Atlete Elisa de Jong aan de kant door blessure: “Ik vind het fijn dat ik er met mijn studie iets naast heb”
Date: | 19 April 2021 |
Author: | Groningen Topsportstudiestad |
Wat als je als atleet succesvol bent, maar je door een blessure je sport niet meer kan uitoefenen op hoog niveau? Het overkwam Elisa de Jong vorig jaar. Een kraakbeendefect aan beide knieën noopte de Nederlands kampioene korte cross meerdere stappen terug te doen. Gelukkig vond en vindt ze afleiding in haar studie Neurolinguïstiek aan de RUG.
Elisa de Jong werd als lid van Team 4 Mijl uit Groningen Nederlands kampioene op de korte cross in 2019 en 2020. De vooruitzichten op meer mooie resultaten zagen er mooi uit. Vorig jaar zomer begonnen echter knieproblemen op te spelen. Een bezoek aan de fysiotherapeut en manueel therapeut bracht niets ernstigs aan het licht.
Elisa deed daarna vol goede moed mee aan het NK Outdoor in Utrecht en behaalde op zondag 30 augustus een mooie bronzen medaille op de 1500 meter. “Snel daarna zwol mijn knie helemaal op,” herinnert Elisa zich. “De sportarts stelde voor om toch maar een MRI-scan te laten maken. Maar omdat ik in oktober corona kreeg, werd dat uitgesteld tot november.”
Via de scan werd alsnog de diagnose gesteld: kraakbeendefect aan beide knieën. “Dat is niet een blessure die je verwacht bij hardlopers,” weet Elisa. “Kraakbeenblessures komen meer voor bij voetballers en hockeyers. Zij maken meer diverse bewegingen. Bij hardlopen gaat het in feite maar één kant op.”
Emotioneel
De diagnose kwam hard aan bij Elisa. “Ik ben een emotioneel persoon en was er wel een tijdje mentaal wat labiel door. Het was ook zwaar omdat ik op dat moment geen andere sporten kon beoefenen. Zoals de meeste sporters wel zullen herkennen kan ik niet stil zitten. Daar word ik niet blij van. Naast het fanatieke van het sporten wil ik ook gewoon kunnen bewegen.” Ook het feit dat het onbekend is hoe de blessure is ontstaan, maakte het lastiger voor Elisa om het te accepteren.
Elisa kon niet meteen beginnen met revalideren omdat ze ook ontstekingen kreeg in haar knieën. Elisa: “Ik voelde me daardoor beperkt in mijn vrijheid.” In december werden de ontstekingen minder door corticosteroïdeninjecties en kon de revalidatie langzaam opgestart worden. “Het is een lastige blessure. Het perspectief is onduidelijk. Het is wel zo ernstig dat de kans groot is dat ik geen wedstrijden meer kan lopen.”
De toekomst wat betreft hardlopen op hoog niveau is dus onzeker. “Ik loop nu weer een klein beetje hard, maar het stelt nog weinig voor. Kijk, hardlopen is heel specifiek. De knie krijgt steeds een schok te verduren. Ik zou het heel erg vinden als ik nooit meer kan racen, maar een versleten knie is ook niet goed. Die grens wil ik niet overschrijden.”
Zwift
Elisa heeft inmiddels wel een alternatief voor het hardlopen gevonden: de racefiets. Niet alleen buiten, maar ook thuis. Dat doet ze via Zwift, een app waarmee je in een virtuele omgeving fietst. “Er worden ook wedstrijden georganiseerd,” weet Elisa. En daar doet ze sinds kort fanatiek aan mee. “Ik werd benaderd door een E-team, Team CRYO-GEN. Ze fietsen op het één-na-hoogste niveau.”
“Zwift wordt veel gebruikt door fietsers en triatleten om fit te blijven. Je krijgt zo toch een beetje een racegevoel. Het is een andere manier om je grenzen te verleggen. Ik heb daar een fijne afleiding in gevonden. Het is een andere soort van uitdaging dan hardlopen. Misschien meld ik me in de toekomst ook aan bij een wielervereniging om te trainen. Want dat mis ik; het samen trainen. Wie weet welke rol ik in het wielrennen kan gaan spelen,” droomt ze alvast voorzichtig hardop.
Neurolinguïstiek
Elisa heeft, sinds ze door de knieblessure buitenspel staat, zeker ook steun gehad aan haar studie Neurolinguïstiek aan de RUG. “In het begin kon ik me wel slecht concentreren op de studie. Toen de diagnose eenmaal was gesteld, beheerste dat mijn gedachten. Blok 2 was lastig, maar gelukkig haalde ik het wel. Ik vind het fijn dat ik er met mijn studie iets naast heb, anders had ik behalve het fietsen helemaal niets.”
Voordat Elisa met de studie Neurolinguïstiek begon, was ze vijf jaar lang, drie dagen in de week, als logopedist werkzaam in de neurorevalidatie. “Ik liep al langer met het idee in mijn hoofd rond om een master te doen. Uiteindelijk hakte ik de knoop door, natuurlijk niet wetende dat de sport weg zou vallen.”
Tentamen
“Ik ben afgelopen september begonnen met de pre-master. Vanaf september ga ik de master volgen. Elisa heeft net een tentamen statistiek achter de rug. “Dat was best pittig. Ik denk dat ik het wel gehaald heb, al zal het geen zeven of acht zijn. Gelukkig was het een fysiek tentamen en niet online. Zo kon ik even mijn weer studiegenootjes zien.”
“Voor de pre-master moet ik in het laatste blok nog één vak volgen. Dat geeft mij ruimte om ernaast te werken. Zo ga ik lesgeven aan de Hanzehogeschool: neurologische vakken binnen logopedie. Mooi dat ik daarvoor mijn werkervaring kan gebruiken.”
Thijmen Kupers, ploeggenoot van Elisa bij Team4Mijl en ook student aan de RUG, houdt zich namens de atletencommissie van de Atletiekunie bezig met het stimuleren van het volgen van een studie naast topsport. Elisa: “Met name omdat je dan na je topsportcarrière ook wat hebt. Om te voorkomen dat je dan in een zwart gat belandt. Want ook als topsporter moet je na je sportcarrière gewoon aan het werk, topsport duurt niet eeuwig. Dan is het wel zo mooi om een diploma op zak te hebben.”
Studiebegeleider
Elisa wil tot slot graag nog wat meegeven aan collega-topsporters die studeren en net als haar met een vervelende blessure te maken hebben. “Zelf weet ik, ook door eerdere blessureperiodes, dat dit niet het makkelijkste is om mee te dealen en dat het belangrijk is om er bijvoorbeeld ook met je studiebegeleider of topsportcoördinator over te praten. Het is namelijk logisch dat je je hierdoor minder goed kan concentreren en misschien even wat mindere studieprestaties haalt.”
“Ik denk dat het goed is om hier altijd open over te zijn. Het is ook helemaal niet gek om naar een sportpsycholoog te stappen die je hier heel goed bij kan ondersteunen. Zelf wilde ik altijd graag alles zelf kunnen oplossen, maar achteraf denk ik dat het verstandig was geweest wanneer ik eerder om hulp had gevraagd aan een studiebegeleider of sportpsycholoog.”