit where it rubs, internally or externally. Kicking against holy houses professionally. I will definitely miss that. But especially the collaboration with the team, the collaboration across all faculties. You get to know all the faculties very well, you learn so much from them. Even if you have a business meeting somewhere, it quickly goes back to the content and so you are exposed to all kinds of different insights all the time. You learn to look at your own field in many different ways while talking to everyone.

Soon you will start a new experience as scientific director at Lifelines. What are you most looking forward to?

There are also a lot of interesting people working at Lifelines, whom I think I can work with very nicely. I am very much looking forward to the team I will be working with. I am also very much looking forward to the social impact you can make with the data available at Lifelines. Both for conducting research into the origin of diseases and early diagnosis of diseases, and for using data to support policy. Lifelines has 160,000 participants who are all concerned with their health, you have kind of a small health town that you are involved in. That's something very interesting. I'm very curious how that will go.