Student bedrijfskunde en handballer Sander Bos succesvol met Oranje U19
Date: | 25 August 2021 |
Author: | Groningen Topsportstudiestad |
Student Bedrijfskunde Sander Bos beleefde onlangs een mooie week in het Letse Riga. De talentvolle handballer van JD Techniek Hurry-Up uit Zwartemeer eindigde met Oranje onder 19 heel knap als tweede tijdens het EHF Championship, het Europees kampioenschap voor handballers tot 19 jaar. “We hadden toch wel een heel bijzondere prestatie geleverd en mochten trots zijn."
Nederland moest in Riga er in de eerste wedstrijd tegen Montenegro, die nipt met 31-30 werd verloren, nog inkomen, maar daarna begon het EHF Championship voor B-landen voor Oranje U19 steeds beter te lopen. Hoewel de eerste helft tegen de op papier minst sterke tegenstander Kosovo nog niet naar wens liep. Oranje stond bij rust zelfs achter, maar stelde in de tweede helft orde op zaken en won uiteindelijk ruim met 36-22.
Topscorer
Sander kijkt met genoegen terug op het duel tegen Kosovo want hij werd topscorer met zeven goals. Tegen Montenegro moest hij eerder nog genoegen nemen met een reserverol. “Een teamgenoot die op mijn positie speelde, raakte licht geblesseerd,” zegt Sander. Hij kreeg tegen Kosovo in de tweede helft de kans en pakte deze dus meteen met zeven treffers.
Sander en Oranje U19 gingen daarna met vertrouwen de ontmoeting tegen Turkije in. “Die wedstrijd was heel belangrijk,” vertelt Sander. “Een gelijkspel was voldoende om de halve finale te halen, maar zo wilden we de wedstrijd natuurlijk niet in gaan. We begonnen meteen goed en hebben altijd wel een paar doelpunten voorgestaan.” Het duel tegen de Turken werd 36-29 gewonnen en Sander leverde met zes treffers opnieuw een mooie bijdrage.
Eindstrijd
In de halve finale was Roemenië de tegenstander. “Ik zag hen vooraf meer als favoriet, maar we speelden echt foutloos. Elke bal ging erin.” Sander scoorde ‘slechts’ drie keer in de met 28-24 gewonnen wedstrijd. “Ze hadden zich meer op mij ingesteld waardoor ik minder ruimte kreeg,” legt Sander uit. Roemenië had dus goed gekeken naar de Nederlandse wedstrijden tegen Kosovo en Turkije, maar het was Sander dat met Jong Oranje de eindstrijd haalde.
“We hadden heel veel vertrouwen in de finale,” kijkt Sander terug. Montenegro was daarin opnieuw de opponent. “Nu wilden we Montenegro wel pakken. We speelden ook weer een heel goede wedstrijd.” Het ging lange tijd gelijk op in de spannende finale. “Ik scoorde zo’n twaalf minuten voor het einde. Dat was de laatste keer dat we voor hebben gestaan.” Het ging daarna tot 27-27 gelijk op, waarna Montenegro met 30-28 aan het langste eind trok.
“Na de finale zijn we direct de kleedkamer ingegaan. Natuurlijk overheerste de teleurstelling. We waren zo dicht bij de winst. Later kwam in het hotel het besef dat we toch wel een heel bijzondere prestatie hadden geleverd en trots mochten zijn. Ik geloof niet dat eerder een nationaal herenteam zoiets heeft gepresteerd.” Enige smetje was dat de tweede plaats niet voldoende was voor Oranje U19 om te promoveren naar de A-Groep van het EHF Championship. “Dat was inderdaad wel een teleurstelling.” reageert Sander.
Hoekspeler
Sander speelde in Riga als hoekspeler, maar liever wordt hij ingezet als opbouwer. “Als opbouwer kan ik meer de lijnen uitzetten. Ik speel echter pas sinds een paar maanden in Jong Oranje dus als de bondscoach mij vraagt voor de positie van hoekspeler, dan ga ik daar natuurlijk geen nee tegen zeggen.” Gezien de vele doelpunten die Sander maakte tijdens het toernooi, kan hij als hoekspeler ook prima uit de voeten.
Het geeft hem veel vertrouwen voor de HandbalNL League die voor zijn club Hurry Up op 2 september begint met een uitwedstrijd tegen landskampioen Aalsmeer. “Ik heb er heel veel zin in,” klinkt het gemotiveerd. “Ik hoop dat er ook weer publiek bij is. Dat hebben we het afgelopen seizoen wel gemist. We proberen zo hoog mogelijk te eindigen, gaan natuurlijk voor de finale.”
Bedrijfskunde
Naast het handballen zal voor Sander de focus het komende seizoen ook weer op zijn studie Bedrijfskunde aan de Rijksuniversiteit Groningen liggen. “Het eerste jaar ging heel goed. Ik had weinig problemen om het te combineren met het handballen. Dat kwam ook door corona. Ik hoefde daarom maar twee of drie keer naar Groningen te gaan. Ik kon het thuis allemaal goed inplannen. Dat zal straks wel wat anders zijn als ik vaker naar Groningen moet, maar dat is geen enkel probleem. Mijn trainer is heel flexibel en met de RUG kan ook het een en ander geregeld worden. Het zegt genoeg dat ik in mijn eerste jaar geen problemen heb gekend. Het is heel fijn hoe men bij de RUG met topsport omgaat.”