Met een zevende plaats op de 1000 en 1500 meter presteerde schaatster Sanneke de Neeling begin februari op de NK Afstanden beter dan de twee seizoenen ervoor. De studente Biomedical Engineering aan de Rijksuniversiteit Groningen hield zelfs een heel goed gevoel over aan de 500 meter waarop ze in Thialf als tiende eindigde. Toch knaagt het wel wat in haar achterhoofd. “Zo lang ik schaatsen leuk vind, blijf ik het zeker doen, maar ik moet eerlijk zeggen dat ik andere dingen ook steeds leuker vind.”

Sanneke staat in de mixed-zone van Thialf als ze net op de slotdag van de NK Afstanden de 1000 meter achter de rug heeft. Ze kijkt daar met wat gemengde gevoelens terug op het laatste grote toernooi van haar schaatsseizoen. “Op de 1500 meter heb ik best een goede rit laten zien,” vertelt Sanneke. “Ik had wel met iets meer lef kunnen rijden. De 1500 meter is een heel zware afstand. Na één rondje rijd je al tegen een muur aan dus ik dacht: ‘ik houd even in en zorg dat ik goed blijf schaatsen.’ Maar mijn opening was niet al te hard en daardoor vertraagde ik iets te veel.”

Uiteindelijk eindigde Sanneke op de schaatsmijl op de zevende plek. “Dat was zonde,” blikt ze terug. “Want met een top 5-klassering had ik meer kans gemaakt op een World Cup-ticket. Het zou supervet zijn als ik daar weer een keer heen zou mogen.” Ze kwam 64-honderste seconde tekort voor plaats vijf, een plaats die haar vermoedelijk recht had gegeven op de laatste twee World-Cups van dit seizoen.

Nagano

Eind 2019 stond ze nog op het podium tijdens de World Cup in Nagano. Nu eindigde, naast de zevende plaats op de 1500 meter, op de NK Afstanden als zevende op de 1000 meter en als tiende op de 500 meter. Juist die laatste afstand gaf haar een goed gevoel. “Het voelde weer als voor mijn knieblessure. Dat was mooi.”

Na Nagano werd Sanneke lange tijd geplaagd door een vervelende knieblessure, iets waarvan ze pas in 2021 was verlost. “Die periode was heel erg moeilijk. Zeker omdat je het niet verwacht. Steeds denk je: ‘Het valt wel mee.’ Totdat je echt laatste wordt. Daar doe je het niet voor. Het doet heel veel pijn als je niet precies weet wat er aan de hand is.” Het bleek uiteindelijk te gaan om een cyste tussen haar knieschijf en gewricht die zorgde voor een peesontsteking. Iets wat pas na lange tijd werd ontdekt.

Andere kijk op de wereld

De studie zorgde in die moeilijke periode voor goede afleiding. “Het was midden in corona dus toen heb ik alle vakken kunnen halen. Ik was er heel content mee dat ik dat er nog naast had. Dat scheelde echt.” Studeren aan de RUG geeft haar ook nu, nu het schaatsen weer beter gaat, nog veel voldoening. “Het leuke aan de studie is dat ik veel te weten kom en veel in contact kom met mensen die een andere kijk op de wereld hebben dan de schaatsers hier. Iedereen is hier gefocused op de sport en op de RUG zijn andere dingen ook belangrijk. Daar leer ik ook weer van. Ik vind het heel fijn dat ik dat ook in mijn cirkel heb.”

“Ik weet dat ik heel hard kan schaatsen en zo lang ik het leuk vind, blijf ik het ook zeker doen, maar ik moet eerlijk zeggen dat ik andere dingen dus ook steeds leuker vind. Zoals studeren op de ‘Uni’. In schaatsen gaat wel alle tijd en energie zitten. Het is dit seizoen denk ik al de vierde keer dat ik zevende word. Nu denk ik wel van: ‘Hmmm, andere dingen zijn ook heel leuk.’ Schaatsen zoals hier op het NK is heel erg leuk, maar er zijn ook momenten dat heel vreselijk is. Dat niets lukt. Die momenten zijn best wel pittig.”

Studeren

Sanneke gaat de komende tijd benutten om goed na te denken over haar schaatstoekomst. “Ik ga met de coach zitten en kijken: ‘Wat wil ik nog? Wat vind ik nog leuk? Heb ik het er nog voor over?’ “ Ondertussen gaat het studeren gewoon door. “Over het algemeen heb ik altijd wel docenten gehad die mij goed hebben geholpen. Ik heb mijn bachelor ook in vier jaar kunnen halen. Daar heb ik weinig problemen mee gehad. Als ik er veel energie in steek, is er altijd wel wat te regelen.”

Dat gold ook voor de week van de NK Afstanden. “De tentamens vielen midden in die week. Dus moest ik keuzes maken. Daarom heb ik alle docenten gemaild met de vraag of ik bijvoorbeeld een extra herkansing zou kunnen krijgen zodat ik de tentamens wel kan halen. Ik wil natuurlijk wel mijn punten halen.” Zoals ze al eerder zei is de medewerking van de docenten er meestal wel. “Sommige docenten zijn heel enthousiast. ‘Ik zag dat je een Wikipedia-pagina hebt,’ zeggen ze dan. Ja, dat is leuk.”